Datum 19 januari 2010
samenhang verschillende brieven toekomst curatieve zorg
Introductie
Nederland staat er wat betreft de gezondheidzorg goed voor als we dat vergelijken
met de rest van de wereld. En dat willen we natuurlijk zo houden: goede en voor
iedereen toegankelijke op de patient gerichte gezondheidzorg, nu maar ook in de
toekomst.
De komende tientallen jaren staat ons op het terrein van de gezondheidszorg veel
te wachten. Vanaf 2010 wordt de geboortegolf van na de tweede wereldoorlog 65
jaar. Met de jaren komen meestal ook de gebreken. Het aantal mensen dat
chronische zorg nodig heeft zal vanaf nu snel gaan stijgen. De gemiddelde leeftijd
van mensen neemt toe, er komen ook meer relatief oude mensen en de medische
aanpak zorgt er bovendien voor dat ziektes en aandoeningen waar mensen
vroeger in korte tijd aan dood gingen nu meer en meer behandelbaar zijn, en
daarmee een chronisch karakter krijgen. Dat is bijvoorbeeld zo met kanker of met
hartproblemen. Ondertussen neemt het aantal mensen dat werkt (de
beroepsbevolking) nauwelijks toe. Vanaf 2025 neemt dat aantal zelfs af. Het
aantal pati雗ten en de zorg die ze nodig hebben groeit dus veel sneller dan het
aantal mensen dat in de zorg gaat werken.
Tegelijkertijd zit ons land en de wereld midden in een financi毛le crisis die ook zijn
weerga niet kent. Daarom heeft het kabinet al in 2009 maatregelen moeten
nemen die 2,4 miljard euro besparen. Dat is vooruitlopend op de zogenaamde
heroverwegingsoperatie in 2010, die ervoor moeten zorgen dat we uiteindelijk
ongeveer 20% minder aan gezondheidzorg gaan uitgeven.
Ondertussen wordt er al enkele jaren gewerkt om de manier waarop we de zorg
betalen zo te maken, dat goede prestaties worden beloond. En goede zorg is niet
alleen beter voor de pati毛nt, maar is ook motiverend voor de mensen die in de
zorg werken en kan bovendien extra kosten besparen. Saving Lives and Costs
zoals president Obama dat zei.
Wat er gebeurt op de arbeidsmarkt, de bezuinigingen en de manier waarop we de
zorg betalen hangt nauw met elkaar samen. Het gaat er uiteindelijk om dat we
niet alleen nu maar ook over 15 en over 25 jaar nog steeds voldoende goede zorg
kunnen blijven garanderen. Pagina { PAGE \*
MERGEFORMAT } van {
NUMPAGES \*
Daarom beveel ik u aan drie brieven die u ontvangt of al ontvangen heeft in { bmkDirectie }
samenhang te bezien:
a. de arbeidsmarktbrief 2009 (brief MEVA/ABA-2978507, reeds verzonden 4 Ons kenmerk
januari jl.); CZ/TSZ-2980376
b. de brief over de maatregelen om 2,4 miljard euro te besparen (deze brief
ontvangt u binnenkort);
c. de brief over de bekostiging van ziekenhuizen en medisch specialisten
(brief CZ/TSZ 2973145 d.d. 19 januari 2010)
Kort licht ik die samenhang hieronder toe.
Schaarste aan medewerkers in de zorg...
Anders dan aan het begin van dit millennium is er op dit moment geen sprake van
een grote schaarste aan zorgpersoneel. Rond 2000 was die schaarste er wel,
vooral vanwege de enorme groei die onze economie toen doormaakte. De vraag
naar werknemers was groter dan het aanbod. Omdat de marktsector een stevige
duit in het loonzakje deed, vertrokken veel mensen naar het bedrijfsleven. In de
zorg en in het onderwijs vertaalde zich dat in wachtlijsten en lesuitval, met nadien
een inhaalmanoeuvre in de sfeer van de lonen. Anno 2009 zien we een min of
meer spiegelbeeldig patroon. Vanwege de economische crisis is de zorg een min of
meer veilige haven voor werkzoekenden. Maar eerste tekenen van herstel tekenen
zich af in de economie. Dat is natuurlijk goed, maar de spanning op de
arbeidsmarkt in de zorg zal er weer door toenemen. Verder zien we dat de vraag
naar zorgmedewerkers komende jaren enorm zal toenemen. Het
Zorginnovatieplatform heeft aangegeven dat als we de zorg blijven organiseren
zoals nu, er in 2025 in totaal een tekort dreigt van 450.000 werknemers. Dat is
tegen die tijd ongeveer een kwart van wat in totaal aan mensen nodig is in de
zorg.
