Commissie Gelijke Behandeling

Aannamebeleid IND wringt met gelijkebehandelingswetgeving

22-01-2010

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) voert een beleid dat erop is gericht om asielzoekers in een veilige en neutrale omgeving te kunnen horen. Hierbij stelt de IND eisen aan hoor- en beslismedewerkers, die soms tot verboden onderscheid leiden. Dat concludeert de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) op basis van aan haar voorgelegde zaken.

In een recente zaak (oordeel 2010-10) werd een sollicitant afgewezen voor de functie van hoor- en beslismedewerker, omdat hij om godsdienstige redenen een baard draagt. Deze baard van ongeveer een centimeter lang, in combinatie met het Arabische uiterlijk van de man, zou voor sommige asielzoekers gevoelens van onveiligheid op kunnen roepen. De IND baseerde zich daarbij op niet-onderzochte veronderstellingen over wat voor een asielzoeker mogelijk intimiderend zou zijn. Hiermee handelt de IND in strijd met de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) die onderscheid op grond van onder meer ras en godsdienstige uitingen verbiedt.

In een eerdere zaak (oordeel 2007-195) handelde de IND eveneens in strijd met de AWGB door een sollicitante vanwege haar hoofddoek af te wijzen voor de functie van hoor- en beslismedewerker. Naar aanleiding van deze zaak werkt de IND momenteel aan een gedragscode voor hoor- en beslismedewerkers, waarin onder meer het zichtbaar dragen van politieke en religieuze uitingen wordt verboden.

In beide aan de CGB voorgelegde zaken wringt het handelen van de IND met de gelijkebehandelingswetgeving. Het dreigt groepen categorisch uit te sluiten voor bepaalde functies louter op basis van uiterlijke kenmerken en subjectieve veronderstellingen over gevoelens van veiligheid bij asielzoekers. Ter zitting heeft de IND aangekondigd dat ook iemands zichtbare afkomst in de toekomst een reden kan zijn om een sollicitant niet als hoormedewerker aan te nemen. De IND noemde daarbij het voorbeeld van een sollicitant van Ethiopische afkomst die zou kunnen worden afgewezen, om zo een veilige hooromgeving voor Somalische asielzoekers te verzekeren. Hierin schuilt het risico van uitsluiting niet alleen op grond van godsdienst, maar ook op grond van andere discriminatiegronden, zoals bijvoorbeeld ras of nationaliteit.

De CGB beveelt de IND daarom aan om de concept gedragscode nader te laten beoordelen op mogelijke strijdigheid met de wet. Ook andere werkgevers kunnen desgewenst hun gedragscodes ter beoordeling voorleggen aan de Commissie. Voorts wordt het recente oordeel bij de minister en staatssecretaris van Justitie onder de aandacht gebracht.

Beide oordelen (2010-10 en 2007-195) zijn op deze website na te lezen.