Financiële resultaten van de Vlaamse vzw-woonzorgcentra voorgesteld

21/01/2010 12:00

Zorgnet Vlaanderen

Driekwart van de Vlaamse vzw-woonzorgvoorzieningen heeft een gezonde financiële structuur. Niettemin beschikken de meesten over onvoldoende cashflow voor een substantiële uitbreiding. Die is nochtans nodig om de vergrijzing op te vangen.

Op 21 januari 2010 presenteren Zorgnet Vlaanderen, PARTEZIS en Dexia Bank de

resultaten van de MARA-studie over de Vlaamse vzw-woonzorgcentra.

De doelstelling van de studie is drievoudig:

- macro-economische informatie leveren over de financiële gezondheid van de

Vlaamse vzw-woonzorgcentra;

- een aantal trends nagaan die belangrijk zijn voor de betaalbaarheid van de

woonzorgcentra;

- een individuele positionering realiseren voor elke voorziening die aan de

sectoranalyse deelneemt zodat ze haar eigen financiële situatie kan benchmarken

ten opzichte van de grotere steekproef.

OPENHEID OVER DE FINANCIELE GEZONDHEID VAN DE VLAAMSE WOONZORGCENTRA

Zorgnet Vlaanderen is de eerste koepelorganisatie in België die met de financiële

resultaten van de MARA-analyse naar buiten komt. MARA staat voor Model for Automatic Resthome Analysis. De analyse loopt over de jaren 2005-2008.

Zorgnet Vlaanderen wenst op basis van deze transparante toelichting over de resultaten

van de MARA-studie bij te dragen tot de verdere ontwikkeling van een toegankelijk, kwalitatief en betaalbaar ouderenzorgbeleid.

Partezis verleent als dienstverlenende organisatie boekhoudkundig en financieel-economisch

advies aan een 150-tal woonzorgcentra. Door een uniform rekeningschema, aangeleverd bij de opstart van de boekhouding, en de adviesverlening van boekhoudkundige adviseurs, staat Partezis garant voor een gelijkgestemde boekingswijze bij de verschillende instellingen. Via de MARA krijgen hun leden een extra beleidsinstrument ter beschikking gesteld. Het biedt hen ook de mogelijkheid de individuele cijfers te benchmarken en gedetailleerd financieel advies te verlenen aan de hand van de toelichting met MARA. De MARA-analyse is gebeurd door de studiedienst van Dexia Bank naar analogie van het MAHA-model, dat Dexia al 16 jaar hanteert voor haar jaarlijkse financiële analyse van de ziekenhuizen.

DE STEEKPROEF

175 Woonzorgcentra (WZC), allen lid van Zorgnet Vlaanderen, namen aan de studie deel. Dit

komt overeen met 54 % van de woongelegenheden in Vlaamse vzw-woonzorgcentra.

DRIEVIERDE VAN DE WOONZORGCENTRA GEZOND

75% van de voorzieningen tonen een financieel gezonde structuur. Zij slagen op drie van de

vier criteria van de gecombineerde test, met name solvabiliteit, resultaat, liquiditeit en continuïteit.

Het gemiddelde resultaat stijgt van 3,3% in 2007 naar 3,6% in 2008. Tweederde van die

stijging is te verklaren op basis van inhaalbedragen RIZIV, met name de afrekening voor de

meerkost van de sociale akkoorden voor het omkaderend personeel voor de periode 2004 - 2007.

DE DAGPRIJS

De gemiddelde dagprijs stijgt van ¤ 41,67 in 2007 naar ¤ 43,68 in 2008. De woonzorgcentra

vinden hun inkomsten voor het eerst meer bij de ziekteverzekering dan bij de bewoner. De dagprijs

wordt voornamelijk beïnvloed door de woonkost (afschrijvingen, energie, onderhoud en huurlasten

- die steeg met 10,22% tussen 2007 en 2008) en de niet-gesubsidieerde loonlast (vooral

omkaderend personeel dat instaat voor kwaliteit van zorg - gemiddeld ¤ 25 per bewoner per dag).

Zorgnet Vlaanderen dringt aan op een systeem dat de kostprijs van een verblijf in een

woonzorgcentrum voor elke bewoner beperkt, zoals in het Vlaams regeerakkoord voorzien.

MOGELIJKHEDEN TEN AANZIEN VAN DE VERGRIJZING

Door een beperkt aantal woonzorgcentra werd in nieuwbouw geïnvesteerd. Nieuwe woonzorgcentra zijn nodig om een antwoord te bieden aan de vergrijzing. Immers, over tien jaar zullen er 65.000 80-plussers bijkomen, de grootte van een middelgrote provinciestad. Samen met de stijging van de gemiddelde leeftijd, in combinatie met een helaas afnemende aanwezigheid van mantelzorg, zal naast de groeiende vraag aan thuiszorg vooral de vraag naar collectieve zorg blijven stijgen.

De meeste bestaande woonzorgcentra beschikken over cashflow voor een kleine uitbreiding,

maar kunnen er geen nieuw huis mee opstarten. Blijvende overheidsinvestering via het Vlaams

Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA), of op een andere

manier is nodig om infrastructuur voor woonzorgcentra te realiseren en bestaande infrastructuur

te verjongen.

Potentiële initiatiefnemers hebben ook nood aan voldoende rechtszekerheid. Naarmate een

voorziening meer niet-gesubsidieerd personeel tewerkstelt, daalt de rentabiliteit. Dat gegeven wijst

duidelijk het belang aan van de overheidsfinanciering van het zorgpersoneel. Het RIZIV zal ook in

de toekomst de personeelskost die onder meer het gevolg is van de sociale akkoorden integraal

dienen te betalen.

CONCLUSIES

75% van de voorzieningen toonden een financieel gezonde structuur. Voor hun

werking hebben de woonzorgcentra voor het eerst meer middelen ontvangen van de

Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (ZIV) dan vanuit de inning van de dagprijzen. De

gemiddelde dagprijs steeg in 2008 van 41,67 euro naar 43,68 euro wat overeenkwam

met een stijging van 4,8 %.

Voor eventuele hyperlinks en bijlagen: Zie het origineel