Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Ministerie van VROM
Bijeenkomst Hart voor Samenleving
Toespraak minister Van der Laan tijdens de
bijeenkomst Hart voor Samenleving op 24 januari 2010.
Dames en heren,
Ik wil een stukje terug in de tijd. Niet 20 jaar, toen ik tegen de
dubbel-geparkeerde auto van Ahmed Jilali botste. Nee, ik wil even
terug naar de tijd van de Grieken en Romeinen.
Historicus Fik Meijer schreef een paar jaar geleden een boek getiteld,
Vreemd Volk, Integratie en discriminatie in de Griekse en Romeinse
wereld. Kort gezegd: de gesloten en zelfs xenofobe Grieken hielden het
een paar honderd jaar uit. De pragmatische en veel opener Romeinen wel
duizend jaar.
In een interview aan NRC Handelsblad zei Meijer:
"Ik hoop dat we erin slagen in Nederland immigranten te laten
integreren op het niveau van voetbalclubs en buurthuizen. In Rome
leerde men elkaar ook kennen in het circus of in de publieke baden.
Als de mensen die hier nieuw zijn niet op dit niveau kunnen integreren
en hun identiteit gaan zoeken in een religie die aanspraak maakt de
enige waarheid te verkondigen, dan heeft de maatschappij een probleem.
Daarom moeten we actie ondernemen in de wijken en niet het zoveelste
debat van geleerde heren opzetten. De elite heeft altijd wat te zeuren
over de teloorgang van de cultuur. Dat is in 2.500 jaar niet
veranderd."
Wat is de boodschap van Meijer? Samen naar het badhuis? Ik denk het
wel. Maar in elk geval is duidelijk dat elkaar de rug toekeren niet de
oplossing kan zijn. Uitsluiting is geen oplossing.
Vorig jaar juni had ik de eer op eenzelfde gala als nu aanwezig te
zijn en daar heb ik gezegd dat er veel succesvolle Marokkaanse
Nederlanders zijn. Maar ik vroeg u ook mij te helpen met de Marokkaans
Nederlandse probleemjongeren en het vol krijgen van de
inburgeringsklassen. Die oproep was niet aan dovemansoren gericht.
Een aantal van u is vorig jaar bijeengekomen in Noordwijk en heeft
daar een manifest opgesteld, De Verklaring van Noordwijk.
De tekst van de verklaring heb ik kunnen lezen en ik ben erg onder de
indruk. U schrijft dat u zich ook zorgen maakt over de beeldvorming
van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. U geeft ook aan waar u
voor staat: eerlijkheid; trouw; betrouwbaarheid; vertrouwen;
solidariteit; saamhorigheid; verantwoordelijkheid; respect;
rechtvaardigheid; mensen en organisaties in hun waarde laten; uw
kinderen.
Ik ben overtuigd dat dit zo is. We hebben veel gemeen. Het liefst had
ik gezien dat zo'n manifest overbodig was geweest, maar dat is het
niet. Daarom ben ik ontzettend blij dat u het initiatief heeft
genomen. Het vergt moed dit te doen. Ik sta niet enkel achter u, ik
sta naast u.
Nu moet het van het papier naar de straat, naar het badhuis. Daarom is
een middag als deze ook zo goed. Geen academisch debat tussen
professoren, geen wild gedoe tussen politici maar gesprekken tussen
ondernemers en mensen in loonddienst, ouders en kinderen, jong en oud,
vrijwilligers en professionals enzovoorts. Ik zal jullie blijven
aanmoedigen en heb het volste vertrouwen dat dit ook goed komt. Want
we hebben een paar ernstige problemen maar het gaat verdorie ook
goed!
In juni 2009 zag het er naar uit dat we onze doelstelling van 47.000
inburgeringscursisten niet zouden halen en zouden blijven steken onder
de 35.000, dus nog onder de 40.000 van 2008. We hebben die 47.000 toch
gehaald en het ziet er naar uit dat we erover heen gaan. En voor 2010
gaan wij er met uw hulp voor zorgen dat de klassen niet vol zitten
maar uitpuilen.
Wat blijkt uit onderzoek over de integratie van Marokkaanse
Nederlanders nog meer?
Het aantal kinderen van groep 2 dat thuis met hun ouders Nederlands
spreekt is in 10 jaar gegroeid van 30 naar 70 procent.
En het aantal kinderen dat een Havo of VWO-advies krijgt is tussen
1994 en 2007 bijna verdubbeld van 13 naar 23 procent. En tussen 1995
en 2008 verdubbelde ook het aantal Marokkaans Nederlanse studenten
van 20 naar 40 procent.
Tussen 1996 en 2009 steeg het percentage mensen dat meer dan 12 uur
per week werkt van 30 naar 50 procent. Onder vrouwen zelfs van 15 naar
40 procent.
