Openbaarheidsdecreet geëvalueerd
22/01/2010 14:31
Vlaamse Overheid
De gemeenten, OCMW's, provincies en de Vlaamse overheid geven doorgaans goede basisinformatie over hun diensten en hun beleid. Maar de burger verwacht nog meer volledige en proactieve informatie op maat: wat is nu precies interessant voor hém, in zijn specifieke situatie? Om dat te weten te komen moet hij nog vaak van de ene dienst naar de andere- en moet hij zelf de puzzelstukken in elkaar leggen.
Dat is één van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek van de Vlaamse administratie naar de werking van het openbaarheidsdecreet. De Vlaamse Regering besprak vandaag de resultaten.
De gemeenten, OCMW's, provincies en de Vlaamse overheid geven doorgaans goede basisinformatie over hun diensten en hun beleid. Maar de burger verwacht nog meer volledige en proactieve informatie op maat: wat is nu precies interessant voor hém, in zijn specifieke situatie? Om dat te weten te komen moet hij nog vaak van de ene dienst naar de andere- en moet hij zelf de puzzelstukken in elkaar leggen.
Dat is één van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek van de Vlaamse administratie naar de werking van het openbaarheidsdecreet. De Vlaamse Regering besprak vandaag de resultaten.
Het decreet op de openbaarheid van bestuur van 26 maart 2004 verplicht enerzijds de verschillende bestuursinstanties in Vlaanderen om zelf, actief, hun doelgroepen te informeren over hun beleid, regelgeving en dienstverlening (actieve openbaarheid van bestuur). Dat moet systematisch, correct, evenwichtig, tijdig en op verstaanbare manier gebeuren. Anderzijds regelt het openbaarheidsdecreet ook het recht van elke burger om documenten bij de diverse bestuursinstanties openbaar te laten maken (passieve openbaarheid van bestuur).
De Vlaamse administratie maakte een grondige evaluatie. Zowel de communicatieambtenaren van de verschillende bestuursniveaus als leidinggevenden en gemeentesecretarissen werden bevraagd. Daarnaast werd er een online en telefonische enquête uitgevoerd bij een representatief staal van de Vlaamse bevolking, en werd een focusgroep gehouden met lagergeschoolden.
"De basisprincipes van het openbaarheidsdecreet en de toepassing in de praktijk blijken grotendeels in orde te zijn," zegt minister-president Kris Peeters. "Aan het decreet zelf moet dan ook weinig of niet worden gesleuteld. Ik neem interessante inzichten mee voor het actieve informatie- en communicatiebeleid. Ze zitten al verwerkt in mijn beleidsnota Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid." Ongeveer de helft van de burgers blijkt te weten dat hij het recht heeft om bestuursdocumenten openbaar te laten maken. De aanvraagprocedures lopen behoorlijk goed. Voor de bestuursinstanties is het nu echter niet altijd duidelijk welke aanvragen ze moeten registreren. Daarom zal de Vlaamse overheid een modelregister ter beschikking stellen. Veel bestuursinstanties vragen ook naar advies bij het interpreteren van de uitzonderingsgronden met betrekking tot de passieve openbaarheid van bestuur in concrete gevallen. Als hulpmiddel zal de beroepsinstantie haar uitspraken beter ontsluiten op de website www.vlaanderen.be/openbaarheid .
De bevraging van de verschillende bestuursinstanties, de ervaringen van de beroepsinstantie en een vergelijkende studie met Frankrijk en Nederland wijzen erop dat nagenoeg alle beschermenswaardige informatie door de bestaande uitzonderingsgronden inzake passieve openbaarheid van bestuur voldoende wordt afgeschermd. Ook blijkt het Vlaamse openbaarheidsdecreet op dat vlak perfect aan te sluiten bij het recent goedgekeurde Verdrag binnen de Raad van Europa inzake de toegang tot officiële documenten. Op het vlak van 'actieve openbaarheid' moet de overheid volop verder op de ingeslagen weg van meer geïntegreerde informatie en meer informatie op maat van de individuele burger (of firma, vereniging,...). Bij de Vlaamse overheid biedt het Contactpunt Vlaamse Infolijn al jaren geïntegreerde eerstelijnsinformatie over de diensten van de Vlaamse overheid heen. Vanaf nu ontsluit het Contactpunt haar informatiesysteem geleidelijk aan naar de lokale besturen. Zo zal er ook eerstelijnsinformatie kunnen worden gegeven óver de bestuursniveaus heen, en dat zowel door de Vlaamse overheid als door de andere overheden. De vraag naar meer informatie (en uiteraard ook dienstverlening) op maat bevestigt ook de inspanningen van de overheden om waar nodig databanken met gegevens en informatie aan elkaar te koppelen. Telkens met respect voor de privacy.
Voor bepaalde groepen moet de overheid extra aandacht hebben: lagergeschoolden, jongeren en vrouwen. Onderzoek toont aan dat deze doelgroepen zich passiever opstellen en zich minder aangesproken voelen door overheidscommunicatie.
Ten slotte: ook de basisprincipes van goede overheidscommunicatie blijven aandacht vragen. De verstaanbaarheid van àlle formulieren, brieven en mails. Het tijdig en systematisch communiceren: al van bij het begin van een beleids-, regelgevings- of dienstverleningsproces moet het communicatieaspect mee overdacht worden en systematisch worden opgevolgd.
Het volledige evaluatierapport staat op: www.vlaanderen.be/openbaarheid .
Voor eventuele hyperlinks en bijlagen:
Zie het origineel