Datum 18 januari 2010
Kamervragen van het Kamerlid Sap (GroenLinks) over zorgverzekerings-
problemen van buitenlandse partners (ingezonden 17 november 2009)
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u mede namens de Minister van Justitie de antwoorden op de vragen
van het Kamerlid Sap (GroenLinks) over zorgverzekeringsproblemen van
buitenlandse partners (ingezonden 17 november 2009).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Sap over zorgverzekerings-
problemen van buitenlandse partners.
(ingezonden 17 november 2009)
1
Kent u het dossier van de uit Venezuela afkomstige heer A.F.?1 Zo ja, is het waar
dat hij zich niet kon verzekeren omdat hij al gezondheidsklachten had voordat hij
in het bezit gesteld werd van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv)?
Het genoemde dossier van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is mij
bekend. Dit dossier bevat echter geen informatie waaruit naar voren komt dat de
heer A.F. al gezondheidsklachten had voordat hij in het bezit werd gesteld van een
mvv en dat hij zich daarom niet tegen ziektekosten heeft kunnen verzekeren.
Verplicht een zorgverzekering te sluiten is iedereen die van rechtswege verzekerd
is op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)2.
Over het algemeen geldt voor vreemdelingen met een machtiging tot voorlopig
verblijf (mvv) dat de Vreemdelingenwet 2000 het in beginsel weliswaar toestaat
om vreemdelingen die rechtmatig verblijven aanspraak te laten maken op
voorzieningen3, maar dit kan alleen indien bij of krachtens enig wettelijk
voorschrift aanspraken voor deze vreemdelingen zijn neergelegd. Als gevolg van
de invoering van het koppelingsbeginsel4 is ervoor gekozen om van de groep
vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijven in afwachting van de
beslissing op de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning, uitsluitend
die vreemdelingen te verzekeren voor de volksverzekeringen, die gedurende de
periode tot aan de definitieve vergunningverlening in overeenstemming met de
`Wet arbeid vreemdelingen' arbeid in dienstbetrekking verrichten uit hoofde
waarvan zij aan de loonbelasting zijn onderworpen.
De overige vreemdelingen die in afwachting zijn van de beslissing op hun
aanvraag voor een verblijfsvergunning en die verzuimd hebben in het eigen land
een ziektekostenverzekering met buitenlanddekking of een reisverzekering af te
sluiten zijn uitgesloten van de sociale ziektekostenverzekeringen (dus
uitgezonderd van de zorgverzekering) en zijn nog aangewezen op een particuliere
ziektekostenverzekering. In de regel stuit dit niet op problemen. Alleen bij
bestaande aandoeningen kunnen betrokkenen worden geconfronteerd met
uitsluitingen of kan hen de verzekering worden geweigerd. De overheid mag op
grond van de Europese schaderichtlijnen geen voorwaarden stellen ter zake van
acceptatie, premie en pakket aan de particuliere ziektekostenverzekeraars. Door
uitsluitingen of weigering voor acceptatie kan een probleem ontstaan wanneer er
lange tijd mee gemoeid is voordat betrokkenen de gevraagde verblijfsvergunning
krijgen en, in het verlengde hiervan, verzekerd worden ingevolge de Nederlandse
sociale verzekeringen en verzekeringsplichtig voor de Zorgverzekeringswet.
Het uitsluiten van bepaalde bestaande aandoeningen of weigeren tot het afsluiten
van een particuliere ziektekostenverzekering kan echter niet leiden tot
onaanvaardbare gezondheidsrisico's. Medisch noodzakelijke zorg moet altijd
1 IND-nummer 0905-06-1268, V-nummer 273.493.0736 / NLD 8091 9902
2 Uitgezonderd van deze verzekeringsplicht zijn militairen in werkelijke dienst en
gemoedsbezwaarden.
3 Artikel 11, tweede lid, aanhef en onderdeel b, juncto artikel 8, onder f, van de
Vreemdelingenwet 2000
4 Wet van 26 maart 1998 tot wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten
teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen,
voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan het rechtmatig
verblijf van de vreemdelingen in Nederland (Stb. 1998, 203).
verleend worden. Wel doet zich dan de vraag voor hoe de ziektekosten betaald
moeten worden. Bij uitsluiting of weigeren voor acceptatie en dus gebreke van
een ziektekostenverzekering blijven de kosten ten laste van betrokkene.
In een enkel geval kan dit voor vreemdelingen, die in afwachting zijn van de
beslissing op hun aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als zij
geconfronteerd worden met (onverwachte) ziektekosten, tot een vervelende
situatie leiden. Het is de bedoeling de periode dat vreemdelingen in afwachting
zijn van een verblijfsvergunning zo kort mogelijk te houden. Zie hiervoor verder
mijn antwoord op vraag 2.
