Datum 19 januari 2010 2009Z25297/2009Z25184/20
09Z25476
Onderwerp kamervragen
-
Geachte voorzitter,
Naar aanleiding van de verstoringen op het spoor als gevolg van het winterweer
zijn hierover door een aantal leden vragen aan mij gesteld. In deze brief
beantwoord ik de vraag van de leden Koopmans, Mastwijk en Eski (allen CDA)
met kenmerk 2009Z25184, de vragen van lid Van Gent (Groenlinks) met kenmerk
2009Z25297 en de vragen van lid de Mos (PVV) met kenmerk 2009Z25476. De
vragen van lid Roemer over verkeerschaos door sneeuwval met kenmerk
2009Z25090, die deels betrekking hebben op het spoor, zijn in een separate brief
beantwoord met kenmerk VenW/DGMo-2009/12379.
Uiteraard betreur ik het feit dat voor treinreizigers ernstige overlast is ontstaan
als gevolg van de sneeuwval. Ik heb per brief van 22 december 2009 zowel NS
als ProRail gevraagd een grondige evaluatie uit te voeren van de ontregelingen als
gevolg van het winterse weer, en mij daarover uiterlijk eind januari 2010 te
rapporteren. Ik heb gevraagd daarbij onder andere in te gaan op de genomen
maatregelen ter voorbereiding op het winterse weer, de maatregelen gedurende
de verstoringen, de bijsturingsmaatregelen en de maatregelen om de reiziger te
informeren. Verder heb ik gevraagd in de rapportage in te gaan op de oorzaken
en gevolgen van de ontstane situatie, de te trekken lessen en de wijze waarop de
overlast in de toekomst kan worden voorkomen. De evaluatie wordt door ProRail
en NS gezamenlijk uitgevoerd. Een deel van de gestelde vragen zal ik derhalve
beantwoorden op basis van de uitkomsten van die evaluatie.
In antwoord op de vraag van de leden Koopmans, Mastwijk en Eski (allen CDA)
met kenmerk 2009Z25184 ingezonden 22 december 2009 bericht ik u, mede
namens de Staatssecretaris, als volgt.
1. Is het mogelijk ervan uitgaande dat u kennis heeft genomen van de sneeuwval
en de daaropvolgende dagenlange uitval van treinen, om voor half februari 2010
met een investeringsplan te komen waardoor Nederland volgend jaar minder last
heeft van treinuitval?
1. Ik zal terugkomen op deze vraag op basis van de uitkomsten van de evaluatie
door NS en ProRail.
a
agina 1 van 6
P
Ons kenmerk
In antwoord op de vragen van het lid Van Gent (Groenlinks) met kenmerk VenW/DGMo-2010/151
2009Z25297 ingezonden 24 december 2009 bericht ik u, mede namens de
minister van Economische Zaken als volgt.
1. Heeft u kennis kunnen nemen van wat er met ProRail en NS tijdens de
uitzending van Nova op 22 december is besproken? Wat is uw beoordeling van de
opmerkingen dat "de politiek" boter op haar hoofd heeft en de ontstane
problemen veroorzaakt zijn door achterblijven van investeringen?
1. Ja. Er is duidelijk gebleken dat materieel en infrastructuur kwetsbaar zijn voor
deze weersomstandigheden. Zoals ik heb gemeld evalueren ProRail en NS op mijn
verzoek de gebeurtenissen van 17 december en de daarop volgende dagen. Eind
januari 2010 ontvang ik een rapportage van deze evaluatie. Op basis hiervan zal
verder worden bezien welke verbetermaatregelen noodzakelijk zijn.
NS heeft mij laten weten dat zij, om de reizigers in deze omstandigheden beter
van dienst te zijn, per direct ruim 10 miljoen investeert om enkele treintypen
beter winterbestendig te maken. Daarnaast neemt NS nog enkele maatregelen
die een langere doorlooptijd hebben en nog tientallen miljoenen extra zullen
kosten zoals aanpassingen van de tractiesystemen. Om een goed totaalbeeld te
krijgen vind ik het van belang om deze maatregelen te bezien in samenhang met
de uitkomsten van de evaluatie. Zie verder ook mijn antwoorden op vraag 2 en
vraag 7.
2. Kunt u inzichtelijk maken hoe de 2 miljard euro, die ProRail jaarlijks ontvangt,
worden besteed en of ProRail eerder heeft aangegeven dat haar budget
ontoereikend is voor de noodzakelijke investeringen?
