Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over corrupt openbaar bestuur op
Bonaire
13 januari 2010
2010Z00236
Vragen van het lid Van Gent (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties over berichten over corrupt openbaar bestuur op
Bonaire. (Ingezonden 8 januari 2010)
1
Kent u het bericht 1) dat uit geheime documenten blijkt dat de steun van gedeputeerde
Anthony Nicolaas voor de val van het UPB-bestuurscollege door ADB-voorman Jopie
Abraham 'gekocht' zou zijn? Zo ja, zijn deze berichten waar? 2) 3)
Ja ik heb kennis genomen van het bericht in het Antilliaans Dagblad van 7 januari.
Ik heb op 8 januari een brief aan de gouverneur van de Nederlandse Antillen gestuurd
met daarin het verzoek om aan te geven of de berichtgeving in het Antilliaans dagblad
juist is en zo ja, welke maatregelen het Land, gelet op de zorgplicht ten aanzien van
deugdelijkheid van bestuur conform artikel 43, eerste lid, neemt om behoorlijk
bestuur op Bonaire te waarborgen.
2
Kunt u, indien deze berichten kloppen, aangeven welke gevolgen deze actie hebben
gehad voor het verloop van de onderhandelingen over wijziging van de staatkundige
verhoudingen? Zijn er eerder signalen hierover binnengekomen bij de
Rijksvertegenwoordiger of bij andere Nederlandse overheidsfunctionarissen?
Ik beschik op dit moment niet over informatie waaruit kan worden opgemaakt of deze
berichten kloppen.
Rond de bestuurswisseling ging het gerucht dat Nicolaas betaald zou zijn om het
bestuurscollege te laten vallen. Harde informatie op grond waarvan overwogen zou
kunnen worden een onderzoek in te stellen ontbrak echter.
3
Wordt op dit moment onderzocht of er hierdoor mogelijk strafbare feiten zijn begaan?
Zo ja, wie voert dit strafrechtelijk onderzoek uit en wie neemt uiteindelijk de
beslissing om al dan niet strafvervolging in te stellen?
De Gouverneur heeft inmiddels contact opgenomen met de Procureur Generaal met
het verzoek de nodige aandacht aan deze zaak te besteden.
Strafrechtelijke vervolging is een autonome aangelegenheid van de Nederlandse
Antillen en derhalve ligt de beslissing om al dan niet strafvervolging in te stellen bij
het Openbaar Ministerie van de Nederlandse Antillen.
4
Deelt u de mening dat, indien deze geruchten op waarheid berusten, dit een
bestuurlijke cultuur is waaraan zo snel mogelijk een einde gemaakt moet worden?
Welke initiatieven zijn inmiddels ontplooid om uw voornemen tot het versterken van
de bestuurlijke integriteit uit te voeren?
Zoals ik onder 2 heb aangegeven wil ik eerst duidelijkheid over de juistheid van de
berichtgeving. Als de berichten juist blijken te zijn ben ik van mening dat dit soort
praktijken niet acceptabel zijn binnen het Koninkrijk.
Nederland ondersteunt Bonaire op diverse manieren bij de versterking van het
bestuur. Met name op het terrein van financieel beheer is er de afgelopen jaren veel
werk verzet, wat onder andere resulteert in meer transparantie in de inkomsten en
uitgaven. Ook de inzet van het College financieel toezicht draagt hieraan bij.
Daarnaast is het kabinet van de gezaghebber versterkt, waardoor er meer toezicht is
op de besluiten die het eilandsbestuur neemt. Deze maatregelen verkleinen het risico
dat ambtenaren of bestuurders niet integer of corruptief handelen.
5
Bent u bereid om in navolging van het Arubaanse corruptieonderzoek ook voor de
BES-eilanden onafhankelijk wetenschappelijk gevalideerd onderzoek te laten
uitvoeren naar mogelijke corruptiezaken in de afgelopen jaren en aanbevelingen te
vragen voor het voorkomen van toekomstige corruptiegevallen?
Het lijkt me zinvol eerst de reactie van de Gouverneur op mijn brief en de lopende
onderzoeken van het Openbaar Ministerie naar andere corruptiepraktijken op Bonaire
af te wachten, alvorens mogelijke acties te inventariseren.
6
Bent u bereid deze vragen vóór het wetgevingsoverleg op vrijdag 15 januari 2010
over enkele wetsvoorstellen in het kader van de staatkundige verhoudingen te
beantwoorden?