Dat heeft nogal wat effecten;
路 Een kwart van de zorg kan niet worden geleverd. We zullen bij wijze van
spreken nog terugverlangen naar periodes waarin overbehandeling een
risico was;
路 De werkdruk van zittend personeel zal loodzwaar zijn, met het immense
risico van een spiraal naar beneden: meer werkdruk, ziekteverzuim,
verloop van personeel etc;
路 De loonkosten zullen naar verwachting enorm toenemen. Schaarste op de
arbeidsmarkt lokt dat uit.
路 De premies zullen daardoor extra toenemen. Extra ten opzichte van de
toch al groeiende zorgvraag en dito aanbod.
Wie niet tijdig de schaarstedynamiek weet te ondervangen, stevent af op een
groot probleem. Een probleem niet alleen van wachtlijsten voor pati毛nten en
afnemend arbeidsplezier voor de professionals, maar ook van hoge extra kosten
die uiteindelijk door alle burgers betaald moeten worden. Er is dringend behoefte
aan verandering. De zorg moet zo georganiseerd worden dat zonder nog verdere
verhoging van de werkdruk en zonder de gevreesde explosieve groei van de
uitgaven toch voldoende goede zorg geboden kan worden ook als de vraag
daarnaar door de vergrijzing sterk stijgt.
Pagina { PAGE \*
MERGEFORMAT } van {
NUMPAGES \*
Crisis en betaalbaarheid van de zorg { bmkDirectie }
In het voorjaar is besloten om vanuit de gezondheidzorg 2,4 miljard euro bij te Ons kenmerk
dragen aan de houdbaarheid van de uitgaven van de overheid. Daarbij ligt het CZ/TSZ-2980376
voor de hand om eerst te kijken of de zorg niet beter kan worden georganiseerd.
Pas in tweede instantie moet worden gekeken of het verzekerd pakket verkleind
moet worden of dat mensen meer zelf moeten betalen. Deze laatste twee soorten
van maatregelen zijn wel belangrijk, maar dragen minder bij aan de kern van het
maatschappelijke vraagstuk: kunnen we in de toekomst ook nog voor iedereen
voldoende kwalitatief goede zorg garanderen. Zou het niet zo kunnen zijn dat als
zorgaanbieders en verzekeraars meer geprikkeld zouden worden om op een
effici毛ntere en meer samenhangende manier zorg te verlenen, dat de kosten dan
omlaag kunnen en de druk op de werkers in de zorg niet verder toeneemt?
Het Centraal Plan Bureau (CPB) heeft in de zomer gemeld dat de voorgestelde
maatregelen in elk geval de kwaliteit van de zorg zouden gaan verbeteren. De
budgettaire effecten kon het CPB moeilijk inschatten. Het kabinet heeft er toen
voor gekozen nadere informatie te verschaffen aan het CPB. Dat ging vooral over
meer risico voor verzekeraars zodat ze scherper onderhandelen met de
zorgaanbieders. Maar ook ging het over meer ruimte voor die aanbieders om
prestaties ook betaald te krijgen (prestatiebekostiging: `boter bij de vis') en meer
vrijheid als het om de prijzen voor die prestaties gaat. Ook ging het over meer
samenhang in de zorg. Het CPB heeft in zijn nadere analyse gemeld dat de
maatregelen ongeveer 500 脿 600 miljoen euro kunnen opleveren. Ik stuur
binnenkort een brief waarin ik verder inga op het advies van het CPB en wat dat
verder betekent voor de afspraken over de houdbaarheid.
