Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Weeramateurs helpen KNMI bij onderzoek naar stadsklimaat 22 januari 2010 - In (grote) steden is het meestal warmer dan buiten de stad. Dit temperatuurverschil bedraagt vaak wel enkele graden, en wordt meestal aangeduid als "stadseffect" of "stedelijk warmte-eiland". Het KNMI is een onderzoeksproject gestart naar het stadseffect in Nederlandse steden.
Schematische weergave van het stadseffect (het temperatuurverschil tussen de stad en het buitengebied) (Bron:KNMI) Schematische weergave van het stadseffect (het temperatuurverschil tussen de stad en het buitengebied) (Bron:KNMI) Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van gegevens van weeramateurs. Meer dan 150 weeramateurs, waarvan velen in de stad meten, delen hun temperatuurgegevens met het KNMI, dat met deze gegevens onderzoek doet naar het Nederlands stedelijk warmte-eiland.

Naar aanleiding van de problemen met hitte in de zomers van 2003 en 2006, is in het landelijke onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat (KvK) ruimte gemaakt voor onderzoek naar het stedelijk warmte-eiland. KvK richt zich op onderzoek dat kan bijdragen aan een meer 'klimaatbestendige' inrichting van Nederland. Door onderzoek te doen naar stadseffect, kan onder andere beter worden bepaald in hoeverre in Nederlandse steden in de zomer rekening moeten worden gehouden met extra problemen door hitte. Overigens komt het stadseffect ook in de winter voor.

Het doel van dit onderzoek is een betere schatting te kunnen maken van de sterkte van het stedelijk warmte-eiland in Nederlandse steden. Daarbij wordt aandacht besteed aan de variatie van het stadsklimaat tussen onder andere verschillende weertypes, momenten van de dag en seizoenen. Afhankelijk van de plaatsing van de gebruikte meetpunten van onder andere weeramateurs, kan er wellicht ook iets gezegd worden over de invloed van verschillende typen bebouwing op het stadseffect.

Met de website "Het weer actueel" is een overeenkomst gesloten voor gegevensuitwisseling. Meerdere keren per uur sturen de weeramateurs via deze website hun meetgegevens naar het KNMI. Deelnemende weeramateurs hebben individueel kunnen aangeven of ze aan deze gegevensuitwisseling willen deelnemen. Door deze uitwisseling kan het KNMI beschikken over een uitgebreid, landelijk netwerk van temperatuurmeters, waarvan een belangrijk deel zich bevindt in de stad. Naast deze gegevensbron worden gegevens uit het Gladheidsmeldsysteem (GMS) van Rijkswaterstaat gebruikt. Dit is een netwerk van temperatuurmeters langs Rijkswegen door heel Nederland.

Het KNMI werkt in dit onderzoeksproject samen met Wageningen Universiteit, de Regio Rotterdam en het Waterkader Haaglanden. Voorlopige resultaten en meer informatie over het onderzoek naar het stedelijk warmte-eiland zijn te vinden op de website van het KNMI (zie onder Verder Lezen).

Eerste uitgave: 22-01-10