INLIA


EHRM verbiedt uitzetting naar Iran 20/01/2010

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft gisteren, 19 januari 2010, geoordeeld dat Turkije artikel 3 van het EVRM schendt als het een tot Christen bekeerde asielzoekster terugstuurt naar Iran. Het Hof concludeert dat er zwaarwegende gronden zijn om aan te nemen dat zij op grond van haar geloofsovertuiging in haar land van herkomst aan een onmenselijke behandeling zou worden onderworpen.

De vrouw was illegaal in Turkije ingereisd en had zich tijdens haar verblijf in Turkije tot het Christendom bekeerd. Ze werd gearresteerd omdat ze met een vals visum zou zijn binnengekomen en werd vervolgens opgesloten in een detentiecentrum. Haar verzoek om als vluchteling te worden erkend werd in december 2008 door het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) gehonoreerd, maar desondanks werd haar verzoek tot opheffing van detentie door de Turkse autoriteiten en een administratieve rechtbank niet ingewilligd.

Naast haar dreigende uitzetting naar Iran had de vrouw ook de onrechtmatigheid van haar detentie en de slechte omstandigheden in het detentiecentrum aan het Europees Hof voorgelegd. Het Hof heeft uitgesproken dat het Turkse rechtssysteem heeft gefaald omdat de rechtbank niet heeft geoordeeld dat er onvoldoende wettige basis was om de vrouw langer in detentie te houden. Het Hof heeft Turkije veroordeeld tot het betalen van

20.000 Euro smartengeld. De omstandigheden in het detentiecentrum (gebrek aan goede voorzieningen zoals voedsel, drinkwater, toiletten etc.) vond het Hof niet dusdanig tekortschieten dat kon worden gesproken van een schending van art 3 EVRM.

Deze uitspraak is mogelijk van groot belang voor alle Iraanse bekeerlingen in Europa die worden bedreigd met uitzetting naar hun land van herkomst.

Lees hier de samenvatting van de uitspraak van het Hof (in het Engels):

http://cmiskp.echr.coe.int/tkp197/view.asp?action=html&documentId=8612 08&portal=hbkm&source=externalbydocnumber&table=F69A27FD8FB86142BF01C1 166DEA398649

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg is opgericht om toe te zien op de naleving van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (1950). Art. 3 van het EVRM bepaalt dat niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.