Belangrijk is dat het dus wel degelijk mogelijk is om de zorg anders en effici毛nter
te organiseren als verzekeraars en zorgaanbieders daar zelf ook belang bij
hebben. Om het cre毛ren van dat belang gaat het bij de invoering van de
prestatiebekostiging in 2011.
Betere zorg en minder kosten?
Ons doel is en blijft om zorg van hoge kwaliteit te kunnen blijven garanderen.
Goede zorg betekent niet altijd meer zorg. Eerder juist het voorkomen van (extra)
zorg. Onnodige ziekenhuisopname, onnodig dotteren, onnodig terug moeten
komen op de polikliniek of zelfs opgenomen worden omdat de behandeling niet
helemaal goed is gegaan kost veel geld waar de pati毛nt niets mee op schiet.
Toch worden in de praktijk soms onnodig kosten gemaakt die bovendien niet in
het belang van de pati毛nt zijn en ook niet in het belang van ons allemaal als
premiebetalers. Als je de oorzaken daarvan wegneemt ontstaat betere zorg tegen
lagere kosten.
Voorbeelden van dergelijke oorzaken zijn:
路 Onveilige zorg; dit leidt tot extra behandelingen of nieuwe opname in het
ziekenhuis en mogelijk tot medische schade. Daarom stoppen we veel
energie in pati毛ntveiligheid;
路 Onnodige verrichtingen en contacten; de prestatiebeschrijvingen in de
zorg zijn in de regel omschreven als verrichtingen en contacten (consulten
bij huisartsen en fysiotherapeuten bijvoorbeeld, receptregelvergoedingen Pagina { PAGE \*
MERGEFORMAT } van {
NUMPAGES \*
bij apothekers voor het ter beschikking stellen van een doosje { bmkDirectie }
medicijnen). De prestaties zijn niet vraaggeori毛nteerd, maar
aanbodgeori毛nteerd en zorgen er niet voor dat kwaliteit wordt beloond, Ons kenmerk
maar kwantiteit. Daarom zal voor alle zorg moeten gelden dat de kwaliteit CZ/TSZ-2980376
van de geleverde zorg wordt betaald.
路 Onvoldoende inzicht in de kwaliteit van de zorg; Daardoor kunnen
verzekeraars en pati毛nten niet selecteren op grond van uitkomsten.
Daarom besteden we veel aandacht aan het vergelijkbaar maken van de
prestaties in de zorg;
路 Gebrekkige samenhang in de zorg leidt tot gefragmenteerde zorg;
Complicaties en daardoor onnodige ziekenhuisopnames en dubbel werk
kunnen het gevolg zijn. Daarom introduceren we ketenzorg in de eerste
lijn en brengen we met nieuwe producten in de ziekenhuiszorg (DOT) in
plaats van de 30.000 DBC's meer samenhang aan. Voor eenzelfde
behandeling wordt daarmee ook hetzelfde betaald;
路 Risico van overbehandeling. Op tal van terreinen is sprake van een
enorme praktijkvariatie in de zorg. In de ene regio is de kans op
bijvoorbeeld het knippen van amandelen of het behandelen van lage
rugpijn een stuk groter dan in een andere regio. Als er relatief veel
kinderen in een regio wonen is het te begrijpen, maar anders is het toch
de vraag wat de toegevoegde waarde is. Daarom hebben de
staatssecretaris en ik een Regieraad opgericht die ondermeer die
praktijkvariatie in beeld brengt en zonodig richtlijnen en de naleving
daarvan bevordert. Ook wordt zoveel mogelijk aangegeven in de
richtlijnen wat een doelmatige behandeling is en wat een pati毛nt minimaal
mag verwachten van een zorgverlener;
路 Medisch specialisten worden per dbc volgens daarin verankerde
normtijden (maal een uurtarief) betaald. Een dergelijke manier van
betalen heeft het risico in zich dat het vooral aantrekkelijk is om veel
behandelingen uit te voeren. Het betekent ook dat verzekeraars en
ziekenhuisbesturen nauwelijks invloed op de hoeveelheid zorg kunnen
uitoefenen. Daarom gaan we medisch specialisten anders betalen, zodat
ze meer onderdeel gaan uitmaken van de afwegingen die het ziekenhuis
moet maken. Ook wordt onderzoek uitgevoerd naar wat het zou
betekenen als medisch specialisten net als in de Academische
Ziekenhuizen in loondienst zouden werken. In maart weten we daarover
meer;
路 De risicoverevening is nog onvolkomen. Zorgverzekeraars worden voor
een deel van hun verliezen gecompenseerd. Dat dempt de prikkel om
scherp in te kopen. Bovendien vindt die compensatie alleen voor
ziekenhuiszorg plaats en niet voor huisartsenzorg. Daarom is de prikkel
om zorg naar de goedkopere eerste lijn te verplaatsen te gering of qua
werking zelfs averechts. Daarom gaan we verzekeraars in versneld tempo
meer risico laten dragen zodat ze meer uitgedaagd worden om scherp in
te kopen;
路 Kostprijzen zijn nog niet inzichtelijk. Ziekenhuizen krijgen nu een groot
deel van de zorg die zij leveren bekostigd via een vooraf bepaald budget.