Als vreemdelingen die een aanvraag hebben ingediend voor een verblijfs-
vergunning voor bepaalde tijd, de kosten van verleende medisch noodzakelijke
zorg niet kunnen betalen, blijven zorgaanbieders met de onbetaalde rekeningen
zitten. Slechts in die gevallen waarin ondanks inspanningen van de zorgaanbieder
kostenverhaal op de patiënt, zijn eventuele particuliere verzekeraar, of op een
andere voorziening niet mogelijk blijkt, kan de zorgaanbieder, onder voorwaarden,
een beroep doen op de wettelijke bijdragemogelijkheid voor zorgaanbieders die
medisch noodzakelijke zorg verlenen aan bepaalde groepen vreemdelingen.5
Overigens is uit het IND-dossier van de heer A.F. naar voren gekomen dat de
periode van verblijf in Nederland in afwachting van de beslissing op de aanvraag
om verlening van een verblijfsvergunning, kort is geweest. De heer A.F. is blijkens
dit dossier op 3 oktober 2009 het Schengengebied ingereisd. Op 15 oktober 2009
is bedoelde aanvraag ingewilligd en is de verblijfsvergunning met ingang van
7 oktober 2009 (datum aanvraag) verleend.
2
Herinnert u zich uw brief over zorgverzekeringsproblemen van migranten?6
Deelt u de mening dat het een zekere vorm van rechtsongelijkheid zou kunnen
opleveren indien vastgehouden wordt aan de gedachte dat migranten zich hetzij in
het buitenland, hetzij tegen hogere premiekosten in Nederland zouden moeten
verzekeren? Zouden de voorwaarden waaronder deze migranten zich voor
medische zorg moeten kunnen verzekeren niet gewoon vergelijkbaar moeten zijn
met de voorwaarden die aan andere burgers worden gesteld?
Ik deel de in deze vraag vermelde mening niet. De situatie van deze migranten is
naar mijn mening niet vergelijkbaar met de situatie van ingezetenen van
Nederland.
Migranten moeten aan twee voorwaarden voldoen om AWBZ-verzekerd en dus
zorgverzekeringsplichtig te zijn. Zij moeten een verblijfsvergunning hebben én
hier ingezetene zijn of hier werken. Verzekering voor de AWBZ (en de overige
volksverzekeringen) komt voor vreemdelingen tot stand met ingang van de datum
van afgifte van de beschikking waarmee de verblijfsvergunning wordt toegekend.
Zolang nog onvoldoende zekerheid bestaat over het verlenen van een
verblijfsvergunning kan nog niet worden gesproken over ingezetene zijn van
Nederland. Voor het vaststellen of vreemdelingen verzekerd zijn voor de AWBZ is
5 Wet van 30 oktober 2008, houdende wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met
de verstrekking van bijdragen aan zorgaanbieders die inkomsten derven ten gevolge van het
verlenen van medisch noodzakelijke zorg aan bepaalde groepen vreemdelingen en van de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten met het oog op verzekering van bepaalde groepen
minderjarige vreemdelingen (Stb. 2009, 526).
6 Kamerstuk 30 573, nr. 29
aangesloten bij het vaststellen voor de verzekering van de overige
volksverzekeringen door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Beoordeling van
verzekering voor de volksverzekeringen vindt plaats aan de hand van feitelijke
omstandigheden in het concrete geval waarin enerzijds de juridische (rechtmatig
verblijf), economische (voorzien in levensonderhoud) en sociale bindingen (onder
ander familiebanden, woonruimte) met Nederland een rol spelen en anderzijds, de
bindingen met het land van herkomst. De beleidsregel7 voor verzekering
volksverzekeringen van de Svb komt erop neer dat er pas sprake is van een
juridische binding indien voldoende zekerheid van de zijde van de Staatssecretaris
van Justitie is verschaft dat de desbetreffende vreemdeling in Nederland zal
mogen blijven. Verder is in die beleidsregel opgenomen dat geen rekening wordt
gehouden met het eventueel met terugwerkende kracht verlenen van een
verblijfsvergunning. In uitspraken heeft de Centrale Raad van Beroep aangegeven
dat rechtmatig te achten aangezien een verlening met terugwerkende kracht de
onzekerheid over een verder in Nederland mogen verblijven tot het moment van
het besluit tot verlening van de verblijfsvergunning, onverlet laat.
Zoals in de in deze vraag genoemde brief over zorgverzekeringsproblemen van
migranten is aangegeven wordt er binnen het modern migratiebeleid overigens
zoveel mogelijk aan gedaan om de periode waarin de vreemdeling in afwachting is
van zijn verblijfsvergunning, zo kort mogelijk te laten zijn. In het wetsvoorstel
modern migratiebeleid, dat inmiddels ter behandeling bij uw Kamer ligt,8 is
opgenomen dat de houder van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf onder
de in het wetsvoorstel omschreven voorwaarden binnen twee weken nadat deze
zich in Nederland heeft aangemeld, ambtshalve in het bezit wordt gesteld van een
verblijfsvergunning. Het is de bedoeling dat de verblijfsvergunning als regel zal
worden verleend op het moment waarop de houder van de geldige mvv zich
binnen drie dagen na inreis heeft aangemeld bij de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND).
3
Deelt u de mening dat migranten die in het bezit gesteld zijn van een mvv en die
al in het herkomstland met gezondheidsproblemen kampten zich onder normale
voorwaarden in Nederland moeten kunnen verzekeren? Zo ja, welke maatregelen
bent u van plan te nemen?
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 2.
7 De beleidsregels van de Svb zijn gebaseerd op jurisprudentie (dat wil zeggen de
rechtsopvatting van de rechterlijke macht, zoals die blijkt uit genomen beslissingen).
8 Kamerstukken II 2008/09, 32052, nrs. 1 t/m 3.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport