informatievoorziening over nieuwe Commissievoorstellen
Kamerbrief inzake informatievoorziening over nieuwe Commissievoorstellen
Kamerbrief | 14 januari 2010
Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 1 fiche
aan te bieden die werd opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe
Commissievoorstellen (BNC):
1. Mededeling inzake de ontwikkeling van publieke-private
partnerschappen.
Helaas heb ik het fiche vanwege het kerstreces niet binnen de gestelde
termijn van zes weken kunnen sturen.
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans
Fiche 1: Mededeling inzake de ontwikkeling van publiek-private
partnerschappen
1. Algemene gegevens
Voorstel:
De mobilisering van particuliere en openbare investeringen voor
herstel en structurele verandering op lange termijn: de ontwikkeling
van publiek-private partnerschappen
Datum Commissiedocument : 19.11.2009
Nr. Commissiedocument : COM(2009) 615
Pre-lex :
http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=198831
Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:
Niet opgesteld
Behandelingstraject Raad:
Er is niet één specifieke Europese werkgroep verantwoordelijk voor
publiek-private partnerschappen. Gezien de aard van de publiek-private
samenwerking waarbij de EU op dit moment betrokken is mag verwacht
worden dat de inhoud van de mededeling toegelicht zal worden in de
Raadswerkgroepen voor onderzoek, transport, structuurfondsen,
aanbesteden en begrotingszaken. Dit zal naar verwachting pas gebeuren
onder het Spaans voorzitterschap.
Eerstverantwoordelijk ministerie: Economische Zaken en Financiën
2. Essentie voorstel
De Commissie geeft in de mededeling aan dat de interesse in
publiek-private samenwerkingsverbanden is toegenomen en geeft een kort
overzicht van beleidsterreinen waar de Commissie bij publiek-private
partnerschappen (PPP's) betrokken is (onderzoek/Joint Technology
Initiatives, structuurfondsen, de EIB, TEN-T/infrastructuur).
De mededeling gaat in op de problemen om het goed functioneren van
PPP's met de toegenomen kosten van krediet (kredietcrisis),
regelgeving en de beperkte capaciteit van de publieke sector in grote
delen van de EU te faciliteren.
In de mededeling wordt vervolgens aangegeven hoe de Commissie de
geschetste problemen rond de PPP's waar zij zelf aan deelneemt aan wil
pakken. Daarvoor wil de Commissie: een groep opzetten waarin de
problematiek rond PPP's besproken kan worden; met de Europese
Investeringsbank (EIB) werken aan betere financiering van PPP's;
onderzoek doen naar communautaire financiering van PPP's; werken aan
een efficiënter kader voor publiek private samenwerking op het gebied
van innovatie en onderzoek doen naar een juridisch instrument op het
gebied van concessieovereenkomsten.
2. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en
regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het
voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling,
subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de
financiële gevolgen in?
De Commissie kondigt enkele concrete acties aan. De Commissie geeft
aan een PPP-groep op te willen zetten waarin belanghebbenden zullen
worden verzocht hun bezwaren en ideeën met betrekking tot PPP's te
bespreken. In deze mededeling worden geen voorstellen gedaan die
goedkeuring van de Raad vereisen. Wanneer er wetgevingsvoorstellen
worden gedaan, dan verwacht Nederland dat dit via het reguliere
afstemmingstraject zal verlopen.
De Commissie kondigt daarnaast in de mededeling de volgende acties
aan:
1. De Commissie wil communautaire instrumenten die PPP's ondersteunen
versterken en verbreden. Daarnaast wil zij samen met de EIB
onderzoeken hoe deze een grotere rol kan spelen bij de
financiering van PPP's (met name op het gebied van
infrastructuur). Naar verwachting zal de Commissie dit voorstel
mede baseren op artikel 171 van het EU-Werkingsverdrag
(transeuropese netwerken).
2. De Commissie wil onderzoeken of aanpassing van aanbestedingsregels
noodzakelijk is voor het beter faciliteren van PPP's. Ook kondigt
de Commissie aan in 2010 een wetsvoorstel op het gebied van
concessies in te dienen. Naar verwachting zal de Commissie dit
voorstel baseren op artikel 56 van het EU-Werkingsverdrag (vrije
dienstenverkeer).
3. De Commissie wil een goede behandeling van schulden en tekorten
van PPP's stimuleren door onderzoek te doen naar de behandeling
van PPP-activa op de balans; toelichting te geven (issue
clarifications) over de boekhoudkundige behandeling van
PPP-contracten in de nationale rekeningen en advies te verstrekken
over boekhoudkundige behandeling van garanties die in het kader
van PPP's worden verstrekt. Naar verwachting zal de Commissie deze
actie mede baseren op artikel 108 van het EU-Werkingsverdrag
(staatssteun).
4. De Commissie geeft aan te willen adviseren over juridische en
methodologische aspecten van het combineren van EU-middelen en
PPP's. De Commissie voorziet hier voor wat betreft de cohesie- en
structuurfondsen ook een grotere rol voor het Europees
expertisecentrum voor PPP's (EPEC). De Commissie wil EPEC
versterken en ombouwen tot een platform voor de uitwisseling van
informatie en best practices. Ook zou EPEC moeten functioneren als
brandpunt van een Europees netwerk van nationale organen ter
ondersteuning van PPP's en Joint Assistance to Support Projects in
European Regions (JASPERS). Ook wil de Commissie samenwerken met
lidstaten om na te gaan welke bepalingen in de nationale wetgeving
het opzetten van PPP's belemmeren. Naar verwachting zal de
Commissie deze actie baseren op de artikelen 175 en 177 van het
EU-Werkingsverdrag (structuurfondsen, cohesiefonds).