Ja
1) Antilliaans Dagblad, 7 januari 2010: "Prijskaartje aan BC"
2) UPB: Union Patriotiko Boneriano
3) ADB: Aliansa Demokratiko Boneriano
2010Z00272
Vragen van de leden Leerdam en Heerts (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over vermeende strafbare feiten bij de val
van het bestuurscollege op Bonaire. (Ingezonden 11 januari 2010)
1
Kent u de berichten "Prijskaartje aan BC" en "Morgen heb je een nieuwe coalitie"? 1)
Ja ik heb kennis genomen van de berichten in het Antilliaans Dagblad van 7 januari.
2
Kunt u de inhoud van deze berichtgeving bevestigen?
Ik heb op 8 januari een brief aan de gouverneur van de Nederlandse Antillen gestuurd
met daarin het verzoek om aan te geven of de berichtgeving in het Antilliaans dagblad
juist is en zo ja, welke maatregelen het Land, gelet op de zorgplicht ten aanzien van
deugdelijkheid van bestuur conform artikel 43, eerste lid, neemt om behoorlijk
bestuur op Bonaire te waarborgen. Inmiddels heeft de Gouverneur contact opgenomen
met de Procureur Generaal met het verzoek de nodige aandacht aan deze zaak te
besteden.
3
Zo ja, deelt u de mening dat de genoemde garanties met betrekking tot "financiële
steun" en "dekking van alle kosten" er op zouden kunnen duiden dat niet alleen
politieke motieven een rol hebben gespeeld bij de val van het bestuurscollege op
Bonaire in 2009? Zo ja, zouden de genoemde garanties kunnen duiden op strafbare of
anderszins onoorbare feiten? Zo nee, hoe duidt u de genoemde garanties dan wel?
Zie vraag 2
4
Deelt u de mening dat dergelijke praktijken in een democratische rechtsstaat totaal
onacceptabel zijn? Op welke wijze gaat u proberen te voorkomen dat dergelijke
praktijken zich op Bonaire voor blijven doen?
Zoals ik onder 2 heb aangegeven wil ik eerst duidelijkheid over de juistheid van de
berichtgeving. Als de berichten juist blijken te zijn ben ik van mening dat dit soort
praktijken niet acceptabel zijn binnen het Koninkrijk.
Het is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Antillen om de
deugdelijkheid van bestuur te waarborgen. Nederland ondersteunt Bonaire op diverse
manieren bij de versterking van het bestuur. Met name op het terrein van financieel
beheer is er de afgelopen jaren veel werk verzet, wat onder andere resulteert in meer
transparantie in de inkomsten en uitgaven. Ook de inzet van het College financieel
toezicht draagt hieraan bij. Daarnaast is het kabinet van de gezaghebber versterkt,
waardoor de gezaghebber zijn rol in het kader van bestuurlijk toezicht beter kan
uitoefenen.. Deze maatregelen verkleinen het risico dat ambtenaren of bestuurders
niet integer of corruptief handelen.
5
Deelt u de mening dat zij die zich op de Nederlandse Antillen en Aruba schuldig
maken aan strafbare feiten niet geschikt zijn voor een politieke functie? Op welke
wijze gaat u zich ervoor inzetten om te garanderen dat zij die zich schuldig maken aan
dergelijke praktijken daarvoor vervolgd worden?
Een verdenking of veroordeling voor een strafbaar feit als zodanig heeft geen invloed
op het lidmaatschap van de eilandsraad. De Eilandenregeling Nederlandse Antillen
somt, net als in het Nederlandse systeem, limitatief op in welke gevallen het
lidmaatschap van een eilandsraadlid eindigt en daartoe behoort niet al dan niet
vermeend strafbaar handelen. Wel kan bij overtreding van bepaalde delicten de
strafrechter uitsluiting van het kiesrecht als bijkomende straf opleggen. Als daarvan
sprake is, zal het lidmaatschap van de eilandsraad wel worden beëindigd.
Zie vraag 2.
6
In welke mate is er volgens u op Bonaire sprake van structurele problemen wat betreft
de integriteit van het bestuur en de politieke transparantie?
Zie vraag 2
7
Biedt dit incident voor u reden om in navolging van het onderzoek naar de staat van
het bestuur op Aruba een onderzoek in te stellen naar de staat van het bestuur op
Bonaire? Zo nee, waarom niet?
Het lijkt me zinvol eerst de reactie van de Gouverneur op mijn brief en de lopende
onderzoeken van het Openbaar Ministerie naar andere corruptiepraktijken op Bonaire
af te wachten, alvorens mogelijke acties te inventariseren.
1) Antilliaans Dagblad, 6 januari 2010
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Van Gent
(GroenLinks), ingezonden 8 januari 2010 (vraagnummer 2010Z00236)