CNV Onderwijs
Nieuws
27 januari 2010
Wie zwijgt stemt niet toe
Categorie: Nieuws medezeggenschap
Jammer vond CNV Onderwijs Academie het. Jammer dat in de
voorbeeldreglementen die onder regime van de WMS zijn gemaakt, de
instemmingstermijnen zo slecht geregeld waren. In de
voorbeeldreglementen wordt gesproken over een redelijke termijn. Dat
is natuurlijk arbitrair.
Als klap op de vuurpijl wordt gesteld dat als de MR of GMR niet binnen
deze redelijke termijn reageert, het bestuur de conclusie mag trekken
dat de MR of GMR dan heeft ingestemd.
De trainers van CNV Onderwijs Academie waarschuwden de
medezeggenschapsraden hiervoor in hun trainingen en raadden aan
hierover nadere afspraken met het bevoegd gezag te maken. Bijvoorbeeld
door wel duidelijke termijnen af te spreken of nadere afspraken te
maken over de afloop van de instemmingstermijn.
Gelukkig hoeft dat niet meer, want de Landelijke commissie voor
Onderwijsgeschillen heeft een uitspraak gedaan. Kort gezegd was het
volgende aan de orde in dit geschil. Een (G)MR had niet binnen de
afgesproken termijn zijn instemming gegeven of onthouden. Het bevoegd
gezag besloot daarop dat, conform de bepalingen in het reglement, het
voorgenomen beleid uitgevoerd kon worden.
De (G)MR gaat hier niet mee akkoord en legt deze kwestie als
interpretatiegeschil voor aan de Landelijk commissie voor
Onderwijsgeschillen. De commissie constateert als eerste dat in de WMS
niet geregeld is of instemming mondeling of schriftelijk gegeven moet
worden. Ook niet of het impliciet of expliciet gegeven moet worden.
Wel stelt de WMS dat er termijnen afgesproken moeten worden. De
geschillencommissie constateert voorts dat de WMS een dwingend
karakter heeft waar het instemmingsaanvragen betreft, immers stelt de
wet dat het bevoegd gezag de voorafgaande instemming van de (G)MR
behoeft.
Uit deze twee eisen van de wet (termijnen afspreken en voorafgaande
instemming) leidt de commissie af dat het niet geven of onthouden van
instemming binnen de afgesproken termijnen er nooit toe kan leiden dat
de (G)MR dan stilzwijgend zijn instemming heeft gegeven. Zelfs niet
als die bepaling is opgenomen in het (G)MR-reglement.
Wel stelt de commissie dat het bevoegd gezag dan de conclusie mag
trekken dat de (G)MR niet heeft ingestemd en dan kan het bevoegd gezag
het instemmingsgeschil aanmelden bij de geschillencommissie. Het niet
geven van instemming mag er natuurlijk ook niet toe leiden dat het
bevoegd gezag eindeloos op een uitspraak van de (G)MR moet wachten.