Ingezonden persbericht



1.Voorbij Tekenen
16.01.10 ­ 20.02.10

Van 16 januari t/m 20 februari 2009 zal de tentoonstelling 1. Voorbij Tekenen plaatsvinden in Galerie Witteveen, Keizergracht 538 in Amsterdam. De deelnemende kunstenaars Jasmijn Visser (1983), Irina Birger (1972), Melle de Boer (1972) en Toni van Tiel (1979).

Deze tentoonstelling is op uitnodiging samengesteld door curator Eva Roovers, en vormt het begin van een serie tentoonstellingen met als uitgangspunt het voorbij gaan aan de bestaande wetten van het betreffende medium. De eerstvolgende uit deze serie is Voorbij Grafisch.

Introductie
`1. Voorbij Tekenen' geeft een hedendaagse invulling aan de oudste kunstdiscipline: tekenen. Deze tentoonstelling is op uitnodiging samengesteld door curator Eva Roovers Tekenen is bij de deelnemende kunstenaars het hoofdmedium binnen hun artistieke praktijk. Wat hen echter onderscheid van andere tekenaars is de integratie van nieuwe media, literatuur en technieken. Zo wordt er gespeeld met de definitie van verschillende tekenvormen. Door deze benaderingswijzen door elkaar heen te gebruiken ontstaat een nieuw en oorspronkelijk beeld. Er wordt gewerkt met begrippen als technische of anatomische tekeningen, schetsontwerp, strip en een autonome kunsttekening. Ook komt het statische 2D element van een tekening aan bod. Er wordt enthousiast getoond dat een tekening zich 3D, alsook bewegend kan voortdoen. Doordat tekenen zo'n algemeen bekend begrip is, met de karakteristieke eigenschappen van pen/potlood/inkt op papier, is de verrassing het anders te doen zo groot en overtuigend uitgevoerd door deze kunstenaars. Deze combinaties in de uitvoering van de werken scheppen een uitzonderlijke en nieuwe kijk op de mogelijkheden van het oudste medium van de kunsten.

Inhoudelijk `Voorbij Tekenen'
Tekenen is naast taal de oudste communicatievorm, en heeft een lange traditie om via het beeld uit te leggen, te verbeelden en om je te laten herinneren. Hoewel we het tekenen tot de eerste kunstvorm kunnen benoemen en ze wereldwijd veel gebruikt wordt, zelfs voordat er taal was, is er in die lange traditie in feite niet heel veel veranderd. Er is een ontwikkeling geweest van het tekenen als communicatiemedium naar de tekening als autonome artistieke vorm, waarbij de gebruikte middelen (technieken) zoals inkt, houtskool, potlood,aquarel, pigment en diverse andere materialen hetzelfde zijn gebleven. Het was echter pas in de twintigste eeuw dat er een verschuiving plaatsvond van het karakter van de tekening. Oorspronkelijk dus een technische en illustrerende discipline, die meer weg had van het 'uitleggen' van een onderwerp en het daarmee begrijpelijk maken van een idee, voor een ieder en zonder barrière van taal, groeide de tekening naar een meer zelfstandig beeld.
Begin twintigste eeuw is de taal van tekenen zelfstandiger geworden. Persoonlijker, introverter, waarbij de kunstenaar een deel van zijn zien en zijn ideeën op papier weergeeft en waardoor de representatie van het idee een ruimere invulling krijgt. Er is een dionysisch uitgangspunt ontstaan waarbij het om extase van het onderwerp gaat. Het verlies van het direct herkenbare, daarmee het direct verhalende, als hoofdzaak, wordt veel meer een bewegelijke interactie of communicatie tussen maker en lijnen, de vlakken en deze aldaar verwijderend en toevoegend. Zo ontstaat er in het ontwikkelingproces eveneens een gevecht van tegenstrijdigheden en is de lineaire functie van tekenen doorbroken. Zoals muziek zich verhoudt tot een verhaal, zo werd de tekening voorheen gebruikt als middel tot orde en vertelling, om een herkenning of mimesis weer te geven. De definitie van een tekening is echter redelijk stabiel gebleven: een 2D-vlak, veelal gemaakt met "echte" tekenmaterialen zoals potlood, houtskool, inkt en krijt op papier, en vrijwel altijd gemaakt en bewerkt met de hand.

Tekenen is bij de deelnemende kunstenaars het hoofdmedium binnen hun artistieke praktijk. Wat hen echter onderscheidt van andere tekenaars is de integratie van nieuwe media en technieken en ook de onderwerpkeuze.
Zo wordt er gespeeld met de definitie van verschillende tekenvormen. Door deze benaderingswijzen door elkaar heen te gebruiken ontstaat een nieuw en oorspronkelijk beeld. Er wordt gewerkt met begrippen als technische of anatomische tekeningen, schetsontwerp, strip en een autonome kunsttekening. Ook komt het statische 2D-element van een tekening aan bod. Er wordt enthousiast getoond dat een tekening zich ook 3D, alsook bewegend kan voortdoen. Doordat tekenen zo'n algemeen bekend begrip is, met de karakteristieke eigenschappen van pen/potlood/inkt op papier, is de verrassing het anders te doen zo groot en overtuigend uitgevoerd door deze kunstenaars. Deze combinaties in de uitvoering van de werken scheppen een uitzonderlijke en nieuwe kijk op de mogelijkheden van het oudste medium van de kunsten.


