Regiezitting in herzieningszaak Ina Post
22 januari 2010 - Ressortsparket Den Bosch
Vandaag heeft voor het gerechtshof van Den Bosch de regiezitting
plaatsgevonden in de strafzaak tegen Ina Post, de bejaardenverzorgster
die in 1987 door het Hof in Den Haag is veroordeeld voor doodslag en
valsheid in geschrift. De Hoge Raad heeft in juni 2009 het
herzieningverzoek in de strafzaak tegen Ina Post gegrond verklaard en
de zaak verwezen naar het Hof in Den Bosch.
Op de zitting van vandaag is de patholoog gehoord, wiens bevindingen
over het tijdstip van overlijden van het slachtoffer grondslag zijn
geweest voor de herziening van deze zaak. Dit is gebeurd omdat de Hoge
Raad als novum had vastgesteld dat er rekening mee diende te worden
gehouden dat het slachtoffer op een eerder tijdstip is overleden dan
destijds door het Hof in Den Haag in 1987 is aangenomen. De patholoog
benadrukte op de zitting dat het tijdstip van overlijden slechts een
indicatie is en dat er een grote onzekerheidsmarge bestaat.
Het OM hecht veel waarde aan een zuiver onderzoek door het Hof. Juist
voor die zuiverheid heeft het OM aan het Hof de vraag voorgelegd of
het rapport van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS)
deel uitmaakt van het strafdossier. Juridisch gezien is dat volgens
het OM niet het geval.
Net als in elke strafzaak gaat het om de waarheidsvinding. Zowel voor
de veroordeelde als voor de nabestaanden is de impact van de zaak
groot. Daarom wil het OM zich niet beperken tot het novum dat door de
Hoge Raad is vastgesteld. Het OM wil ook inzicht krijgen in de wijze
waarop de bekennende verklaringen van mevrouw Post tot stand zijn
gekomen. Mede daarom heeft het OM het Hof verzocht degenen die
destijds betrokken waren bij het horen van mevrouw Post nu als getuige
te horen.
Het OM heeft tijdens de zitting benadrukt dat het Hof niet is gebonden
aan het aangevoerde novum en dat het Hof na een feitelijk onderzoek
geheel zelfstandig een beslissing kan nemen op het aangevoerde novum.
In afwachting van de resultaten van het feitenonderzoek neemt het OM
nog geen standpunt in omtrent de uitkomst van de herzieningszaak
Het Hof heeft de behandeling van de zaak aangehouden tot vrijdag 29
januari 2010 te 14.30 uur. Het Hof maakt dan de beslissingen kenbaar
op de gedane verzoeken tot nader onderzoek.
Voorgeschiedenis
Het strafrechtelijk onderzoek naar de gewelddadige dood van de
89-jarige vrouw uit Leidschendam, is in augustus 1986 gestart. Dit
onderzoek leidde tot een veroordeling van mevrouw Post door de
rechtbank Den Haag op 9 december 1986 en door het gerechtshof Den Haag
op 23 maart 1987. Bejaardenverzorgster mevrouw Post is veroordeeld
voor doodslag op het slachtoffer, die een cliënte van haar was, en
voor valsheid in geschrift. Mevrouw Post heeft de haar opgelegde straf
inmiddels uitgezeten.
Herziening
Een herziening kan bij de Hoge Raad worden aangevraagd als zich nieuwe
feiten en omstandigheden (novum) hebben voorgedaan die niet bekend
waren ten tijde van de behandeling van de zaak. De Hoge Raad stelde in
haar beslissing van 23 juni 2009 als novum vast dat er rekening mee
dient te worden gehouden dat het slachtoffer op een eerder tijdstip is
overleden dan destijds door het Hof in Den Haag in 1987 is aangenomen.
De Hoge Raad verwees de zaak in haar herzieningsbeslissing naar het
Hof in Den Bosch.
Bestanden
* Voordracht in de zaak-Ina Post regiezitting 22 januari 2010 (35.28
Kb) | pdf-icoon pdf-bestand
Zie het origineel
Openbaar Ministerie