Ministerie van Defensie
Van Middelkoop bezoekt troepen in Bosnië-Herzegovina
20 januari 2010, 19.43 uur
Van Middelkoop ontmoet de militairen in Bosnië-Herzegovina: een mix
van marechaussee, marine, landmacht en luchtmacht. Foto: Evert-Jan
Daniels Minister Eimert van Middelkoop heeft vandaag een bezoek
gebracht aan de Nederlandse militairen in Bosnië-Herzegovina. Ook
sprak hij met mevrouw Marina Pendes, de plaatsvervanger van zijn
Bosnische ambtgenoot, en generaal-majoor Bernhard Bair, commandant van
de Europese Unie-missie Althea.
Van Middelkoop maakt kennis met de werk- en woonomgeving van de
Nederlandse militairen. Foto: Evert-Jan Daniels
"Nederland levert een belangrijke bijdrage aan deze missie en de
stabiliteit van het land; ik vind het belangrijk ook hier persoonlijk
poolshoogte te blijven nemen", gaf de minister aan. "De Nederlandse
militairen zijn goed in dit werk en dat blijkt. De bevolking heeft
veel waardering en ook de commandant van de missie sprak lovende
woorden over onze militairen."
In Travnik ontmoette Van Middelkoop de militairen van het Liaison
Observation Team (LOT). Na een korte briefing sprak hij uitgebreid en
in een informele sfeer met de militairen, die hem vervolgens de stad
waarin zij werken leerden kennen. In Sarajevo werd de minister op Camp
Butmir ontvangen door de commandant van de EUFOR-missie,
generaal-majoor Bair, die hem bijpraatte over de laatste
ontwikkelingen in de missie. In maart moet een beslissing volgen over
de toekomst van Althea. Van Middelkoop: "Ik heb veel informatie
verzameld die zeker meegewogen wordt in de beslissing."
Van Middelkoop en Pendes lopen langs de erewacht. Foto: Evert-Jan
Daniels
Op het Bosnische ministerie van Defensie werd Van Middelkoop ontvangen
door een erewacht. Hij is de eerste Nederlandse minister die, sinds
aanvang van de EUFOR-missie in 2004, een Bosnische ambtgenoot een
bezoek bracht.
EUFOR Althea
Per helikopter doet de Defensieminister de verschillende lokaties aan
waar Nederlandse militairen werken. Foto: Evert-Jan Daniels
Aan de EU-missie Althea nemen namens Nederland rond de 80 militairen
deel. De missie richt zich op een veilige leefomgeving in
Bosnië-Herzegovina. De Nederlandse militairen zijn verdeeld over 4
LOT-huizen (Drvar, Mrkonjic Grad, Livno en Travnik), de Integrated
Police Unit en de hoofdkwartieren in Banja Luka en Sarajevo. De
LOT-teams wonen en werken tussen de lokale bevolking. Met hun
aanwezigheid moeten ze inzicht krijgen in sociale, politieke,
economische, militaire en veiligheidszaken. Ze fungeren als
tussenpersoon tussen EUFOR en de internationale organisaties.