UMC Utrecht
Regionale traumazorg vermindert sterfte
In de regio Utrecht hebben patiënten sinds de invoering van regionale
traumazorg zestien procent minder kans om te overlijden als ze na een
ongeluk het ziekenhuis binnengebracht worden. Dat blijkt uit onderzoek
van het UMC Utrecht. De resultaten staan al online en worden
gepubliceerd in het tijdschrift Annals of Surgery van februari.
Onderzoekers van het UMC Utrecht analyseerden bijna zeventigduizend
traumagevallen in twee perioden. Ze vergeleken de kans op overlijden
van traumapatiënten in de regio Utrecht vóór de invoering van
regionale traumazorg, tussen 1996 en 1998, met de overlijdenskans na
invoering van het nieuwe systeem, tussen 2003 en 2005.
Na landelijke invoering van de regionale traumazorg blijkt een
Utrechtse traumapatiënt minder kans te hebben om te overlijden in het
ziekenhuis. In de periode 1996-1998 overleden 870 patiënten (2,6
procent van het totaal), in de periode 2003-2005 waren dat 810
patiënten (2,3 procent). Gecorrigeerd voor ernst van de verwondingen
betekent het een sterftevermindering van 16 procent. Het betekent
waarschijnlijk dat in heel Nederland traumaslachtoffers minder vaak
overlijden in het ziekenhuis, maar de onderzoekers van het UMC Utrecht
hebben alleen traumapatiënten in de regio Utrecht geanalyseerd.
Nederland heeft elf regionale traumacentra. Deze zijn vaak
ondergebracht in een universitair medisch centrum. Het UMC Utrecht
huisvest het traumacentrum voor de regio Utrecht. Traumacentra hebben
speciale voorzieningen zoals high level intensive care. Daarnaast zijn
ze 24 uur per dag, 7 dagen per week bemand en zijn specialisten op het
gebied van traumachirurgie en bijvoorbeeld neurochirurgie aanwezig.
Binnen een regio worden traumapatiënten verdeeld over gewone
ziekenhuizen of het traumacentrum. Vóór de invoering van het regionale
systeem bestonden geen afspraken over de verdeling van patiënten.
In het regionale systeem is een belangrijke rol weggelegd voor het
ambulancepersoneel. Zij beslissen op basis van nieuwe richtlijnen naar
welk ziekenhuis een gewonde patiënt gaat. Zwaar gewonde patiënten gaan
naar een traumacentrum (een zogenaamd level 1 ziekenhuis), minder
ernstige gevallen gaan naar een level 2 of level 3 ziekenhuis. Een
patiënt komt dus niet automatisch in het dichtstbijzijnde ziekenhuis
terecht, maar in het ziekenhuis dat het best past bij de verwondingen
en de toestand van de patiënt. Slechts vijf tot tien procent van de
traumapatiënten hoeft naar een traumacentrum te worden gebracht. De
meeste traumapatiënten zijn het slachtoffer van verkeersongelukken of
van ongevallen in en om het huis.
Het is voor het eerst dat een Europees land op deze manier de
effectiviteit van regionale traumazorg heeft aangetoond. In de
Verenigde Staten bestaat dit systeem al langer. Traumachirurg prof.
dr. Loek Leenen van het UMC Utrecht leidde het onderzoek.
Voor meer informatie, bel 088 75 588 50 of mail info@umcutrecht.nl.
dinsdag 19 januari 2010