2. De bedragen die ProRail jaarlijks ontvangt zijn opgenomen in de begroting van
het Infrastructuurfonds. In het MIRT-projectenboek is een onderverdeling
opgenomen. Op bladzijden 328 en 329 zijn de aanlegtabellen opgenomen voor
personenvervoer respectievelijk goederenvervoer. Op bladzijde 330 is de
onderhoudstabel opgenomen. Hierin is het bedrag dat ProRail jaarlijks ontvangt
voor beheer en onderhoud uitgesplitst. De onderhoudsmaatregelen die
samenhangen met het winterweer zoals de wisselverwarming zijn onderdeel van
de posten klein onderhoud, groot onderhoud en vervanging. De in dit kader
relevante calamiteitenorganisatie is onderdeel van de kostensoort
apparaatskosten. ProRail heeft nimmer aangegeven dat het budget niet
toereikend zou zijn voor noodzakelijke maatregelen met het oog op het extreme
winterweer.
3. Beschikken ProRail en NS over een winterplan dan wel over een plan van
aanpak voor extreme weersomstandigheden? Zo nee, waarom niet?
3. De spoorsector werkt nauw samen zowel in de voorbereiding van scenarios in
geval van calamiteiten waaronder slecht weer scenarios als ook in de operatie.
De spoorsector beschikt over een crisis- en calamiteitenorganisatie. Deze handelt
bij diverse incidenten conform vooraf beschreven scenarios en checklists. In dat
kader beschikken de afzonderlijke partijen NS en ProRail over plannen ter
voorbereiding op onder andere winterweer.
ProRail beschikt over een plan voor extreme weersomstandigheden, met daarin
risicos en te nemen beheersmaatregelen zowel in de voorbereiding als op het
agina 2 van 6
P
moment van de daadwerkelijke verslechterende weersomstandigheden.
Ons kenmerk
Voorbeelden zijn het monitoren van de weersomstandigheden, het inzetten van VenW/DGMo-2010/151
extra storingsploegen, het terugschalen naar gebruik van beperkte delen van de
infrastructuur, etc. Ook NS beschikt over een winterplan en een plan van aanpak
voor extreme weersomstandigheden. Elk jaar bereidt NS zich voor op de winter
om verwachte onregelmatigheden in de treindienst zo goed mogelijk op te
vangen. Samen met ProRail wordt een aantal essentiële zaken met betrekking tot
de voorbereiding op winterweer gecontroleerd. Ook voor het materieel heeft NS
standaard wintermaatregelen klaarliggen, zoals het langer voorverwarmen van
het materieel. Daarnaast heeft NS standaard een nooddienstregeling klaarliggen
om een uitgedunde dienstregeling als gevolg van beperkingen te kunnen rijden.
De effectiviteit van deze plannen en de mogelijke verbetermaatregelen zijn
onderdeel van de evaluatie die ProRail en NS nu uitvoeren.
4. Kunt u inzichtelijk maken of en welke voorzorgsmaatregelen ProRail en NS
hebben getroffen toen bekend werd dat er winterweer te verwachten was? Zo
nee, waarom niet?
4. Deze vraag wordt geadresseerd in de evaluatie. Ik zal derhalve terugkomen op
deze vraag op basis van de uitkomsten hiervan. Zie verder ook het antwoord op
vraag 3.
5. Kunt u aangeven waar volgens u de knelpunten zitten, wie voor de oplossing
hiervan verantwoordelijk is en welke actie u hierop heeft ondernomen? Wanneer
heeft u zich persoonlijk met ProRail en de NS in verbinding gesteld over de
verstoorde dienstregeling?
5. Deze vraag wordt geadresseerd in de evaluatie, die ik op 22 december van
ProRail en NS heb gevraagd. Ik zal derhalve terugkomen op deze vraag op basis
van de uitkomsten hiervan.
6. Bent u bereid zo spoedig mogelijk met ProRail en de NS te bezien hoe alle
wissels met spoed elektrisch verwarmd kunnen worden? Zo nee, waarom niet?
6. Ook op deze vraag zal ik terugkomen op basis van de uitkomsten van de
evaluatie door NS en ProRail.
7. Kunt u het achterstallig onderhoud aan het spoor inzichtelijk maken? Zo nee,
waarom niet?
7. ProRail heeft aangegeven dat van achterstanden op het spoor geen sprake is.
Zie daarvoor mijn brief van 9 april 2009 (29984, nr 176) naar aanleiding van de
onderbesteding bij ProRail en de vitaliteit van de spoorsector.
8. Kunt u aangeven of er een verband bestaat tussen de chaos op het spoor en de
onderbesteding bij ProRail?
