Wageningen Universiteit en Researchcentrum

Automatisch melken: goed vakmanschap voorop voor goede uiergezondheid
19 jan 2010

Hoe melkveehouders ook automatisch melken, een goede uiergezondheid wordt voor een groot deel bepaald door goed vakmanschap van de veehouder. Zo moet de hygiëne van de koe leidend zijn bij te nemen managementmaatregelen, bijvoorbeeld het reinigen van de ligboxen. Ook moet men voldoende tijd besteden aan de gegevens uit het automatisch melksysteem (AMS) en aan de dagelijkse verzorging van de koeien. Het gaat om maatwerk per bedrijf. Er is dan ook geen volledige blauwdruk te geven voor bedrijven die automatisch melken. Dat blijkt uit onderzoek verricht door Wageningen UR Livestock Research en de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Het project is onderdeel van het UGCN Meerjarenplan Uiergezondheid en financieel mogelijk gemaakt door het Productschap Zuivel.

In een epidemiologische studie zijn de risicofactoren onderzocht voor uiergezondheid op 150 bedrijven die melken met een automatisch systeem. De melktechniek in het AMS moet goed zijn afgesteld zodat spenen geen ringen of puntbloedinkjes vertonen na het melken. Sprayen van de spenen na het melken, waarmee meer dan 30% van de speen wordt geraakt (gerekend vanaf de onderzijde) is belangrijk voor een goede uiergezondheid.

Gunstige factoren
Als de koeien zelf voldoende naar de AMS komen, resulteert dat in een betere uiergezondheid op het bedrijf. Het gebruik van een wachtruimte kan daarbij gunstig zijn. De koeien moeten goed uit de voeten kunnen in de stal en niet kreupel zijn. Bedrijven die voor het omschakelen naar een AMS een goede uiergezondheid hebben, doen het beter met het AMS-systeem. Tevens hebben bedrijven met een hoge melkgift per koe en minder koeien een betere uiergezondheid.

Preventieve maatregelen
Bovendien hebben bedrijven die preventieve maatregelen nemen om de algemene gezondheid van het melkvee te verbeteren â zoals vrij zijn van ParaTBC en meedoen aan de GD-programmaâs voor IBR-vrij-certificering en het BVD-virusvrij programma â een hogere uiergezondheidstatus.

Voeding
Tot slot kwam naar voren dat ook voeding een rol speelt in de uiergezondheid. Vooral het voeren van de resten van de melkkoeien aan de droge koeien lijkt een negatief effect te hebben. Maar ook het sterk de nadruk leggen op veel structuur in het voer voor de melkgevende dieren, een hoger percentage stro en/of hooi in het rantsoen en het later maaien voor meer structuur in de kuil, blijken gerelateerd aan een slechtere uiergezondheid.

Downloaden rapport
Rapport 257 âAutomatisch melken: risicofactoren voor de uiergezondheidâ van Francesca Neijenhuis et al. kunt u hier gratis downloaden.

Contact
Francesca Neijenhuis
Tel. 0320 - 293 435

(c) 2010 Wageningen UR.