Deze budgetsystematiek leidt ertoe dat prestaties niet worden beloond. De
werkelijke kostprijzen blijven schimmig. Ziekenhuizen kennen hun
kostprijzen niet en dat maakt sturing door henzelf en door verzekeraars
een lastige zaak. Kostenbeheersing is daardoor moeizaam zeker nu het
om 30.000 dbc聨s gaat. Door te werken met vooraf bepaalde budgetten Pagina { PAGE \*
MERGEFORMAT } van {
NUMPAGES \*
worden ziekenhuizen onderling ook onvoldoende uitgedaagd hun { bmkDirectie }
productiviteit te verbeteren, terwijl dat nu juist gelet op de
arbeidsmarktproblematiek zo belangrijk is. Daarom wil het kabinet naar Ons kenmerk
prestatiebekostiging en meer ruimte om te onderhandelen over de prijzen CZ/TSZ-2980376
van zorg.
Boter bij de vis
Het kabinet wil per 2011 prestatiebekostiging invoeren en de ruimte om over de
prijs te onderhandelen vergroten. Daar zijn tot nu toe goede ervaringen mee
opgedaan zo blijkt uit evaluaties van de NZa. Ziekenhuizen krijgen dan per
`product' betaald. Zo'n product bestaat dan bijvoorbeeld uit een operatie door de
chirurg, het werk van de anesthesioloog die voor de narcose zorgt, een paar
dagen verpleging in het ziekenhuis en alles wat er verder bij komt kijken. Nu zijn
er 30.000 van die producten. De zogenaamde DBC's. Soms bestaan er voor
dezelfde behandeling meerdere DBC's, afhankelijk van welke specialist de
behandeling doet. Zo kan een hernia door een neurochirurg of door een orthopeed
behandeld worden. Of een ooglidcorrectie door een oogarts, een chirurg of door
een plastisch chirurg. Allemaal met verschillende prijzen. Dat wordt nu
vereenvoudigd. Ongeacht welke specialist het doet, er hoort bij een bepaalde
aandoening of ziekte een bepaalde behandeling. De `zorgproducten' worden
daardoor duidelijker en krijgen daardoor meer samenhang. Het wordt ook een
stuk moeilijker om een product te kiezen dat dezelfde behandeling inhoudt maar
wel duurder is. Het aantal van die producten neemt daardoor ook af van 30.000
nu naar circa 3000 straks. Veel overzichtelijker dus. Een deel van de producten
krijgt een door de NZa gemaximeerde prijs. Een ander deel is geheel vrij
onderhandelbaar. Voor 1 april zal het kabinet beslissen of over ongeveer 50% van
alle zorgproducten vrij onderhandeld kan worden.
Wel is er een overgangsregeling nodig.
De overgang van de DBC-structuur naar DOT zal gepaard gaan met een aantal
onzekerheden voor de ziekenhuizen. Want betaald krijgen voor wat je presteert
(boter bij de vis) biedt niet alleen kansen, maar heeft ook risico's. Als je niet goed
presteert krijg je minder dan je gewend was. Daar moet je je als ziekenhuis
natuurlijk wel op in kunnen stellen. De NZa heeft daarvoor een voorstel gedaan en
dat wordt in grote lijnen gevolgd (het werken met een zogenaamd
garantiepercentage). Hoe lang die overgangsregeling moet duren wordt door de
NZa in overleg met de ziekenhuizen en verzekeraars afgesproken. Ik ga er nu
vanuit dat die regeling in ieder geval een jaar zal duren. Later in het jaar kijken
we of dat langer moet zijn.