5. De Commissie geeft aan de specifieke problemen met betrekking tot
de Joint Technology Initiatives (JTI's) aan te willen pakken door
de bestaande JTI's te verzelfstandigen en kijken naar
mogelijkheden om het wettelijk en administratief kader voor JTI's
te stroomlijnen. Na overleg met belanghebbenden zal de Commissie
een nieuw kader voor JTI's voorstellen. Naar verwachting zal de
Commissie deze actie baseren op de artikel 180 van het
EU-Werkingsverdrag (onderzoek en ontwikkeling).
Vanwege de betrokkenheid van de Commissie bij PP partnerschappen
(onderzoek, EIB, infrastructuur) ligt het voor de hand dat de
Commissie en niet de afzonderlijke lidstaten met dit initiatief komt;
daarmee wordt voldaan aan de subsidiariteits-toets. Bovendien geeft de
Commissie wat betreft het gebruik van PPP's door lidstaten en
nationale regelgeving voor PPP's duidelijk aan dat de
verantwoordelijkheid hiervoor bij de lidstaten zelf ligt. Ook om die
reden worden de acties positief gewaardeerd niet alleen op
subsidiariteit maar ook op proportionaliteit.
Nadere voorstellen zullen uiteraard weer op proportionaliteit moeten
worden beoordeeld.
Het is afhankelijk van de invulling van bovengenoemde mededeling door
lidstaten welke financiële gevolgen zij zullen ondervinden. Hiervan is
op dit moment geen goede inschatting te maken. JTI's vallen op dit
moment onder het financieel reglement van de EU, omdat zij worden
aangemerkt als gemeenschapsinstellingen.
4. Nederlandse positie over de mededeling
PPP is in Nederland onder de naam PPS (Publiek-Private Samenwerking)
heel gebruikelijk en wordt door zowel door de Rijksoverheid als door
decentrale overheden veel toegepast. Zowel de voordelen van PPS die de
Commissie in de mededeling noemt als de uitdagingen die de huidige
crisis aan PPS stelt zijn herkenbaar.
Nederland ondersteunt het streven van de Europese Commissie om het
gebruik van PPP's te stimuleren en te onderzoeken hoe financiering van
PPP's waar de Commissie bij betrokken is verbeterd kan worden.
Uiteraard is hierbij het uitgangspunt dat PPP's tot meerwaarde (`value
for money') moeten leiden. Dit betekent dat er voldoende
risico-overdracht aan private partijen plaatsvindt.
Ten aanzien van de behandeling van schulden en tekorten gaat Nederland
er van uit dat bestaande Eurostatregels voor PPP's gehandhaafd
blijven, maar dat er mogelijk wel aanscherping plaatsvindt. Met
betrekking tot het opzetten van het platform voor de uitwisseling van
informatie en best practices steunt Nederland dit idee en wacht
Nederland verdere voorstellen van de Commissie af.
Nederland steunt het gebruik van publiek-private partnerschappen op
het gebied van infrastructuur, structuurfondsprogramma's en innovatie.
De intentie van de Commissie om de EIB een grotere rol te laten spelen
in de financiering van PPP's (vooral op het gebied van infrastructuur)
wordt door Nederland dan ook verwelkomd. Nederland staat verder
positief tegenover versterkte samenwerking en het delen van informatie
binnen EPEC. Van belang is wel dat EPEC (het Europese kennisnetwerk
voor PPP) bereid is haar kennis te delen met het UNECE (United Nations
Economic Commission for Europe) PPP, waarvan EU-lidstaten ook deel
uitmaken.
Nederland steunt de voorstellen met betrekking tot het
verzelfstandigen en stroomlijnen van het juridische en administratieve
kader van de JTI's. Dit omdat JTI's op dit moment onder
gemeenschapsrecht worden aangemerkt als gemeenschapsinstellingen die
vallen onder het financieel reglement van de EU. Deze status leidt tot
zwaardere administratieve lasten voor het deelnemende bedrijfsleven.
De Commissie zal medio 2010 voorstellen doen om dit financieel
reglement aan te passen. Nederland zal er scherp op letten dat hierbij
ook de problemen rond administratieve lasten van publiek-private
samenwerking worden aangepakt.
Of een PPS wel of niet valt onder het aanbestedingsregime moet per
opdracht worden bezien. De Commissie geeft in de mededeling aan nader
te kijken naar de juridische aspecten, waarbij zij aankondigt te
onderzoeken of aanpassing van de aanbestedingsregels noodzakelijk is,
in 2010 een voorstel op het gebied van concessies in te dienen en in
samenwerking met lidstaten wil nagaan welke bepalingen in nationale
wetgeving de oprichting van PPP's verhinderen of belemmeren.
Nederland ondersteunt het voornemen van de Commissie om te onderzoeken
of aanpassing van aanbestedingsregels noodzakelijk is voor het beter
faciliteren van PPP's. Hierbij dient in ogenschouw genomen te worden
dat de praktijk een diversiteit aan PPP's laat zien, en voorkomen moet
worden dat de aanbestedingsregels juist de vorming van PPP's
belemmeren.
Pagina 5 van 5
Ministerie van Buitenlandse Zaken