8. In mijn brief van 25 november 2009 (29984, nr 207) heb ik u geïnformeerd
over de uitkomsten van de audit naar de financiële reeksen bij ProRail. Daaruit is
naar voren gekomen dat de onderbesteding op het reguliere onderhoud
(functiehandhaving) vrijwel geheel gevolg is van efficiency. Ik zie daarom geen
relatie tussen de onderbesteding en de verstoringen op het spoor.
agina 3 van 6
P
9. Kunt u aangeven op welke wijze de problematiek rondom de complexiteit en
Ons kenmerk
belasting van het Nederlandse spoorsysteem kan worden aangepakt? Is VenW/DGMo-2010/151
verbreding of verdubbeling van het spoor bijvoorbeeld een oplossing?
9. Ik zal terugkomen op deze vraag op basis van de uitkomsten van de evaluatie
door NS en ProRail.
10. Kunt u inzichtelijk maken of er tijdens deze kabinetsperiode
verhoudingsgewijs een evenredig bedrag in het openbaar vervoer is geïnvesteerd
ten opzichte van de investeringen in het wegennet? Zo nee, waarom niet?
10. Tijdens de begrotingsbehandeling heb ik in antwoord op een vraag van de
heer Vendrik gemeld dat in de periode 2008-2011 voor wegen 11,5 miljard
beschikbaar is en voor openbaar vervoer 10,9 miljard. Deze bedragen zijn nog
exclusief een decentraal budget (voor zowel wegen als OV) van 9,2 miljard
waarvan 8 miljard via de BDU.
11. Kunt u inzichtelijk maken welke maatschappelijke kosten de chaos door het
winterse weer op zowel het spoor als de weg de afgelopen dagen met zich mee
heeft gebracht? Zo nee, waarom niet?
11. De maatschappelijke kosten van de gevolgen van de slechte
weersomstandigheden op spoor en weg kunnen nader uitgesplitst worden in
directe en indirecte kosten. De directe kosten betreffen vooral de reistijdverliezen
voor reizigers en goederen. Ook de meerkosten voor de netwerkbeheerders en
vervoersaanbieders (RWS, Prorail, NS, regionaal OV, etc.): inzet van extra
mankracht, reparatiekosten, enzovoorts, en de kosten van verkeersongevallen
horen in deze categorie thuis. Naast deze directe effecten is het aannemelijk dat
de verkeersproblemen ook indirecte effecten voor bedrijfsleven en de rest van de
maatschappij hebben veroorzaakt. Hierbij kan gedacht worden aan problemen
met bedrijfsvoering door afwezigheid of te laat komen van personeel of
grondstoffen. Dit effect zit deels al verwerkt in de berekening van reistijd- en
betrouwbaarheidsverliezen.
Voor spoor is op deze korte termijn alleen een eerste indicatieve berekening van
reistijdverliezen per dag van verstoring mogelijk. Deze wordt momenteel
uitgevoerd. De inschatting is dat het reistijdverlies voor de eerste ,,probleemdag
(17 december 2009) hoger zal liggen dan de daaropvolgende dagen, mede omdat
toen een negatief reisadvies was afgegeven.
Voor wegen is een eerste schatting mogelijk voor reistijd- en betrouwbaarheids-
verliezen voor de gebruikers van het hoofdwegennet op basis van cijfers over de
filezwaarte in december 2009. Op 17 december bedroeg de filezwaarte 123.027
kilometerminuten, dit is ruim het dubbele van het gemiddelde op de voorgaande
werkdagen in december. De bijbehorende extra kosten ten opzichte van de
,,normale filekosten zijn voor 17 december naar schatting 8 miljoen. De extra
kosten op de tweede ,,topsneeuwdag, 21 december, waren beduidend lager (circa
de helft van 17 december). Naar verwachting was dit het gevolg van de
kerstvakantie en de weerwaarschuwingen.
Voor zowel spoor als wegen geldt dat de bedrijfseconomische meerkosten van de
exploitanten van het spoor- en wegennetwerk, de ongevalskosten en indirecte
agina 4 van 6
P
effecten (voor zover niet reeds meegenomen in de reistijdverliezen), niet bij
Ons kenmerk
bovengenoemde schattingen zijn inbegrepen. VenW/DGMo-2010/151
12. Deelt u de mening dat werkgevers actief kunnen bijdragen aan een soepeler
verloop van chaotische situaties door bijvoorbeeld bij ,,extreme
weersomstandigheden sneller de mogelijkheid tot thuiswerken aan te bieden? Is
hierover overleg geweest met (vertegenwoordigers van) werkgevers? Zo nee,
waarom niet?