Tenslotte: In 1998 waren er 2500 Marokkaanse Nederlanders zelfstandig
ondernemer. In 2008 waren dat er ruim 8500.
Op die dingen moeten we trots zijn.
Maar we zijn er nog niet. De meiden woekeren met hun talenten. Maar
bij de jongens vliegt er een groep uit de bocht. Een klein deel zit in
het criminele circuit, maar veruit de grootste groep kunnen we zeker
nog de goede kant op krijgen Dit zijn jongens die op een kruispunt
staan en een zetje in de juiste richting nodig hebben. Die zet moeten
wij ze geven met z'n allen. Daarom is dit zo'n goed initiatief.
Ahmed -u weet wel, die broodjesbakker- heeft een stagiair bij hem in
de zaak lopen. Die jongen is 15 en kan eigenlijk niet uitleggen waarom
hij met school is gestopt en werkt. Volgens Ahmed krijgt de jongen ook
geen hulp van zijn ouders of van anderenEen begeleider of coach, één
van u bijvoorbeeld, voor dit soort jongens zou een uitkomst zijn
volgens Ahmed. Dat denk ik ook. Dat is die hand op de schouder bij het
kruispunt.
Integratie is kiezen voor Nederland. Zoas Ahmed heeft gekozen en velen
van u met hem. Het is niet de wortels doorsnijden met je geboorteland
of dat van je ouders en grootouders.
Wees trots op waar je vandaan komt. Dat besef van waar je vandaan komt
is onderdeel van je identiteit. Niemand vraagt van u dat u dat
opgeeft. En als ze het wel vragen, ga niet in het defensief en
realiseer dat degene die deze vraag stelt een domme vraag stelt.
Integreren is inburgeren. En de inburgeringscursus is een cadeau. Het
is belangrijk dat het zo wordt gezien.
Vooral het leren van de taal is belangrijk; bittere noodzaak zelfs Als
ouders geen Nederlands spreken komen hun kinderen als ze vier zijn met
twee jaar achterstand op schoolZe lopen volgens de statistieken een
twee keer zo grote kans op schooluitval, drie keer zoveel kans dat ze
geen baan vinden en vijf keer zoveel kans dat ze contact met politie
en justitie krijgen.
Deze week was er veel te doen over psychosociale problemen bij
kinderen van nieuwe Nederlanders. Kinderen van Marokkaanse
Nederlanders zijn ondervertegenwoordigd in de gewone hulpverlening
zoals de dokter of de psycholoog. Maar ze zijn juist met zeven keer
oververtegenwoordigd in de psychiatrie. Als je er niet op tijd bij
bent, als je de taal niet spreek of je durft er niet over te spreken;
dan krijg je deze statistieken.
En daarom maak ik hier reclame voor inburgering. Want het is echt een
geweldig cadeau. Er is geen land dat er zoveel werk van maakt als
Nederland. U kunt als ambassadeurs dat aan de Marokkaanse Nederlanders
meegeven.
We moeten onze cursussen nog meer richten op de plekken waar het
nodig is. Op de werkvloer. Dat is goed voor jezelf, je werkgever, je
collega's en de klanten. En de inburgering moet ook gericht zijn op
werkzoekenden. Het is het ideale moment om Nederlands te leren. Op
scholen door de ouders erbij te betrekken want die staan soms
mijlenver van de school van hun kinderen. Door de inburgering op
school betrek je hen erbij en leren ze de taal. En tenslotte
inburgering in je eigen wijk of buurt. Dat is goed voor het contact
met buren en wijkgenoten. Dat werpt zijn vruchten af.
Het gaat goed, maar het moet nog veel beter. Er is nog veel werk en er
zal altijd weerstand zijn, frictie. Dat geeft niet. Die frictie slijpt
onze geesten en sterkt ons in onze overtuiging. U en uw gezinnen delen
een zorg over het beeld van uw gemeenschap in Nederland. Ik deel die
zorg. Maar ik zie ook reden tot optimisme. Vanwege uw inzet uw
betrokkenheid en uw kracht.
Toen ik twintig jaar geleden met mijn auto tegen die van Ahmed botste,
was er ook even frictie. Verdomme, denk je, heb ik dat. U herkent het
wel: je wilt naar je werk, maar staat een schadeformulier in te
vullen. Maar uit die botsing is wel iets moois ontstaan, iets dat al
twintig jaar duurt (Gedurende die twee decennia heeft Ahmed mij keer
op keer weten te vinden). Ik wil maar zeggen -volgens mij snapt u het
heel goed- uit een botsing (wiens schuld het ook is), uit frictie kan
iets goeds ontstaan.
Ik dank u voor uw aandacht, ik dank u voor dit moedig manifest, ik
dank wederom Ahmed voor zijn inzet en organisatie en wens u en ons
allemaal veel succes toe.