Vereniging Milieudefensie
Milieudefensie doet concrete voorstellen
Nederlandse bedrijven kunnen het veel beter doen in het buitenland
Tijdens de hoorzitting 'Aansprakelijkheid Nederlandse Moederbedrijven'
op donderdag 14 januari in de Tweede Kamer zal Milieudefensie drie
concrete voorstellen doen om er voor te zorgen dat het Nederlandse
bedrijven buiten Europa het milieu niet verder aantasten en de
mensenrechten respecteren.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen is binnen Nederland door het
bedrijfsleven behoorlijk aanvaard. Opereert een Nederlands bedrijf
buiten de landsgrenzen dan is het echter eerder uitzondering dan
regel. Geert Ritsema, woordvoerder van Milieudefensie; 'Over het
algemeen geldt dat Nederlandse bedrijven, zodra zij zich buiten Europa
begeven, een dubbele standaard hanteren. Ze vertonen gedrag dat in
Nederland en Europa absoluut onaanvaardbaar zou zijn, en niet
getolereerd zou worden.' Te denken valt bijvoorbeeld aan het illegaal
kappen van beschermd bos en het veroorzaken van grootscheepse
olielekkages zonder die goed op te ruimen.
Volgens Milieudefensie is deze problematiek niet aan te pakken, zoals
de overheid nu voorstelt, door bedrijven vrijwillig maatregelen te
laten nemen. Er is meer nodig.
Milieudefensie stelt voor de zeggenschap van Nederlandse
moederbedrijven over dochterbedrijven te verduidelijken. Nu is het
zeer moeilijk om een moederbedrijf aansprakelijk te stellen voor het
gedrag van het dochterbedrijf. Door een aantal criteria vast te leggen
(zoals het percentage aandelen in bezit van het moederbedrijf) kan een
rechter makkelijker bepalen dat een moederbedrijf zeggenschap heeft
over de bedrijfsvoering van het dochterbedrijf.
Een door de overheid op te stellen bindende gedragscode voor
Nederlandse bedrijven is een ander punt waar Milieudefensie voor
pleit. Nu bepalen bedrijven zelf of zij wel of niet zo'n gedragscode
opstellen en wat de inhoud ervan is. Bovendien bestaan er voor
benadeelden en overheden geen instrumenten om ervoor te zorgen dat
bedrijven zich ook echt aan hun eigen gedragscodes houden.
Tot slot stelt Milieudefensie voor te komen tot een milieu-en
mensenrechtenfonds voor buitenlandse gedupeerden. Voor buitenlandse
slachtoffers is het vrijwel ondoenlijk om een rechtszaak of procedure
starten tegen een Nederlands moederbedrijf. Het duurt lang en de
kosten zijn hoog. Met het instellen van een rechtsbijstandsfonds waar
buitenlandse burgers en maatschappelijke organisaties, onder bepaalde
voorwaarden gebruik van kunnen maken, zouden slachtoffers makkelijker
hun recht kunnen halen.