bewindvoerder, curator en mentor
Hirsch Ballin stelt eisen aan bewindvoerder, curator en mentor
Persbericht | 26-01-2010
Minister Hirsch Ballin van Justitie gaat wettelijk voorschrijven aan
welke kwaliteitseisen professionele bewindvoerders, mentoren en
curatoren moeten voldoen om voor benoeming in aanmerking te komen. Zij
nemen beslissingen op het financiële en persoonlijke vlak voor mensen
die niet (helemaal) meer voor zichzelf kunnen zorgen.
Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat vandaag voor advies naar
verschillende instanties is gestuurd. Tevens vindt over het
wetsvoorstel een internetconsultatie plaats. Belangstellenden kunnen
tot 1 april 2010 reageren via de website
www.internetconsultie.nl/curatele_bewind_mentorschap .
Curatele, bewind en mentorschap zijn maatregelen die vooral bedoeld
zijn als bescherming tegen misbruik door anderen. De taken van een
curator gaan het verst. Is iemand onder curatele gesteld dan verliest
die persoon zijn handelingsbekwaamheid. Voor praktisch elke handeling
en beslissing moet de curator toestemming geven. Bij mentorschap en
bewind is betrokkene wel handelingsbekwaam. De bewindvoerder beslist
over geld en goederen, terwijl de mentor besluiten neemt over
verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding.
Op dit moment kan nog iedere meerderjarige tot bewindvoerder, curator
of mentor door de kantonrechter worden benoemd tenzij er gegronde
redenen zijn om daar vanaf te zien. Meestal neemt een familielid deze
taak op zich, maar dat kan ook een professionele bewindvoerder zijn.
Bijvoorbeeld een stichting of een natuurlijk persoon.
Directe aanleiding voor de maatregel vormt het eigenmachtige beleid
van een stichting die het beschermingsbewind verzorgde en aan wie het
beheer van geld en goederen van enkele tientallen rechthebbenden was
toevertrouwd. Een faillissement volgde waardoor velen werden
benadeeld.
Door kwaliteitseisen als waarborg in de wet op te nemen, wil de
minister misstanden zoveel mogelijk voorkomen. Ook wordt scherper
gelet op de bedrijfseconomische gang van zaken bij professionele
bewindvoerders, mentoren en curatoren. Dit betekent dat de
bedrijfsvoering en de werving, scholing en begeleiding van het
personeel worden gecontroleerd. Een accountant moet ieder jaar
verklaren dat aan de kwaliteitseisen wordt voldaan. De taak van de
kantonrechter bij het toezicht verandert niet maar wordt door de
aanvullende controle op de bedrijfsprocessen duidelijker. Hij geeft
bijvoorbeeld machtigingen af voor uitgaven ten laste van de
rechthebbende en gaat na of ze door de bewindvoerder verantwoord zijn
gedaan.
Straks kunnen ook rechtspersonen voor benoeming tot mentor en curator
in aanmerking komen. In de praktijk is daar behoefte aan.
Rechtspersonen, zoals een stichting of een vereniging, kunnen
makkelijker de voortgang van de werkzaamheden garanderen omdat de
taakuitoefening van een mentor of curator niet meer afhankelijk is van
één bepaalde (natuurlijke) persoon.
Verder regelt het wetsvoorstel dat twee curatoren kunnen optreden voor
degene die onder curatele staat. Dit was al mogelijk op grond van een
uitspraak van de Hoge Raad in 2000, maar wordt nu expliciet in de wet
opgenomen. Zo kunnen bijvoorbeeld ouders die na hun scheiding het
ouderlijk gezag zijn blijven uitoefenen en ook na de meerderjarigheid
van hun kind verantwoordelijkheid willen blijven dragen. Evenals bij
curatoren kunnen twee mentoren worden benoemd.
Daarnaast komt er een ministeriële regeling voor de beloning van
bewindvoerders, curatoren en mentoren die ervoor moet zorgen dat
landelijk een uniform beloningsbeleid geldt.
Nieuw is ook dat de kantonrechter het bewind kan opheffen als indien
de noodzaak daartoe niet meer bestaat of de voorzetting ervan niet
zinvol is. Zoals bij een rechthebbende die maar nieuwe schulden blijft
maken en zich van de bewindvoerder niets aantrekt. Nu kan opheffing
van het bewind alleen als de oorzaken die tot de maatregel aanleiding
hebben gegeven niet meer bestaan.
Ook wordt expliciet in de wet opgenomen dat een bewindvoerder voortaan
`alle handelingen kan verrichten die aan een goed bewind bijdragen.'
Daarmee wordt de in de praktijk bestaande ruime taakopvatting van de
bewindvoerder beter tot uitdrukking gebracht. Bovendien geeft het aan
dat van de bewindvoerder een pro-actieve houding wordt verwacht. Hij
moet bijvoorbeeld nagaan op welke voorziening aanspraak kan worden
gemaakt en tijdig de nodige aanvragen indienen. Bijvoorbeeld de
aanvraag van een PGB (persoonsgebondenbudget) of van een
identiteitsbewijs.
Ten slotte krijgt de rechter de bevoegdheid om de beschikking waarbij
het bewind werd ingesteld openbaar te maken door opname in een
register. Overigens geldt dat ook voor eventuele benoeming van de
bewindvoerder, schorsing of ontslag. Daartoe zal het bestaande
curateleregister worden uitgebreid en een andere naam krijgen. Het is
op internet te raadplegen en voor iedereen toegankelijk.
Ministerie van Justitie