Raad van State
woensdag 20 januari 2010
Zitting over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van Noord-Holland van het uitwerkingsplan 'Duin en Beek
(bestemmingsvlak IV, gemeente Bloemendaal)' van de gemeente
Bloemendaal. In het plan wordt het eerder vastgestelde bestemmingsplan
'Meer en Berg' uitgewerkt. Het uitwerkingsplan maakt het mogelijk op
het terrein van het voormalig provinciaal ziekenhuis op landgoed Meer
en Berg maximaal 25 vrijstaande woningen en een appartementencomplex
met maximaal zes appartementen te bouwen. De Raad van State heeft in
juli 2008 een eerder provinciaal goedkeuringsbesluit van het
uitwerkingsplan vernietigd, omdat het provinciebestuur de
beeldkwaliteitsplannen niet ter inzage had gelegd. Naar aanleiding van
die vernietiging heeft het provinciebestuur de beeldkwaliteitsplannen
alsnog ter inzage gelegd en opnieuw goedkeuring verleend aan het
uitwerkingsplan. De vereniging Behoud Landgoed Meer en Berg en de
stichting Schapenduinen komen tegen de nieuwe goedkeuring van het
uitwerkingsplan in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State. Zij zijn vooral bang dat de flora en fauna in het
gebied worden aangetast. (zaaknummer 200808547/1)
10.15 uur
Openbaarmaking van de uitspraken in hoofdzaken (bodemprocedures) van
de Afdeling bestuursrechtspraak. Ga naar deze pagina voor een selectie
van de meest in het oog springende uitspraken. Of ga naar deze pagina
voor een volledig overzicht van de uitspraken.
10.45 uur
Zitting over de openbaarmaking door de minister van VROM van de namen
en adressen van een oliehandel uit Putten en twee Duitse
verwerkingsbedrijven. De minister had eerder geen bezwaar gemaakt
tegen het voornemen van de oliehandel om afvalstoffen en afgewerkte
koelvloeistof uit te voeren naar Duitsland. De minister heeft dus
toestemming gegeven voor het transport van de afvalstoffen en de
koelvloeistof. Al deze informatie heeft de minister gepubliceerd op de
website www.uitvoeringafvalbeheer.nl. Dit heeft de minister gedaan op
grond van de Wet openbaarheid van bestuur. De oliehandel vindt dat hij
door de publicatie van de namen en adressen op internet onevenredig
wordt benadeeld ten opzichte van (buitenlandse) concurrenten. Die
zouden namelijk de mogelijkheid krijgen om bezwaar te maken tegen de
uitvoer van de afvalstoffen en koelvloeistof. De minister had dus de
publicatie achterwege moeten laten, aldus de oliehandel. De rechtbank
in Zutphen heeft in mei 2009 een eerder beroep van de oliehandel tegen
de openbaarmaking ongegrond verklaard. Naar haar oordeel mocht de
minister de namen en adressen van de oliehandel en de twee Duitse
verwerkingsbedrijven op internet publiceren, omdat het zou gaan om
milieu-informatie. Bovendien was het geen bedrijfsinformatie die de
oliehandel vertrouwelijk aan de minister had medegedeeld. De
oliehandel bestrijdt dat de namen en adressen milieu-informatie zijn,
omdat de namen en adressen nooit het milieu kunnen aantasten. Daarom
komt hij tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer
200904466/1)
11.15 uur
Zitting over de boetes die de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) heeft
opgelegd aan de eigenares van een tuinbouwbedrijf uit Someren. Het
gaat om een boete van EUR 128.000 en een boete van 164.000 die de
minister heeft opgelegd na controles op het bedrijf in 2005 en 2006.
Bij die controles werd een groot aantal vreemdelingen met de Poolse
nationaliteit aangetroffen die volgens de minister zonder
tewerkstellingsvergunning op een aspergeveld van het bedrijf aan het
werk waren. De eigenares van het bedrijf vindt dat de minister de
boetes niet had mogen opleggen, omdat zij wel
tewerkstellingsvergunningen voor de Polen had aangevraagd, maar nog
niet had gekregen. Verder had de minister rekening moeten houden met
haar slechte financiële positie waardoor zij de hoge boetes niet kan
betalen, aldus de vrouw. De rechtbank in Den Bosch heeft in mei 2009
haar beroep tegen de boete van EUR 128.000 ongegrond verklaard. De
rechtbank verlaagde wél de boete van EUR 164.000 tot EUR 155.800 omdat
de rechtbank te lang zou hebben gedaan over de uitspraak. Tegen beide
uitspraken komt de vrouw in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer 200904899/1 en
200904901/1)