INLIA


EHRM veroordeelt Belgie 21/01/2010

Belgie is door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens veroordeeld in de zaak van een Tjetsjeense familie. De moeder en haar vier minderjarige kinderen zijn ten onrechte ruim een maand lang opgesloten geweest in een detentiecentrum, in afwachting van hun uitzetting naar Polen. Op grond van de afspraken in het Accoord van Dublin was Polen namelijk verantwoordelijk gesteld voor de afhandeling van het asielverzoek van deze familie.

Het Belgische Platform Kinderen op de Vlucht, dat dit nieuws publiceerde, is verheugd dat het Hof de naleving van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) als verplichte norm heeft gesteld. Het Hof heeft de vele psychologische rapporten over de schadelijke gevolgen van detentie speciaal voor kinderen meegewogen. Maar het Platform betreurt dat het Hof niet heeft uitgesproken dat de detentie van dit gezin beschouwd moet worden als een schending van art 8 EVRM: het recht op gezinsleven.

In Nederland heeft de coalitie Geen Kind in de Cel (waarin Amnesty International, Defence for Children-ECPAT, Stichting INLIA, Kerk in Actie, Stichting Kinderpostzegels Nederland, de Raad van Kerken in Nederland, het Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt, UNICEF Nederland en VluchtelingenWerk Nederland samenwerken) zich jarenlang succesvol ingespannen om het aantal kinderen in vreemdelingenbewaring te verminderen.

Deze coalitie is nog altijd actief, de laatste tijd o.m. voor gezinnen met kinderen en alleenstaande minderjarige asielzoekers die al bij hun aankomst in detentie worden gezet.

Zie www.geenkindindecel.nl voor een uitgebreider standpunt.

De uitspraak van het EHRM is te vinden op
http://cmiskp.echr.coe.int/tkp197/view.asp?item=12&portal=hbkm&action= html&highlight=&sessionid=43420750&skin=hudoc-pr-en