Federale regering Belgie
Vergoeding van apothekers
Hervorming van de vergoeding van de apotheker
De ministerraad heeft de hervorming van de vergoeding voor apothekers
goedgekeurd die minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Laurette
Onkelinx voorstelde.
De huidige vergoeding van de apotheker is sterk verbonden met de prijs
van het geneesmiddel. Ze bestaat uit een maximum percentage van de
prijs. Die vergoeding is absoluut geen weergave van het werk van de
apotheker.
Daarom werd besloten om de vergoeding van de apothekers in apotheken
die toegankelijk zijn voor het publiek grondig te wijzigen (niet in de
ziekenhuizen).
Vanaf 1 april 2010 is de vergoeding van de
apotheker samengesteld uit:
* een basishonorarium van 3,88 euro voor elk afgeleverd geneesmiddel
* een economische marge van 6,04% van de prijs van de fabrikant (of
'ex-fabriek"), verhoogd met 2% boven de 60 euro. Dat percentage
dekt de materiële kosten van het afleveren van een
geneesmiddel (onder meer op voorraad houden en de prefinanciering
* specifieke honoraria voor bijzondere taken.
De specifieke honoraria bedragen vanaf 1 april 2010 1,2 euro voor elk
voorschrift op stofnaam (INN) en voor elk voorschrift van een
geneesmiddel in hoofdstuk IV. Ze vergen immers van de apotheker
bijzonder analyse- en opzoekwerk dat moet worden vergoed.
De apotheek ontvangt bovendien een jaarlijks forfait van 500 euro voor
het verstrekken van gedetailleerde informatie aan de patiënt bij de
eerste aflevering van een geneesmiddel voor een chronische
behandeling.
Andere specifieke taken kunnen eveneens voor specifieke honoraria in
aanmerking komen, wanneer de Overeenkomstencommissie
verzekeringsorganismen-apothekers van het RIZIV daartoe besluit.
De specifieke honoraria maken deel uit van de globale vergoedingsmassa
van de apotheker en de enveloppe verhoogt dus niet. Voor 2010 is de
hervorming van de vergoeding budgettair neutraal: de nieuwe honoraria
en de kleine economische marge stemmen exact overeen met de vergoeding
die de apothekers zouden ontvangen hebben in het oude systeem.
De nieuwe berekeningswijze voor de marge van de apotheker zal
bovendien geen enkele weerslag hebben voor de patiënt, ook al zal die
de prijs van de geneesmiddelen licht wijzigen (aangezien de prijs de
som is van elementen, waaronder de vergoeding van de apotheker). Het
remgeld zal immers berekend worden aan de hand van een nieuwe formule
die garandeert dat het remgeld niet verhoogt. Voor bepaalde generische
geneesmiddelen zal het remgeld zelfs afnemen (indien het origineel
duur was).
De nieuwe vergoedingswijze van de apotheker is enkel van toepassing
op de terugbetaalde geneesmiddelen (namelijk waarbij de patiënt
beschermd is tegen prijsveranderingen). Voor geneesmiddelen die niet
worden terugbetaald (voorgeschreven of in vrije verkoop) verandert er
niets.
De vergoeding is het resultaat van de sterke evoluite van de rol van
de apothekers.
Voor deze hervorming zijn er vier RIZIV-besluiten nodig. Er werden er
nu twee voorgelegd aan de ministerraad.