Antwoorden op de schriftelijke vragen over Q-koorts
14 januari 2010 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen over onder meer vaginaalswabs
en kinderboerderijen. De minister meldt dat de maatregelen zich
richten op het beperken van grote risico's voor de volksgezondheid.
Datum 14 januari 2010
Betreft Antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Van Gerven en
Polderman over Q-koorts
Geachte Voorzitter,
Mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zend ik u hierbij
de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Van Gerven en Polderman
(beiden SP) over Q-koorts.
1
Wat is de reden dat de brief van 6 januari 2010 over de aanpak van de Q-koorts
over de kleinschalige houderijen met minder dan vijftig kleine herkauwers alleen
is uitgegaan van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit? Waarom
is de brief niet mede onderschreven door de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport?
De brief van 6 januari 2010 (TK 28286, nr. 353) is verstuurd namens ons beiden,
en ondertekend door mij. De reden hiervoor is slechts pragmatisch. Brieven
worden voor verzending altijd volledig afgestemd tussen betrokken
departementen en bewindslieden.
2
Ligt het vanwege het voorzorgsprincipe niet in de rede dat ook bij bedrijven of
kinderboerderijen met minder dan vijftig geiten of schapen als er sprake is van
besmetting drachtige besmette dieren worden geruimd? Ligt dit niet meer voor de
hand aangezien kinderboerderijen vaak in dichtbevolkt gebied zijn gelegen?
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de antwoorden op de vragen 2
en 4 van het lid Thieme, die op 14 januari 2010 aan uw Kamer verstuurd zijn.
Wat is de reden dat u het advies van de deskundigen naast u hebt neergelegd om
kinderboerderijen te controleren met behulp van vaginaal swabs? Is het niet zo
dat de toepassing van hygiënische maatregelen verbeteren wanneer beheerders
van kinderboerderijen weten dat hun boerderij besmet is? Is het alleen al om die
reden niet wenselijk tot systematische controle over te gaan?
Is dit niet wenselijk ook om bezoekers maximale zekerheid te bieden dat kinderboerderijen
niet besmet zijn? Is het niet vreemd dat op besmette geitenhouderijen
het publiek wordt geweerd terwijl op besmette kinderboerderijen kinderen gewoon
mogen rondlopen?
Zoals in de brief van 6 januari staat aangegeven, geeft onderzoek met vaginaalswabs
onbetrouwbare informatie over de gezondheidsrisico's voor omwonenden
van bedrijven. De test wordt bijvoorbeeld al positief bij één bacterie op een swab,
terwijl een dergelijk bedrijf geen risico voor de gezondheid van omwonenden hoeft
te zijn. De Q-koortsbacterie is endemisch in Nederland en kan ook in de omgeving
en bij andere diersoorten worden aangetoond. Het doen van vaginaalswabs en de
uitkomst daarvan is dan ook geen aanleiding om kinderboerderijen besmet te
verklaren en andere of extra maatregelen te nemen. Voor kinderboerderijen en
andere kleinschalige houderijen wordt een hygiëneprotocol opgesteld, om een
eventueel risico op humane besmettingen te verkleinen. De maatregelen in het
protocol zijn geschreven als ware de kinderboerderij besmet. Het hygiëneprotocol
wordt deze week afgerond en kenbaar gemaakt bij kinderboerderijen. Een
belangrijk aspect hiervan zal het advies tot apart lammeren zijn waarbij contact
met bezoekers wordt vermeden. We overwegen van het hygiëneprotocol een
verplichting te maken.
5
Wat vindt u van het standpunt van de GGD in Oldenzaal die uit voorzorg adviseert
een besmette kinderboerderij gesloten te houden om risico van besmetting bij de
bevolking met Q-koorts te voorkomen?
Wij richten ons met onze maatregelen op het beperken van grote risico's voor de
volksgezondheid. Burgemeesters hebben een eigen verantwoordelijkheid met
betrekking tot de bescherming van burgers tegen volksgezondheidsrisico's en
kunnen maatwerk leveren voor kinderboerderijen. Inmiddels heeft de
burgemeester van Oldenzaal kennisgenomen van de Kamerbrief (Kamerstuk
2009-2010, 28286, nr. 353) en heeft aangegeven deze lijn te volgen.
6
Hoe zit het met de aansprakelijkheid van de overheid als mensen of kinderen
ondanks de huidige beperkte maatregelen een Q-koortsbesmetting oplopen door
het bezoeken van een kinderboerderij?
De situatie met betrekking tot kinderboerderijen is niet gewijzigd ten opzichte van
de periode voor 2007. Ook toen kwam Q-koorts voor in de dierhouderij en ook op
kleinschalige bedrijven zoals kinderboerderijen. Bij het bezoeken van een kinderboerderij
waar met Q-koorts besmette geiten of schapen staan is altijd een klein
risico op besmetting met de Q-koortsbacterie. Dat was voor 2007 ook het geval.
Om de kans op deze incidentele besmettingen gerelateerd aan kleine groepen
dieren te verkleinen is al vanaf 2009 een vaccinatieplicht ingesteld voor bedrijven
met een publieksfunctie. Zie ook het antwoord op vraag 12 van Kamerlid Thieme
dat op 14 januari 2010 aan u verzonden is.
7
Is het niet wenselijk om over de hele linie eenzelfde beleid te hanteren waarbij de
volksgezondheid centraal staat? Zo nee, waarom niet?
Bij de gehele aanpak van Q-koorts staat de volksgezondheid centraal. Daarbij
wordt wel steeds gekeken naar effectiviteit en proportionaliteit van maatregelen.
8
Begrijpt u het gevoel bij veel geitenhouders dat er met twee maten lijkt te worden
gemeten nu bij de kleine bedrijven en kinderboerderijen een minder doortastend
beleid wordt gehanteerd?
Wij begrijpen heel goed het gevoel bij geitenhouders dat er met twee maten
gemeten lijkt te worden. Daarom hebben wij op 8 januari een persbericht hierover
verstuurd. De Q-koortsbacterie is endemisch in Nederland. We kunnen niet terug
naar een nulrisico. Ergens moeten we een grens leggen met de maatregelen.
Overal waar een grens getrokken wordt, heb je situaties die dicht tegen de grens
aanliggen. Dat betekent echter nog niet dat de grens opgeschoven moet worden,
maar wel dat de balans tussen effectiviteit en proportionaliteit goed bewaakt moet
worden. Bovendien wijzen de deskundigen erop dat het grootste volksgezondheidsrisico
wordt veroorzaakt door grote groepen drachtige melkgeiten en
melkschapen die tijdens het aflammeren of tijdens het aborteren zeer grote
hoeveelheden Q-koortsbacterie uitscheiden.
9
Kunt u nog eens toelichten hoeveel vaccins er ter beschikking staan om alle geiten
en schapen voor 2010 te vaccineren? Is het waar dat het om circa 1,2 miljoen
schapen en circa 400.000 geiten gaat? Moeten deze dieren niet dubbel worden
gevaccineerd uit voorzorg? Zijn 1,5 miljoen vaccins dan wel voldoende om te
voorkomen dat zoals in 2009 is gebeurd er onvoldoende vaccins waren voor
bedrijven in besmette gebieden? Kunt u garanderen dat er voldoende vaccins zijn
om alle geiten en schapen te vaccineren?
Voor 2010 zijn 1,5 miljoen doses vaccin beschikbaar. Hiermee worden de schapen
en geiten gevaccineerd, die mogelijk een risico voor de volksgezondheid kunnen
vormen, indien zij besmet zijn met Q-koorts (alle melkgeiten en melksschapen en
alle schapen en geiten op kinderboerderijen, dierentuinen, zorgboerderijen en
bedrijven die lammetjesaaidagen houden). Er is niet genoeg vaccin voor
vaccinatie van alle schapen en geiten in Nederland.
10
Wilt u deze vragen binnen één week beantwoorden?
Ja.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit