Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Datum 23 november 2009
Betreft Reactie kabinetsstandpunt TMO
Uw brief van 22 september 2009 waarin u een reactie geeft op het
kabinetsstandpunt Task Force Overstromingen (TMO) en verslag doet van de wijze
waarop de provindes de afgelopen jaren het onderwerp organisatorische
voorbereiding op overstromingen in Nederiand heeft aangepakt, heb ik in goede
orde ontvangen.
Uit uw reactie leid ik af dat de kring van commissarissen op hoofdlijnen de
voorgenomen activiteiten uit het kabinetsstandpunt^ ondersteunt. Dat waardeer ik
positief. Graag informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en
Waterstaat, over de wijze waarop vervolg wordt gegeven aan de aanbevelingen van
de TMO en de voorbereiding op overstromingsrisico's in het bijzonder.
Het kabinet is van mening dat de organisatorische voorbereiding op overstromingen
de afgelopen jaren aanzienlijk is verbeterd. Hieraan heeft de TMO een duidelijke
bijdrage geleverd, in samenwerking met alle betrokken overheden. Het rapport van
de taskforce identificeert een aanzienlijk aantal uitdagingen om hetgeen bereikt is
te behouden en op onderdelen nog te verhogen. De afgelopen periode is benut om
hier verder Invulling aan te geven.
Vanuit mijn ministerie is na de oplevering van het eindrapport van de TMO,
gezamenlijk met het ministerie van Verkeer en Waterstaat, een serie workshops
georganiseerd om de resultaten van de TMO samen met deskundigen van alle
betrokken overheden, inclusief een brede vertegenwoordiging vanuit de provincie,
nader te beschouwen. Dit heeft geresulteerd in het implementatieprogramma
'Verankering resultaten TMO'. De uitkomsten van dit rapport kunnen ook zeer
behulpzaam zijn voor de medeoverheden bij het bepalen van hun
vervolginspanningen in samenhang met de inspanningen van de andere partijen.
De ministeries hebben het implementatieprogramma dan ook ter beschikking
gesteld aan alte veitigheidsregio's, waterschappen en provincies.
Uw reactie op het kabinetsstandpunt geven mij aanleiding tot de volgende Datum
opmerkingen. 23 november 2009
Specifiek voor verankering en ontwikkeling van een aantal activiteiten van de
waterkolom markeert het kabinetsstandpunt de noodzaak om tot een
samenwerkingsstructuur te komen voor het management van overstromingen.
Deze taak is belegd bij de Stuurgroep Management Overstromingen (SMO). De
SMO, als samenwerkingsverband tussen vertegenwoordigers van de gezamenlijke
waterschappen en Rijkswaterstaat, is inmiddels een feit. Eén van de
projectgroepen onder de SMO richt zich specifiek op de kennisinfrastructuur die
nodig wordt geacht voor het management van overstromingen. Expertise rond het
specifteke thema management van overstromingen, zoals de laatste jaren is
opgebouwd, onder meer vanuit de TMO, wordt hiermee geborgd. Het ministerie van
BZK, de directeur Nationale Veiligheid, is agendalid. Daarnaast zijn
vertegenwoordigers van ondermeer de provincie (IPO), BZK en het Bureau
Veiligheidsberaad vertegenwoordigd in de onder de SMO ressorterende
programmagroep. Op deze wijze wordt in samenwerking met de meest betrokken
partijen een vervolg gegeven aan een aantal 'waterspecifieke' activiteiten uit het
standpunt,
U geeft aan een overiegstructuur, zoals de SMO, in de algemene kolom te missen.
Ik ben echter van mening dat bestuuriijke drukte moet worden voorkomen en dat
de reguliere overlegstructuren in de algemene kolom, zoals het Strategisch Beraad
Veiligheid en het reguliere CdK-minister BZK overieg, voldoende kunnen worden
benut om over de voortgang op dit terrein te spreken. De samenwerking tussen de
algemene en specifieke kolom, en de gevraagde integrale aanpak, is hiermee naar
mijn mening voldoende geborgd.
Over de voortgang van een aantal activiteiten het volgende. In het
Kabinetsstandpunt is reeds aangekondigd, dat het Kabinet een Landelijke
Operationele Staf (LOS) een formele ptaats wenst te geven in het systeem van
crisisbeheersing bij het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum te Driebergen.
Om een LOS te operationaliseren zat deze eerst voor de sector Openbare Orde en
Veitigheid worden uitgewerkt in een organisatiemodel. Daarbij wordt rekening
gehouden met de mogelijkheid de operationele diensten die onder andere
departementen ressorteren eenvoudig aan te sluiten bij dit model. In dit kader is
inmiddels een interdepartementale werkgroep gestart met het uitwerken van de
interdepartementale mogelijkheden en consequenties van de LOS. Het ligt in de
verwachting, dat begin volgend jaar het implementatieplan voorde LOS is
afgerond, waarop met de daadwerkelijke invoering kan worden gestart.
Ingevolge het wetsvoorstel Veiligheidsregio's getdt dat bij rampen en crisis met
een grensoverschrijdend karakter, in de eerste plaats de grensregio's moeten fï,;
afstemmen. De informatievoorziening zal, zoals voorgesteld in de Wet U\\
veiligheidsregio's, een directe rapportagetijn van Veiligheidsregio naar rijk (lees:
NCC) en vice versa worden gehanteerd. Uiteraard zulten de commissarissen der hA
Koningin in afschrift worden geïnformeerd over alle relevante berichtgevingen. In ^.jl
tijn daarmee is in een aansluiting van de provincies op het operationele ^jj
informatiesysteem Cedric niet voorzien. Cedric wordt geïnstalleerd in de 0
informatiesteutetposten van de veiligheidsregio's, het NCC en het LOCC. Het is niet
de bedoeling dat ook op andere niveaus, zoals het provinciaal niveau, een extra
Pagina 2 van 3
operationeel informatieknooppunt ontstaat. Conform de nieuwe wetgeving zullen de Datum
voorzitters van de veiligheidsregio's, de minister en de commissarissen der
Koningin elkaar de nodige bestuuriijke informatie verschaffen.
Zoals in het wetsvoorstel Veiligheidsregio's is aangegeven treedt de commissaris
der Koningin op als rijksorgaan. De Ambtsinstructie zal hierop, zoals besproken
tijdens ons reguliere overleg van 2 november j . l . , worden aangepast. Vanwege de
formeel wettelijk voorgeschreven procedure voor aanpassing van de
Ambtsinstructie zal deze niet eerder dan begin 2010 gereed zijn voor plaatsing in
het Staatsblad en bekendmaking bij de Tweede Kamer. Over de voortgang wordt u
nader geïnformeerd.
De voorgenomen activiteiten om de verbeteringen op het terrein van
overstromingsrisicobeheer verder te brengen, zullen ook als uitgangspunt worden
genomen bij de toetsing door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie
OOV) en de Inspectie Verkeer en Waterstaat (Inspectie VenW). Het toetsingskader
zal de komende jaren worden gebruikt bij het uitvoeren van het toezicht door de
Rijksinspecties op de waterbeheerder, de veiligheidsregio's, het rijk en andere
betrokken overheden.
U benadrukt in uw brief onze gezamenlijke zorg voor risico's van overstromingen.
Ik ben er van overtuigd dat met de voorgenomen activiteiten, zowet op rijks-,
regionaal als provinciaal niveau, de impuls van de Tasforce Management
Overstromingen en de verbeteringen die deze heeft opgeleverd, behouden btijft en
waar nodig verder wordt uitgebouwd.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,