ABVAKABO FNV: te vroeg om te juichen over indiensttreding alfahulpen
19/01/2010 17:19
ABVAKABO FNV
Door een wetswijziging op de WMO zijn duizenden alfahulpen per 1 januari 2010 weer in loondienst genomen door de aanbieders van thuiszorg. Dat maakte staatssecretaris Bussemaker gisteren bekend. ABVAKABO FNV is blij dat de fout in de wet is hersteld, maar vindt het te vroeg om te juichen. Het aantal alfahulpen dat in loondienst treedt is te laag en de alfahulpen gaan er fors op achteruit in salaris.
Brancheorganisatie BTN schat dat er in de loop van dit jaar zo'n 10.000 alfahulpen over een regulier arbeidscontract beschikken. Dat is nog veel te weinig op een totaal van 80.000 alfahulpen die op dit moment als zelfstandige werken. "Zorginstellingen blijven aarzelen om ze in loondienst te nemen", verklaart Wim van de Hoorn, bestuurder ABVAKABO FNV. "De tarieven van de gemeenten blijven te laag om huishoudelijke verzorging via een normaal loondienstverband mogelijk te maken. Zelfs met het lagere salaris dat de voormalig alfahulpen in loondienst ontvangen."
Alfahulpen die in loondienst treden gaan er namelijk 20 procent op achteruit in hun salaris. Hun werkzaamheden worden in de cao VVT (Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg) ingeschaald in een schaal met een lager loon.
Daarnaast stimuleren gemeenten cliënten nog steeds om te kiezen voor de alfahulpconstructie en zetten hiermee aan op ontduiking van de cao. De alfahulpen mogen dan niet meer via zorginstellingen worden ingezet, maar wel rechtstreeks door de gemeente. Op deze manier houden de gemeenten geld over aan de WMO-budgetten. Deze financiële vergoeding voor de alfahulpen is namelijk eenderde lager dan de vergoeding die zij aan een zorginstelling kwijt zijn. Dit verschil gaat rechtstreeks ten koste van de arbeidsvoorwaarden van de zorgwerker: geen cao, geen scholing en geen pensioenopbouw. De gemeenten moeten wat ABVAKABO FNV betreft cliënten stimuleren zorg in natura via de zorginstelling af te nemen.
ABVAKABO FNV