Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2009Z21932/2009D61751
Datum 15 januari 2010
Betreft Aanbieding rapport "Het leerlingenvervoer van gehandicapte
kinderen; graag maatwerk onderweg"
Bij brief van 4 december 2009 heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap om mijn reactie gevraagd op het rapport van de Nationale
ombudsman met als titel "Het leerlingenvervoer van gehandicapte kinderen;
graag maatwerk onderweg".
Het rapport van de Nationale ombudsman is gebaseerd op een onderzoek naar de
problemen die een gehandicapt kind ondervond bij het vervoer naar een speciale
school. De problemen die in deze concrete situatie werden ondervonden, bleken
te staan voor die van vele gehandicapte kinderen en hun ouders in Nederland.
Het rapport geeft een grondige analyse van de problematiek in het
leerlingenvervoer.
Op basis van deze analyse formuleert de Nationale ombudsman verbeterpunten
voor gemeenten, die op basis van de wet op het primair onderwijs en de wet op
de expertisecentra verantwoordelijk zijn voor het leerlingenvervoer.
Zoals de Nationale ombudsman in het rapport aangeeft, is het onderzoek in
nauwe samenspraak met het ministerie van OCW uitgevoerd. Daarbij is tewerk
gegaan volgens de methodiek van de zogenaamde casusadoptie, die in het kader
van het programma vernieuwing Rijksdienst is ontwikkeld. De Kamer is over de
voortgang van dit programma laatstelijk geïnformeerd met de 4e
voortgangsrapportage Programma Vernieuwing Rijksdienst.
Op 18 november 2009 heeft de Nationale ombudsman het rapport aangeboden
aan de VNG. Het ministerie was bij deze aanbieding aanwezig. De VNG heeft
hierbij aangegeven dat het rapport bruikbare aanbevelingen geeft om tot
verbetering van het leerlingenvervoer te komen. Afgesproken is dat VNG en het
ministerie zullen overleggen over de implementatie van de aanbevelingen. Dit
overleg is intussen gestart. Ik ga ervan uit dat het onderzoek en de daarop
gebaseerde aanbevelingen een goede bijdrage leveren aan de verbetering van de
kwaliteit van het leerlingenvervoer.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma
dir