Vrije Universiteit Amsterdam

Het nut van de Kantiaanse filosofie


* Startdatum: 25-01-2010


* Tijd: 15.45


* Locatie: Aula


* Titel: Het nut van de Kantiaanse filosofie


* Spreker: K.J. Marx


* Promotor: prof.dr. W.R. de Jong


* Onderdeel: Faculteit der Wijsbegeerte


* Wetenschapsgebied: Theologie en wijsbegeerte


* Evenementtype: Promotie

Karianne Marx levert aan het onderzoek naar Karl Leonard Reinhold als zelfstandige denker een bijdrage door de invloed van Reinholds Verlichtingsdenken op zijn receptie van Kant te belichten. Haar onderzoek naar Reinholds pre-Kantiaanse werken en de werken waarin hij zich opwerpt als voorstander van Kants filosofie laat zien dat Reinholds interesse in Kants filosofie nauw aansluit bij zijn eerdere Verlichtingsdenken. Gedurende zijn Kantfase zet hij Kant op verschillende manieren in voor zijn Verlichtingsideaal: een bemiddeling tussen abstracte rationaliteit en het werkelijke leven, zodat iedereen de vruchten van de Verlichting kan plukken.

Karl Leonhard Reinhold (1757-1823) heeft rond 1790 een cruciale rol gespeeld in de ontwikkeling van de Duitse filosofie. Hij was namelijk een van de eersten die Kants Kritik der reinen Vernunft (1781) als een revolutionair werk bij een breed publiek onder de aandacht wist te brengen, door te wijzen op de heilzame gevolgen van deze filosofie voor religie en moraal. Verder werkte hij aan het verstevigen van de fundamenten van Kants systeem, waarmee hij een eerste aanzet gaf voor lijnen die anderen (Fichte, Schelling, Hegel) zouden doorzetten.

Vanwege deze bijzondere plek in de geschiedenis van de filosofie, tussen Kant en het Duits Idealisme, is Reinhold zelf ondergesneeuwd geraakt. Vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw is er langzaam meer aandacht gekomen voor zijn werk. Deze aandacht was echter niet zozeer gericht op Reinholds eigen filosofische ontwikkeling, maar meer op zijn rol als voorloper van Fichte. Tegenwoordig wordt Reinhold steeds meer als zelfstandig denker onderzocht.

© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam