Datum 15 januari 2010 2009Z24015/2009D62983
Onderwerp advisering door de Gezondheidsraad
-
Geachte voorzitter,
Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Verkeer en
Waterstaat van 9 december 2009 om informatie over de stand van zaken ten
aanzien van de advisering door de Gezondheidsraad over een second opinion bij
de medische rijgeschiktheid, bericht ik u als volgt. Tevens voldoe ik hiermee aan
mijn toezegging op dit punt gedaan tijdens het AO verkeersveiligheid van 16
december 2009.
Huidige procedure bij het afgeven van een verklaring van rijgeschiktheid
Ten behoeve van het verkrijgen van een rijbewijs, geeft het CBR een verklaring
van rijgeschiktheid af. Het CBR geeft deze verklaring af indien de aanvrager
voldoende gezond is voor de betreffende categorie rijbewijs. Het CBR beslist over
de rijgeschiktheid op basis van de normen uit de regeling eisen geschiktheid
2000. De regeling eisen geschiktheid 2000 is tot stand gekomen op basis van
Europese richtlijnen en adviezen van commissies van deskundigen.
Volgens vaste jurisprudentie van de Raad van State zijn die normen bindend en
kan en mag het CBR daarvan niet afwijken.
Het medisch rapport heeft primair als doel de medische gegevens aan te leveren
(diagnose, ernst, progressie) waarna het CBR deze gegevens toetst aan de
regeling eisen geschiktheid 2000 en een besluit neemt. De aanvrager kan dat
besluit en de wijze waarop het tot stand kwam, vervolgens in bezwaar en beroep
laten toetsen bij de bestuursrechter.
Inhoud van de adviesaanvraag
Bij een discussie met uw Kamer over een specifieke zaak, is door uw Kamer de
vraag gesteld of in bepaalde gevallen de mening van een arts of medisch
specialist niet doorslaggevender kan zijn dan de regeling eisen geschiktheid 2000.
Aan deze vraag is de term gekoppeld van second opinion. Ik heb hierover advies
gevraagd aan de Gezondheidsraad, samen met een verzoek om advisering over
een mogelijke actualisering van een eerder advies uit 2001 over mensen met
tumoren of doorbloedingsstoornissen van de hersenen.
a
agina 1 van 3
P
Stand van zaken van mijn adviesaanvraag
Datum
U vraagt naar de stand van zaken van mijn adviesaanvraag. Ik kan u,
vooruitlopend op het formele advies van de Gezondheidsraad dat mij naar Ons kenmerk
verwachting in februari 2010 zal worden aangeboden, als volgt informeren. VENW/DGMO-2010/190
In de adviesaanvraag wordt de term second opinion gebruikt. Deze woordkeus
kan tot verwarring leiden. In een second opinion in de traditionele betekenis is
namelijk al voorzien. Dat wil zeggen, indien iemand twijfelt aan de juistheid van
een medisch rapport van een medisch specialist ten behoeve van het verkrijgen
van zijn rijbewijs, kan hij zich door een andere specialist laten onderzoeken.
Mijn vraagstelling aan de Gezondheidraad gaat echter een stap verder: kan voor
bijzondere ziektebeelden het oordeel van een medisch specialist
doorslaggevender zijn dan de regeling eisen geschiktheid 2000. Daarover het
volgende.
De regeling eisen geschiktheid 2000 legt de verbinding tussen het medisch
rapport en de rijgeschiktheid. Daarbij gaat het dus om de vraag of iemand
rijgeschikt is. Deze vraagstelling vereist een specifieke deskundigheid over de
vereisten voor het kunnen deelnemen aan het verkeer die in feite, vanuit zijn
professie bezien, niet beschikbaar is bij een medisch specialist. Die deskundigheid
is wel beschikbaar bij het CBR. Vandaar dat het CBR, overigens op basis van het
rapport van een medisch specialist, besluit over de rijgeschiktheid en niet de
medisch specialist.
De regeling eisen geschiktheid 2000 laat geen ruimte voor interpretatie omdat
deze gebaseerd is op Europese afspraken.
Samengevat: de deskundigheid over rijgeschiktheid is niet aanwezig bij een
medisch specialist en de Regeling eisen geschiktheid 2000 laat geen ruimte voor
interpretatie. Dat betekent dat het oordeel van een medisch specialist over de
rijgeschiktheid niet doorslaggevender kan zijn dan de regeling eisen geschiktheid
2000.
