UMC St Radboud
Uniek computermodel voor reconstructieve chirurgie
26-01-2010
Onderzoekers van het onderzoeksinstituut MIRA van de Universiteit
Twente en het Universitair Medisch Centrum St Radboud ontwikkelen
samen met andere instellingen een uiterst gedetailleerd computermodel
van het spier-skeletsysteem van de onderste helft van het menselijk
bewegingsapparaat. Chirurgen kunnen op termijn het computermodel
gebruiken om hun operaties beter voor te bereiden en ze zelfs vooraf
te `oefenen' in Virtual Reality. Het model kan aangepast worden aan de
situatie van iedere individuele patiënt. De onderzoekers kregen
onlangs een Europese subsidie van 3 miljoen euro voor de verdere
ontwikkeling van het model.
Bij patiënten die een deel van een bot en spiermassa moeten missen als
gevolg van een tumor of bij wie heupprothesen worden gereviseerd,
worden soms spieren omgelegd om zo het functionele vermogen van de
patiënt te verhogen. Chirurgen bepalen de plaats waar ze de spier aan
het bot verbinden meestal op basis van intuïtie en ervaring. Momenteel
bestaan er namelijk geen geschikte modellen die goed voorspellen hoe
de spier na de operatie of de revalidatie functioneert. Ook is vaak
onduidelijk of iemand nog op een normale manier zal kunnen lopen na de
operatie.
Uniek model
Het onderzoek wordt gecoördineerd door prof. dr. ir Nico Verdonschot,
die zowel aan het UMC St Radboud als de Universiteit Twente is
verbonden. Verdonschot: "We ontwikkelen met behulp van MRI-beelden een
model dat voor iedere afzonderlijke patiënt nauwkeurig berekent wat de
beste plaats is om de spier te verbinden. Zo ontstaat telkens een
uniek model voor de betreffende patiënt. Met behulp van Virtual
Reality en het gepersonifieerde model kan de chirurg de operatie
vooraf beter plannen, de beste aanhechtingsplaats bepalen en vooraf
ook zien wat de gevolgen zijn van specifieke keuzes. De chirurg kan de
operatie zelfs al een keer virtueel oefenen."
Om ervoor te zorgen dat de optimale locatie van spieraanhechting ook
daadwerkelijk bij de patiënt is toe te passen, wordt het computermodel
gekoppeld aan een computernavigatiesysteem dat tijdens de operatie
wordt gebruikt. De onderzoekers vergelijken het systeem met een
TomTom. Het systeem geeft de chirurg precies aan waarheen bepaalde
spieren moeten worden verplaatst om het spier-skeletsysteem van de
patiënt te optimaliseren. Met het systeem kunnen volgens de
onderzoekers op termijn in Nederland jaarlijks enkele honderden
patiënten worden geholpen, die een relatief ingrijpende operatie
ondergaan.
Of de modelvoorspellingen valide zijn zal worden gecontroleerd door
patiënten voor en na een operatie (uitgevoerd bij de afdeling
Orthopedie van prof. dr. René Veth) aan functionele metingen te
onderwerpen (bij de afdeling Revalidatiegeneeskunde van prof. dr.
Sander Geurts), zodat het effect van de operatie kan worden
gekwantificeerd en te vergelijken is met de modellen.
Volgens prof. dr. ir. Nico Verdonschot en prof. dr. ir. Bart Koopman,
hoogleraar biomedische werktuigbouwkunde aan de Universiteit Twente,
kan het onderliggende spier-skeletmodel ongeveer vijf keer
nauwkeuriger zijn dan bestaande modellen. Uniek is dat de basis van
het systeem bestaat uit één consistente dataset. Dat houdt in dat het
lichaam van één persoon als basis is gebruikt. Van deze ene persoon
zijn de spieren, botten, aanhechtingen en pezen tot in het kleinste
detail in kaart gebracht en gedigitaliseerd.
Subsidie
Het model wordt ontwikkeld onder de naam TLEMsafe, waarbij TLEM staat
voor Twente Lower Extremity Model. Het is een model voor het
onderlichaam, maar de aanpak kan uiteindelijk ook worden gebruikt voor
andere delen van het lichaam.
Het project is een samenwerkingsproject van de Universiteit van
Twente, het Universitair Medisch Centrum St Radboud (Nijmegen), de
universiteit van Warschau (Polen) en de bedrijven Brainlab A.G.
(Duitsland), Anybody Technology A/S (Denemarken) en Materialise N.V.
(België).
Het samenwerkingsverband heeft onlangs een aanzienlijke Europese
subsidie van 3 miljoen euro binnengehaald. Hiervan gaat bijna 1
miljoen euro naar onderzoek aan de UT en 600.000 euro naar het UMC St
Radboud.
Over vier jaar verwachten de onderzoekers dat hun model gereed is.
Daarna volgen klinische tests. Wel denken de onderzoekers dat er voor
die tijd al deeloplossingen in de praktijk gebruikt kunnen worden.