Vraag die bij prestatiebekostiging opkomt, is welke instrumenten de overheid
heeft als de omzetten van alle ziekenhuizen tesamen toch meer gaan kosten dan
wat in de begroting is afgesproken.
De overheid kan dan de ziekenhuizen een algemene korting opleggen, dat wil
zeggen dat iedere instelling eenzelfde procentuele korting krijgt. Dat wordt in de
wet (de WMG) vastgelegd. Omzetverschuivingen tussen instellingen blijven dan
wel intact. Zou dit laatste niet gebeuren, dan zou in feite de omzet van een
ziekenhuis helemaal worden vastgezet. Anders dan ook het CPB verwacht zou dan
elke uitdaging om beter te presteren weer worden weggehaald bij de Pagina { PAGE \*
MERGEFORMAT } van {
NUMPAGES \*
ziekenhuizen en dat willen we nu juist niet. Overigens zullen we op eenzelfde { bmkDirectie }
manier omgaan met de kosten van medisch specialisten als die hoger blijken te
zijn dan we in de begroting hebben afgesproken. Ons kenmerk
CZ/TSZ-2980376
Resumerend
We willen de kwalitatief hoogstaande gezondheidzorg in ons land ook voor de
toekomst handhaven. Dat kan, als we nu tijdig een aantal bakens verzetten.
Alle techniek die daarmee gepaard gaat dient uiteindelijk maar een doel: de
verzorgingsstaat ook op het gebied van de zorg in stand houden. Want hoeveel
geld we ook pompen in de zorg; als er geen mensen aan het bed zijn, zullen de
wachtlijsten dramatisch oplopen. En vanwege de dynamiek die dan op de
arbeidsmarkt ontstaat ook de kosten! De zorg wordt zonder een
arbeidsproductiviteitsslag niet alleen onmogelijk te leveren, maar ook niet meer te
betalen.
De ziekenhuissector zal de komende jaren de omslag gaan maken naar
prestatiebekostiging op basis van nieuwe en betere zorgproducten. Waarover voor
een groter deel vrije afspraken tussen het ziekenhuis en de verzekeraar kunnen
worden gemaakt.
Dat is ook hard nodig, want de positie van de zorg op de arbeidsmarkt zal de
komende vijftien jaar niet beter worden. We zullen alle zeilen bij moeten zetten
om de zorgvraag bij te kunnen houden. Juist dan is het nodig volumestijging in de
hand te houden, zeker waar het gaat om zorg die wellicht niet nodig is of
voorkomen had kunnen worden. Over- en onderbehandeling en niet pers茅
noodzakelijke zorg kan de gezondheid schaden, drijft onnodig kosten op en leidt
niet tot de beste verdeling van de schaarse zorgarbeid.
Verandering van de manier waarop we de ziekenhuizen betalen is een belangrijke
stap in de goede richting. Maar het is ook belangrijk wat we betalen. Op dit vlak
zullen nog verdere ontwikkelingen nodig zijn.
Als we blijven betalen voor aantallen behandelingen of consulten of het doorgeven
van doosjes medicijnen (volume), dan lopen we het risico dat er ook veel
behandelingen, consulten en uitgiftes van doosjes medicijnen gedaan worden. Als
we gaan betalen voor het resultaat van de zorg (kwaliteit) 颅 weer zo snel
mogelijk beter worden, of zo weinig mogelijk hinder ondervinden van een
(chronische) ziekte of een aandoening- dan zullen we ook betere resultaten
krijgen. Goede resultaten kunnen alleen worden bereikt door samenhangende
zorg te bieden die is opgezet vanuit wat de pati毛nt nodig heeft, niet minder, maar
ook niet meer.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Pagina { PAGE \*
MERGEFORMAT } van {
NUMPAGES \*
---- --