Ministerie van Financiën

Beantwoording Kamervragen over de mogelijkheid dat het onder de nieuwe AOW-wet mogelijk blijft om op 62 jaar met pensioen te gaan

Kamervragen | 19-01-2010 | Begrotingsbeleid

Antwoorden naar aanleiding van schriftelijke vragen van de leden Ulenbelt en Irrgang (beiden SP) aan de ministers van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de mogelijkheid dat het onder de nieuwe AOW-wet mogelijk blijft om op 62 jaar met pensioen te gaan. (ingezonden 13 januari 2010, nr. 2010Z00535);
1
Is het waar dat volgens het wetsvoorstel tot wijziging van de AOW het mogelijk blijft om bij cao-afspraken te maken dat pensionering op 62 jaar mogelijk blijft, zoals politiek leider Wouter Bos op zijn "BosBlog" beweert? 1) Zo nee, waarom niet? In het blog wordt gesteld dat de mogelijkheid om het gespaarde pensioen, met een korting, naar voren te halen onder de nieuwe wet gewoon blijft bestaan. Dit klopt. Het is en blijft mogelijk voor sociale partners om in de cao afspraken te maken over de ingangsdatum van het pensioen.

2
Zo ja, wat betekent een dergelijk afspraak voor het inkomen bij pensionering onder de nieuwe wet in vergelijking met de huidige situatie?
Dit hangt af van de afspraken die sociale partners hierover maken. Wel zullen zij in de toekomst rekening moeten houden met een aantal veranderingen. De AOW gaat op termijn in vanaf 67 jaar. Dit betekent ook dat men twee jaar langer AOW-premie zal afdragen. Mogelijk zal men bij eerder uittreden voor deze twee effecten willen compenseren. Met het wetsvoorstel wordt ook de fiscale facilitering van het aanvullende pensioen aangepast. Afhankelijk van de mate waarin de huidige pensioenregeling het fiscale kader opvult, zal deze aanpassing al dan niet leiden tot een aanpassing van de aanvullende pensioenregeling. Het is immers zo dat, wil de pensioenregeling in aanmerking kunnen komen voor fiscale facilitering, de regeling binnen de fiscale kaders moet blijven. Indien sociale partners de pensioenregeling neerwaarts aanpassen, zal dit ten opzichte van de huidige situatie betekenen dat het stoppen op dezelfde leeftijd tot een lager pensioen zal leiden. Kort samengevat leiden deze veranderingen tot het volgende. Zou iemand in de toekomst 3 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd willen stoppen met werken, zoals het geval is bij iemand die nu op zijn 62e stopt, dan blijft de korting ongeveer zoals die nu is. Wil iemand in de toekomst echter 5 jaar eerder stoppen en zijn pensioen naar 62 jaar vervroegen, dan zal het totale pensioen voor de meeste mensen naar verwachting een stuk lager uitvallen dan wanneer zij nu op 62 jarige leeftijd zouden stoppen.

3
Zo ja, wat betekent een dergelijk afspraak voor de premies die werkgevers en werknemer moeten opbrengen om pensionering op 62 jaar mogelijk te maken met een zelfde hoogte van het pensioen als op dit moment?
Indien sociale partners afspraken maken dusdanig dat werknemers op dezelfde leeftijd als nu kunnen uittreden, en met dezelfde pensioenhoogte, zullen zij dat uiteraard moeten financieren. Dit betekent dat er hogere pensioenpremies nodig zijn ten opzichte van de huidige situatie indien men hetzelfde ambitieniveau nastreeft. Bij de aanpassing van de regeling zal men wel de veranderingen van het fiscale kader in ogenschouw moeten nemen. Voor mensen met een zwaar beroep heeft het kabinet aanvullende beleidsvoorstellen ontwikkeld, die allereerst erop zijn gericht het gezond doorwerken tot 67 jaar te stimuleren, maar voor de groep waarbij dit niet mogelijk is tegelijkertijd alsnog ruimte te bieden om eerder te stoppen met werken .
4
Hoe hoog is de korting bij het naar voren halen van het pensioen in de huidige situatie en onder de nieuwe wet?

5
Spreekt de politiek leider Bos in zijn Blog de halve waarheid als hij zegt dat de mogelijkheid onder de nieuwe wet tot pensionering op 62 met korting gewoon blijft bestaan als hij daarbij niet vermeldt dat de korting in de nieuwe situatie veel hoger zal zijn dan onder de oude situatie?
Antwoord 4 en 5
De hoogte van de korting is afhankelijk van wat in de pensioenregeling hierover is afgesproken. Om in aanmerking te komen voor fiscaal gefaciliteerde pensioenopbouw stelt de wet wel als voorwaarde dat de korting voor het naar voren halen van het aanvullende pensioen moet plaatsvinden met inachtneming van algemeen aanvaarde actuariële grondslagen. Het kortingspercentage pakt in de praktijk per fonds anders uit en hangt bijvoorbeeld af van de gehanteerde richtleeftijd van de pensioenregeling. Ten slotte kunnen aanvullende afspraken die sociale partners maken een rol spelen (zie ook het antwoord op vraag 2).
6
Wilt u deze vragen beantwoorden vóór de hoorzitting die de Tweede Kamer op 20 januari houdt?
Bij deze.

1) Website PvdA, 11 januari 2010: "BosBlog: pijpfitter Andre" http://nu.pvda.nl/berichten/2010/01/BosBlog+over+pijpfitter+andre+den+hollander.html Bijlage 1 Bosblog
11 januari: pijpfitter Andre
Ik ben vandaag op werkbezoek geweest bij Andre den Hollander. Wie? Andre den Hollander dus. Andre is pijpfitter en stuurde mij een mail naar aanleiding van een krantenbericht over uitspraken van mij over de AOW.
Hij wilde mij wel eens laten zien hoe zwaar dat werk is zodat ik in de AOW-discussie niet te lichtvaardig zou spreken over zware beroepen en het tijdig aanbieden van ander werk aan mensen die zo'n beroep te lang dreigen uit te oefenen. Dus ging ik naar de Botlek, kreeg ik in een bouwkeet veiligheidsschoenen, -helm en -bril aangemeten en nam hij me mee naar het immense pijpendoolhof dat daar in weer en wind aan elkaar wordt gelast. Allemaal handwerk, in (te) warm en (te) koud weer, vaak in moeilijke hoeken en posities, met zwaar materieel. Echt zwaar werk dus. En Andre heeft gelijk dat niet elk bedrijf in staat is ander werk voor de betreffende werknemers te vinden.
In deze bedrijfstak is in de cao dus ook overeengekomen dat werknemers al op hun 62e met pensioen mogen door hun gespaarde pensioen, met een korting, naar voren te halen. Die mogelijkheid blijft onder de nieuwe wet overigens gewoon bestaan. Je hoefde maar even met de mannen rond te lopen om je voor te kunnen voorstellen dat dat bij sommige beroepen gewoon niet anders kan. Terwijl het in andere bedrijfstakken natuurlijk wel mogelijk is mensen tijdig om te scholen of ander werk te geven. Daar is echt nog een wereld te winnen.