Fiscale nieuwsflits 13 januari 2010
Nieuwsbericht | 13-01-2010 | Algemene wet inzake rijksbelastingen
Deze fiscale nieuwsflits heeft een bericht dat de staatssecretaris
afziet van beroep in cassatie over AWR: grondslag heffingsrente
ontvalt en boete ten onrechte opgelegd.
AWR: grondslag heffingsrente ontvalt en boete ten onrechte opgelegd
De staatssecretaris laat in een toelichting weten waarom hij afziet
van cassatieberoep tegen de uitspraak waarin het hof besliste dat de
grondslag aan de heffingsrente was ontvallen omdat geen
omzetbelastingschuld is ontstaan. Verder bleek ook de boete ten
onrechte opgelegd.
Geconfronteerd met de gevolgen van een naheffingsaanslag OB vanwege
het, volgens de inspecteur, niet van toepassing zijn van de
vrijstelling ex art. 3, heeft firma A, exploitant van schepen, aan de
afnemer van een vrachtschip (X bv) een factuur uitgereikt waarbij aan
X bv omzetbelasting is berekend. X, die de belasting kon aftrekken,
stemde toe het recht op deze voorbelasting via verpanding aan A te
doen toekomen. Met instemming van de Belastingdienst heeft A zo een
praktische oplossing van een gerezen financieel probleem bereikt. Aan
de afnemer is inzake de teruggaaf geen heffingsrente vergoed. Genoemde
maatregelen hebben echter geen oplossing gebracht voor de aan A
opgelegde boete en de berekende heffingsrente.
Volgens het hof moet, ter beantwoording van de vraag of terecht
heffingsrente is berekend, eerst de vraag worden beantwoord of A ter
zake van de transactie met betrekking tot het vrachtschip
omzetbelasting is verschuldigd. Het hof kwalificeert de transactie als
de overdracht van een algemeenheid van goederen. Dit heeft tot gevolg
dat geen omzetbelastingschuld is ontstaan. Wellicht ten overvloede
merkt het hof op dat hierbij is meegewogen het beleid neergelegd in de
resolutie van 3 december 1973, nr. B73/21 444 (OB-BTW 449). Op basis
van die resolutie gold in het tijdvak een goedkeuring dat overdrachten
van binnenvaartschepen door de ene binnenvaartschipper aan de andere
binnenvaartschipper onder voorwaarden onder de toepassing van art. 31
OB kunnen vallen. Het hof merkt nog op dat art. 37 OB hier niet van
toepassing te achten. Dit gelet op doel en strekking van die
wetsbepaling.
Nu A ter zake van bedoelde transacties dus geen omzetbelasting was
verschuldigd, komt daarmee de grondslag aan de berekende heffingsrente
te ontvallen. Aangaande de boete, slaagt de inspecteur, al omdat geen
omzetbelasting is verschuldigd, niet in het van hem verlangde bewijs
dat de boete terecht is opgelegd.
De staatssecretaris ziet af van cassatie. Op basis van de tekst van de
resolutie kan de indruk ontstaan dat deze uitsluitend ziet op
overdrachten tussen binnenvaartschippers natuurlijke personen en niet
op overdrachten van een binnenvaartschipper natuurlijk persoon aan een
bv, waarin een binnenvaartschipper zijn onderneming drijft. Op grond
van het neutraliteitsbeginsel is het niet goed mogelijk om een
dergelijk onderscheid te (blijven) maken.
Nu het in de resolutie neergelegde beleid van toepassing zou zijn bij
overdracht aan een binnenvaartschipper natuurlijk persoon, kan het
beleid ook worden toegepast bij de overdracht aan een bv die met het
binnenvaartschip het vervoer ongewijzigd blijft voortzetten, waardoor
in het licht van de resolutie sprake is van voortzetting van de
onderneming. De staatssecretaris acht ongewenst om op dit punt
cassatie in te stellen. Hij aanvaardt verder het hofoordeel over art.
37 OB op basis van redelijke wetstoepassing. Daarbij is met name van
belang dat A art. 31 in beginsel terecht toepaste en slechts op
instigatie van de inspecteur alsnog een factuur met omzetbelasting
uitreikte.
Toelichting staatssecretaris van 21 december 2009, nr. DGB 2009-6268
n.a.v. uitspraak Hof Den Haag van 23 oktober 2009, 2008/00402,
01-09-2005 t/m 30-09-2005, Awr 30f en 67f en Ob 1968 31 en 37
Meer informatie
* Toelichting staatssecretaris van 21 december 2009 nr. DGB2009-6268
13-01-2010 | PDF bestand, 12 Kb
* Uitspraak Hof 's-Gravenhage van 23 oktober 2009, 2008/00402 is tot
op heden niet gepubliceerd.
Ministerie van Financiën