Q-koorts. Betrouwbaarheid onderzoeksresultaten
Den Haag, 19 januari 2010 - De voorzieningenrechter van het College
van Beroep voor het bedrijfsleven heeft gisteren het verzoek om een
voorlopige voorziening van een geitenhouder afgewezen.
Dit bedrijf wilde met het verzoek voorkomen dat de drachtige en
mannelijke geiten op het bedrijf worden gedood. De bemonstering, de
verzegeling tijdens verzending en het laboratoriumonderzoek van de
melkmonsters zijn volgens de advocaat onzorgvuldig uitgevoerd. Zo
wordt de monsterlepel onvoldoende ontsmet, heeft geen verzegeling van
het monster plaatsgevonden en is ook in het laboratorium onzorgvuldig
onderzoek verricht. Daardoor bestaat er een wezenlijk risico op
kruisbesmetting en zijn de onderzoeksresultaten onbetrouwbaar.
De voorzieningenrechter volgt dit betoog niet. De procedure en de
werkwijze die door medewerkers van Gezondheidsdienst voor Dieren, de
VWA en het laboratorium moeten worden gevolgd, zijn neergelegd in
instructies. Dat deze instructies hier niet zijn nageleefd, is niet
aannemelijk gemaakt. Ter zitting is gebleken dat de monsterlepel in
een zuur worden gelegd dat sterk genoeg is om het dna van de bacterie
te vernietigen. Verder wil het feit dat verzoeker niet heeft gezien
dat het monster verzegeld is, niet zeggen dat het niet gebeurd is. Die
verzegeling kan immers ook in de bedrijfsauto plaatsvinden en zich
zodoende aan het zicht van verzoeker onttrekken. Dat ook in het
laboratorium onzorgvuldig is gewerkt, is door verweerder gemotiveerd
weersproken op zitting. De resultaten het tankmelkonderzoek zijn dus
voldoende betrouwbaar.
LJ Nummer
BK9822
Zie het origineel
Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum actualiteit: 19 januari 2010 Naar boven
Gerechtelijke organisatie