- Kunstenaars met korte omschrijving werken:

Jasmijn Visser (NL 1983) woont en werkt in Amsterdam. Afgestudeerd aan de HKU en dit jaar begonnen met de vervolgopleiding De Ateliers. Visser werkt met fineliner op papier, met afmetingen van wel zeven à acht meter bij twee. Haar tekeningen zijn complex en lijken langzaam in elkaar overvloeiende apparaten en machines. Refererend aan handleidingen waarin dikwijls verschillende stappen in een proces naar een uiteindelijke vorm leiden als restituut van de technische erfenis van het medium. Zo speelt ze met het niet langer statische karakter van het beeld, maar voegt ze juist iets menselijks en bewegelijks toe, waardoor de afgebeelde apparaten tot leven lijken te komen.

Toni van Tiel (NL 1979) woont en werkt in Eindhoven. Opleiding: AKV en master aan Post. St. Joost, diploma 2009. Van Tiel maakt kleine tekeningen op papier met verf en pen. De afgebeelde fantasiemachines en -installaties lijken onmogelijk en niet werkelijk en vinden alleen een bestaansrecht op papier. De tekeningen zijn niet het eindstadium, ze worden namelijk ingezet als technische bouwtekening en dienen zo als voorlopig schetsmateriaal voor de ruimtelijke variant van de afgebeelde machines en apparaten die Van Tiel maakt.

Irina Birger (IS/RUS 1972) geboren in Moskou, woont en werkt in Amsterdam. Zij heeft gestudeerd in Israël en aan het Sandberg Instituut, diploma 2007. Birger benadert tekenen op een klassieke manier met houtskool op papier. Daarmee creëert ze in eerste instantie het vertrouwen van de kijker,die herkenning vindt in techniek en beeld. Zij speelt echter voortdurend met de verschillende betekenissen van het afgebeelde, zoals de mannelijke of vrouwelijke eigenschap die in verschillende talen wordt toegekend aan bepaalde producten. De hedendaagse objecten worden klassiek afgebeeld. Haar combinaties van video met tekeningen zetten de kijker vaak op het verkeerde been. In Headache zien we een 3D-bewegende tekening, een animatie die zijn plastische karakter van houtskool op intrigerende wijze behoudt.

Melle de Boer (NL 1972) woont en werkt in Den Haag. Willem de Koning Rotterdam, diploma 1995. In het vroege werk van de Boer speelt het gegeven van de Held een zeer prominente rol. Niet alleen de mogelijkheden en onmogelijkheden van zo'n figuur spreken hem hierbij aan, vooral ook de perceptie van het publiek en de toegekende status vanuit de media. Deze dubbele bril blijft zichtbaar in zijn werk. Met het herscheppen van beelden uit de populaire cultuur met teksten uit poëzie en literatuur, bijgestaan door de theorieën over mythologie van Roland Barthes, zijn de tekeningen en collages een feest van kleurrijke snoepjes waarbij tractoren je poëzie voordragen en figuren uit computerspellen (C64) je levenswijsheden toedelen. Naast zijn beeldende kunst is De Boer actief als muzikant van de band John Dear Mowing Club.

Locatie en organisatie
De tentoonstellingruimte is Galerie Witteveen en zit op de Keizersgracht 538, te Amsterdam. De galerie vertegenwoordigt een brede stal aan hedendaagse kunstenaars. O.a. Linda Nieuwstad, Joost Baljeu, Rinke Nijburg, Rob Scholte, Marleen Kuiper, Pieter Bijwaard , Nour-Eddine Jarram, Wout Berger, Lydia Schouten, Peter keizer, Ronald Berning en Wim Janssen.

Eva Roovers is door de galerie uitgenodigd om deze tentoonstelling samen te stellen en te organiseren.
Roovers (1981, Amsterdam) is een jonge kunstenares en curator. Zij heeft haar kunstacademie en vervolgopleiding aan de HKU genoten. Daarna heeft ze een curatortrainingsprogramma gevolgd in Amsterdam en Rotterdam. Ze is de afgelopen anderhalf jaar werkzaam geweest als assistent curator bij tentoonstellingsruimte de Veemvloer. Zij werkt met generatiegenoten en heeft een jonge visie op het samenstellen van kunstwerken. Dat deze dynamiek in samenwerking met een gevestigde presentatieruimte succesvol is, is gebleken uit het project Curating Tomorrow, Mr. Miyagi 2007 bij Showroom MAMA evenals Paraat #4 in 2008, waarbij tentoonstellingsruimte De Veemvloer samenwerkte met galerie RONMANDOS in Amsterdam.

Galerie Witteveen brengt kunstenaars met zowel een academische achtergrond, als gevestigde en jongeren, in een grote verscheidenheid aan stijlen, disciplines en benadering, waarbij gelet wordt op de vernieuwende en actuele aspecten van hun werk. De kunstenaars zijn zowel nationaal als internationaal bekend en werkzaam. Elke zes weken is er een tentoonstelling, plus twee keer per jaar een salon. Galerie Witteveen neemt deel aan enkele beurzen in binnen- en buitenland.

De galerie ondersteunt de geëxposeerde werken regelmatig met lezingen (zoals afgelopen jaar een serie bij de Veemvloer) en per tentoonstelling wordt er meestal een begeleidende tekst van een kunsthistoricus uitgegeven. Tevens geeft de galerie regelmatig catalogi uit.

Praktisch
Titel: 1. Voorbij Tekenen

Duur: 16 januari t/m 20 februari 2010

Opening: 16 januari. 16.00 ­ 18.30 uur
De tentoonstelling wordt geopend door Arno Kramer om 16.30 uur

Locatie: Galerie Witteveen ­ Keizersgracht 538 - 1017 EL Amsterdam Tel. 020- 6239684 www.galeriewitteveen.nl

Geopend: maandag t/m zaterdag 12.00 ­ 17.30 uur

Kunstenaars: Jasmijn Visser, Irina Birger, Toni van Tiel en Melle de Boer. Curator: Eva Roovers