Overigens hecht ik er wel aan u er op te wijzen dat het medisch rapport van een
specialist voor het CBR bij het nemen van een beslissing, van zeer essentieel
belang is. In veel gevallen verwijst de regeling eisen geschiktheid 2000 naar de
indicatie die een medisch specialist geeft. Het CBR gaat het werk van een medisch
specialist niet inhoudelijk corrigeren en een medisch specialist hoort niet op de
stoel van het CBR te gaan zitten. Het zijn twee verschillende professies.
Gezien het bovenstaande gaat de Gezondheidsraad mij afwijzend adviseren over
dit deel van mijn adviesaanvraag: kan het oordeel van een medisch specialist
doorslaggevender zijn dan de regeling eisen geschiktheid 2000.
Andere deel van mijn adviesaanvraag
Ik breng u overigens ook nog het andere deel van mijn adviesaanvraag in
herinnering. Ik heb aan de Gezondheidsraad gevraagd mij te adviseren over een
mogelijke actualisering van een eerder advies uit 2001 over mensen met tumoren
of doorbloedingsstoornissen van de hersenen.
De Gezondheidsraad heeft over dit deel van mijn adviesaanvraag inmiddels
geadviseerd voor één deelonderwerp: de rijgeschiktheid bij een afwijkend
hersenbloedvat. Dat advies heeft geleid tot een aanpassing van de regeling eisen
geschiktheid 2000. Ik heb u daarover geïnformeerd bij brief van 17 november
2008.
agina 2 van 3
P
Bij het bestuderen van de materie kwam de Gezondheidsraad tot de conclusie dat
Datum
er medische ontwikkelingen zijn die advisering over meer aspecten dan alleen
tumoren en doorbloedingsstoornissen noodzakelijk maken. Ons kenmerk
VENW/DGMO-2010/190
Concreet zal de advisering gaan over de volgende paragrafen van de regeling
eisen geschiktheid 2000:
Hoofdstuk 6, paragraaf 2 Chronisch hartfalen
Hoofdstuk 7, paragraaf 3 Bewustzijnsstoornissen
Hoofdstuk 7, paragraaf 4 Min of meer progressieve, al dan niet intermitterend
verlopende ziektebeelden
Hoofdstuk 7, paragraaf 5 Intracraniële tumoren
Hoofdstuk 7, paragraaf 6 TIA
Hoofdstuk 8
Pervasieve ontwikkelingsstoornissen
Al met al is sprake van een forse uitbreiding van de advisering ten opzichte van
mijn eerdere adviesaanvraag. De Gezondheidsraad verwacht met advisering
hierover te komen in februari 2010. Bij de advisering moet een gedegen afweging
gemaakt worden tussen de verkeersveiligheid en de individuele belangen. Dat
vereist overleg met deskundigen en dat kost nu eenmaal relatief veel tijd. Ik zal u
zo spoedig mogelijk na ontvangst van het advies van de Gezondheidsraad
daarover informeren.
Overige aspecten
Ook op andere terreinen van de medische rijgeschiktheid dan waarover de
Gezondheidsraad gaat adviseren, is een aanpassing van de regeling eisen
geschiktheid 2000 te verwachten.
Dat is allereerst het gevolg van de Europese richtlijn van 25 augustus 2009 die
gaat over oogafwijkingen, diabetes en epilepsie. De Gezondheidsraad gaat mij in
aanvulling op deze Europese richtlijn adviseren over diabetes en epilepsie. Dat
advies komt overigens later dan februari 2010. Na het advies van de
Gezondheidsraad ga ik de gedeeltes diabetes en epilepsie implementeren.
De Europese richtlijn voor het gedeelte oogafwijkingen is eenduidig. Ik verwacht
dit gedeelte in februari 2010 te kunnen implementeren.
De richtlijn vereist overigens een implementatie vóór 25 augustus 2010.
Verder kan ik u meedelen dat naast de Gezondheidsraad nog een aantal andere
commissies van deskundigen adviseert over aspecten betreffende de regeling
eisen geschiktheid 2000. Dat betreft de aspecten psychose en de Interne Cardio
Defibrillator.
Ik heb gemeend er goed aan te doen u uitvoerig en gedetailleerd te informeren
over wat er speelt op het terrein van de medische rijgeschiktheid.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 3 van 3
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat