Raad van State


vrijdag 22 januari 2010
Zitting over de vaststelling door provinciale staten van Noord-Brabant van de 'Partiële herziening streekplan Noord-Brabant 2002, concrete beleidsbeslissing N284 Hapert'. Deze beslissing maakt de omlegging van de N284 mogelijk. De weg wordt onder meer omgelegd om het Kempisch Bedrijvenpark beter bereikbaar te maken. De stichting Lucht voor Hapert, de Milieuvereniging Bladel en de Brabantse Milieufederatie vrezen voor verslechtering van de luchtkwaliteit. Zij vinden dat de onderzoeken naar de luchtkwaliteit niet deugen. De zitting gaat ook over de vaststelling door de gemeenteraad van Bladel van het bestemmingsplan 'Kempisch Bedrijvenpark 2008' en het exploitatieplan 'Kempisch Bedrijvenpark 2008'. Het bestemmingsplan maakt een nieuw bedrijventerrein mogelijk. Het westelijk deel van motorcrossterrein De Ketelberg ligt op dit terrein. Dit deel mag worden uitgebreid. De stichting, de milieuvereniging en de milieufederatie zijn van mening dat de gemeenteraad een milieueffectrapportage (MER) had moeten opstellen om de gevolgen voor het milieu in kaart te brengen. Ook zijn zij bang voor verslechtering van de luchtkwaliteit door de komst van het bedrijventerrein. Verder zouden het landschap en de natuur worden aangetast. Tegen deze besluiten komen zij in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zitting gaat ten slotte over de vaststelling door de gemeenteraad van Eersel van het bestemmingsplan 'Buitengebied, herziening motorcrossterrein De Ketelberg'. Het plan heeft betrekking op het oostelijk deel van het motorcrossterrein. Dit deel ligt in de gemeente Eersel. In het plan is de geluidscontour rondom het motorcrossterrein verruimd, omdat nu rekening is gehouden met een aantal wedstrijden per jaar. Enkele inwoners van Hapert zijn het niet eens met de verruiming van de geluidscontour en komen daartegen in beroep. (zaaknummers 200806151/1, 200901350/1 en 200903632/1)
Zitting over het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, waarbij aan een inwoner van Den Haag te kennen is gegeven dat bestuursdwang zal worden toegepast als hij zijn woonwagen met trap en bordes niet weghaalt van een perceel aan de Guntersteinweg. Volgens het gemeentebestuur is de woonwagen illegaal omdat deze zonder bouwvergunning is gebouwd. De man is het daar niet mee eens en komt tegen de bestuursdwang in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank in Den Haag verklaarde in juni 2009 een eerder beroep van de man ongegrond. (zaaknummer 200905270/1)
Zitting over het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, waarbij aan een inwoner van Den Haag te kennen is gegeven dat bestuursdwang zal worden toegepast als hij zijn woonwagen met trap en bordes niet weghaalt van een perceel aan de Guntersteinweg. Volgens het gemeentebestuur is de woonwagen illegaal omdat deze zonder bouwvergunning is gebouwd. De man is het daar niet mee eens en komt tegen de bestuursdwang in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank in Den Haag verklaarde in juni 2009 een eerder beroep van de man ongegrond. (zaaknummer 200905368/1)

11.30 uur

(Deze zaken zijn op 20 januari 2010 alsnog ingetrokken) Zitting over de vaststelling door de gemeenteraad van Eemsmond van het bestemmingsplan 'Natuurcompensatie Eemshaven'. In de Eemshaven komen onder meer twee elektriciteitscentrales. Om het verlies aan natuur in de Eemshaven te compenseren, heeft de gemeenteraad de Emmapolder aangewezen als gebied waar natuur moet komen. Het bestemmingsplan maakt de natuurontwikkeling in dat gebied mogelijk. De Emmapolder is nu nog agrarisch gebied. De zitting gaat ook over de vergunning die het college van gedeputeerde staten van Groningen heeft verleend aan Groningen Seaports voor het ontgronden van de Emmapolder. Delen van de Emmapolder zullen worden veranderd in drassig gebied. Noordgastransport B.V. is het niet eens met het bestemmingsplan en de vergunning en is tegen beide in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het bedrijf ligt midden in het toekomstige natuurgebied en vreest dat hij in zijn bedrijfsvoering wordt beperkt. Verder zouden de vogels in de omgeving overlast ondervinden van het geluid dat van zijn bedrijf afkomstig is. In afwachting van de behandeling van het beroep verzoekt hij het plan en de vergunning voorlopig te schorsen. (zaaknummers 200907431/2 en 200908392/2)