12. Net zoals reeds veelal gebeurt bij ingrijpende wegwerkzaamheden kunnen ook
bij extreme weersomstandigheden problemen worden verminderd indien
werknemers meer thuis werken. Met werkgevers wordt over het stimuleren van
telewerken onder andere overleg gevoerd in het kader van de genoemde
wegwerkzaamheden en in de Taskforce Mobiliteitsmanagement en de
bijbehorende regionale convenanten. Ook de Stichting van de Arbeid heeft in
oktober 2009 een advies gepubliceerd genaamd: Aanbeveling Mobiliteit en
telewerken. Dat advies is gericht aan werkgevers en werknemers op decentraal
niveau. Gezien het bovenstaande acht ik het momenteel niet zinvol aanvullend
overleg te starten dat louter gericht is op extreme weersomstandigheden. Het is
in het eigen belang van werkgevers en weknemers om hierover onderling goede
afspraken te maken.
In antwoord op de vragen van het lid De Mos (PVV) met kenmerk 2009Z25476
ingezonden 31 december 2009 bericht ik u als volgt.
1. Bent u bekend met het bericht ,,Treinverkeer weer van slag?1
1. Ja.
2. Wilt u erop toezien dat de NS afziet van haar slagzin 'Waar zouden we zijn
zonder de trein', daar de NS bij ieder herfstblad en ieder vlokje sneeuw de
treinreiziger in de kou laat staan? Zo nee, waarom niet?
2. Nee. Zoals bekend is NS een zelfstandig bedrijf dat zelf besluit over de
bedrijfsvoering, waaronder marketing, reclame, slogans en slagzinnen. Noch de
wet, noch de vervoerconcessie geeft mij de bevoegdheid om hierop toe te zien.
3. Wilt u erop toezien dat de NS haar klanten de komende tijd compenseert bij
vertragingen als gevolg van winterweer? Zo nee, waarom niet?
3. Het tweede lid van artikel 17 van de vervoerconcessie luidt: "De algemene
voorwaarden die NS hanteert in de vervoerovereenkomst met de reiziger
bevatten ten minste een redelijke compensatieregeling voor vertraging."
Op grond van dit voorschrift heeft NS al jaren een compensatieregeling bij
vertragingen ("Geld terug bij vertraging"). In de regeling is opgenomen dat deze
regeling niet geldt in het geval van overmacht zoals "uitzonderlijke
weeromstandigheden".
1 De Telegraaf, 31 december 2009.
agina 5 van 6
P
In de toelichting op artikel 17 van de vervoerconcessie staat onder andere: "De
Ons kenmerk
vervoervoorwaarden zijn voor de reizigers van groot belang. (...) De VenW/DGMo-2010/151
vervoervoorwaarden worden voor advies voorgelegd aan de consumenten-
organisaties. In het tweede lid van dit artikel is voor NS de verplichting
opgenomen om in haar vervoervoorwaarden een voor de reiziger redelijke
compensatieregeling op te nemen. Een compensatieregeling is een financiële
prikkel voor NS om de punctualiteit te verbeteren. In het Overgangscontract II
was ook een compensatieregeling voor vertraging opgenomen. Deze wordt
beschouwd als een voorbeeld van een redelijke compensatieregeling als bedoeld
in het tweede lid. Mede gelet op het feit dat de reiziger niet kan kiezen voor een
andere aanbieder van openbaar vervoer per trein dient een compensatieregeling
voor reizigers in de vervoervoorwaarden van NS gehandhaafd te blijven. Op de
compensatieregeling is op grond van artikel 33 van het Besluit personenvervoer
2000 het adviesrecht van consumentenorganisaties van toepassing. Het belang
van een compensatieregeling voor de reizigers wordt daarmee nogmaals
benadrukt. Vanwege al deze waarborgen worden er in deze concessie geen
nadere eisen gesteld, behalve dan dat de compensatieregeling die NS opneemt in
haar vervoervoorwaarden voor de reiziger redelijk dient te zijn."
De huidige compensatieregeling voldoet aan de voorschriften uit de
vervoerconcessie. Ik heb dus niet de bevoegdheid om erop toe te zien dat NS
haar klanten de komende tijd compenseert bij vertragingen als gevolg van
winterweer. Als NS van oordeel is dat op basis van de regeling in dit geval
compensatie niet aan de orde is en reizigers zijn het daarmee niet eens, dan kan
dit geschil via de geëigende weg beslecht worden.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 6 van 6
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat