Natura 2000
26 januari 2010 - kamerstuk
Kamerbrief over opmerkingen van gedeputeerden en provincies over
complexiteit van de Vogel- en Habitatrichtlijn en de
Natuurbeschermingswet 1998. De minister zoekt naar rek en ruimte in de
maatregelen.
Datum 26 januari 2010
Betreft Natura 2000
Geachte Voorzitter,
Bij regeling van werkzaamheden van 12 januari jongstleden heeft uw Kamer
gerefereerd aan opmerkingen die gedeputeerden Verdaas en Keereweer hebben
gemaakt over de natuurbeschermingswetgeving in Nederland.
Naar verluid hebben gedeputeerden Verdaas en Keereweer van de provincie
Gelderland tijdens gesprekken in het kader van de parlementaire voorbereiding
van de Crisis- en Herstelwet ook gesproken over de complexiteit van de uitvoering
van de Vogel- en Habitatrichtlijn en in het verlengde daarvan van de
Natuurbeschermingswet 1998.
De opmerkingen van de gedeputeerden herken ik ook van de discussies die uw
Kamer en ik regelmatig hebben gevoerd. Vergelijkbare gesprekken heb ik
uiteraard ook met de provincies.
Daarin is op verschillende momenten het belang benadrukt van een voor de
praktijk goed hanteerbare en uitvoerbare implementatie van de Vogel- en
Habitatrichtlijn. De doelen uit de Vogel- en Habitatrichtlijn staan voorop. Daar
wordt niet aan getornd. Maar bij het bepalen van maatregelen die nodig zijn om
een gunstige staat van instandhouding te realiseren, heb ik aangegeven te zoeken
naar zoveel mogelijk rek en ruimte binnen de regels om een goede balans tussen
ecologie en economische en sociaal-culturele belangen te kunnen bereiken.
Daarnaast heb ik, op verzoek van uw Kamer, met de provincies afgesproken de
definitieve aanwijzing van een aantal Natura 2000-gebieden aan te houden. De
provincies zijn daarmee in de gelegenheid gesteld om voor deze gebieden eerst
conceptbeheerplannen op te stellen. De voorstellen van de provincie zijn zorgvuldig
beoordeeld en waar mogelijk overgenomen. Deze exercitie heeft laten zien
dat veel van de gestelde doelen in het kader van Natura 2000 haalbaar zijn.
Over de uitkomsten per provincie en per gebied heb ik uw Kamer vanmiddag
geïnformeerd.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit