Datum 26 januari 2010 Uw brief
Nadere toelichting bij Tweede voortgangsrapportage Wtcg
Correspondentie uitsluitend
richten aan het retouradres
met vermelding van de datum
en het kenmerk van deze
Geachte voorzitter, brief.
Op 11 december jongstleden heb ik uw Kamer de Tweede voortgangsrapportage
Wtcg doen toekomen. Deze voortgangsrapportage heb ik voor een belangrijk deel
gebaseerd op een adviesrapport dat ik van de Taskforce Verbetering afbakening
Wtcg heb ontvangen. Met de voortgangrapportage heb ik u ook dat rapport
toegestuurd.
Heden heb ik van de Taskforce een brief ontvangen waarin zij mij wijst op een
belangrijke nuance die ten onrechte niet duidelijk naar voren komt in het rapport
van de Taskforce.
In het rapport van de Taskforce wordt op pagina 8 melding gemaakt van het feit
dat het CVS aan de afbakening van de aanspraak op een tegemoetkoming is
toegevoegd. Daarmee wordt naar het oordeel van de Taskforce de indruk gewekt
dat alle CVS-patiënten voortaan een tegemoetkoming zullen ontvangen of dat hun
aandoening tenminste wordt betrokken bij de bepaling van de aanspraak op een
tegemoetkoming.
De Taskforce wijst mij erop dat uit het rapport van de Praktijk blijkt dat dit echter
slechts het geval is voor het CVS vanuit de typeringslijst Kindergeneeskunde. Op
de typeringslijsten van de specialismen waar volwassenen met het CVS onder
behandeling staan (interne geneeskunde, reumatologie en neurologie) komt CVS
niet specifiek voor. Patiënten met het CVS die specialistische zorg in het
ziekenhuis krijgen, worden onder een andere noemer getypeerd, bijvoorbeeld
onder fibromyalgie bij reumatologie. De Taskforce heeft mij daarom geadviseerd
deze typeringen niet bij de afbakening te betrekken omdat ze te aspecifiek zijn
(ook mensen met andere aandoeningen dan CVS worden met deze typering
aangemerkt). Ik heb die aanbeveling overgenomen.
De Taskforce stelt dat het genuanceerder zou zijn geweest als in de tabel op
pagina 8 van haar rapport was vermeld dat 'CVS bij kinderen' en dus niet 'CVS'
aan de afbakening was toegevoegd. Een dergelijk genuanceerder beeld had ik ook
u graag gepresenteerd op pagina 11 van bovengenoemde Tweede
voortgangsrapportage Wtcg.
Zoals ik ook in Voortgangsrapportage heb gemeld, deel ik de conclusie van de
Taskforce dat met de geschetste verbeteringen van de afbakening een belangrijke
volgende stap is gezet. Dat neemt niet weg dat deze nog niet volmaakt is. Dat
geldt, naar ik nu begrijp uit de brief die de Taskforce mij vandaag heeft gestuurd,
ook voor volwassen verzekerden met het CVS. Bij de toekomstige
doorontwikkeling van de afbakening, zal dit aspect worden betrokken.
Ik vertrouw erop u met deze brief voldoende geïnformeerd te hebben.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Datum 26 januari 2010
Nadere toelichting bij Tweede voortgangsrapportage Wtcg
Geachte voorzitter,
brief.
Op 11 december jongstleden heb ik uw Kamer de Tweede voortgangsrapportage
Wtcg doen toekomen. Deze voortgangsrapportage heb ik voor een belangrijk deel
gebaseerd op een adviesrapport dat ik van de Taskforce Verbetering afbakening
Wtcg heb ontvangen. Met de voortgangrapportage heb ik u ook dat rapport
toegestuurd.
Heden heb ik van de Taskforce een brief ontvangen waarin zij mij wijst op een
belangrijke nuance die ten onrechte niet duidelijk naar voren komt in het rapport
van de Taskforce.
In het rapport van de Taskforce wordt op pagina 8 melding gemaakt van het feit
dat het CVS aan de afbakening van de aanspraak op een tegemoetkoming is
toegevoegd. Daarmee wordt naar het oordeel van de Taskforce de indruk gewekt
dat alle CVS-patiënten voortaan een tegemoetkoming zullen ontvangen of dat hun
aandoening tenminste wordt betrokken bij de bepaling van de aanspraak op een
tegemoetkoming.
De Taskforce wijst mij erop dat uit het rapport van de Praktijk blijkt dat dit echter
slechts het geval is voor het CVS vanuit de typeringslijst Kindergeneeskunde. Op
de typeringslijsten van de specialismen waar volwassenen met het CVS onder
behandeling staan (interne geneeskunde, reumatologie en neurologie) komt CVS
niet specifiek voor. Patiënten met het CVS die specialistische zorg in het
ziekenhuis krijgen, worden onder een andere noemer getypeerd, bijvoorbeeld
onder fibromyalgie bij reumatologie. De Taskforce heeft mij daarom geadviseerd
deze typeringen niet bij de afbakening te betrekken omdat ze te aspecifiek zijn
(ook mensen met andere aandoeningen dan CVS worden met deze typering
aangemerkt). Ik heb die aanbeveling overgenomen.
De Taskforce stelt dat het genuanceerder zou zijn geweest als in de tabel op
pagina 8 van haar rapport was vermeld dat 'CVS bij kinderen' en dus niet 'CVS'
aan de afbakening was toegevoegd. Een dergelijk genuanceerder beeld had ik ook
u graag gepresenteerd op pagina 11 van bovengenoemde Tweede
voortgangsrapportage Wtcg.
Zoals ik ook in Voortgangsrapportage heb gemeld, deel ik de conclusie van de
Taskforce dat met de geschetste verbeteringen van de afbakening een belangrijke
volgende stap is gezet. Dat neemt niet weg dat deze nog niet volmaakt is. Dat
geldt, naar ik nu begrijp uit de brief die de Taskforce mij vandaag heeft gestuurd,
ook voor volwassen verzekerden met het CVS. Bij de toekomstige
doorontwikkeling van de afbakening, zal dit aspect worden betrokken.
Ik vertrouw erop u met deze brief voldoende geïnformeerd te hebben.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport