Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Datum 13 januari 2010 2009Z21622

Onderwerp Kamervragen

-

Geachte voorzitter,

Hiermee beantwoord ik de vragen die het lid Meeuwis heeft gesteld over de verdringing van luchtsporten.


1. Bent u bekend met het bericht "Eurlings knevelt luchtsporten"?


1. Ja


2. Is er bewust gekozen voor deze aanpak, die de beoefening voor luchtsporten zeer beperkt en blijkbaar zelfs onmogelijk maakt? Kunt u aangeven waarop deze keuze is gebaseerd?


2. De gekozen aanpak betreft de wijziging van de Wet luchtvaart inzake de Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens (RBML) en de hierop gebaseerde Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen (RVGL), die beide per 1 november 2009 in werking zijn getreden. Deze regelingen beogen niet de luchtsporten, in casu de ballonvaart en het scherm- en zeilvliegen, onmogelijk te maken. De regelgeving is bedoeld om de veiligheidsituatie in het luchtruim te verbeteren.

In de RVGL zijn de eisen opgenomen waaraan de permanente ballonterreinen en lierlocaties voor scherm- en zeilvliegen moeten voldoen. Landingen met ballonnen en scherm- en zeilvliegtuigen mogen overigens op elk terrein plaatsvinden, zoals ook onder de oude regelgeving al het geval was.

De in de RVGL geformuleerde veiligheidseisen sluiten aan bij de tot nu toe in de praktijk toegepaste toetsingscriteria, die vooral gericht zijn op een veilig samengaan van de grote en de kleine luchtvaart, en om de start- en landingsterreinen te laten voldoen aan standaard veiligheidseisen. Waar de beoefening van de luchtsporten wordt beperkt door toedoen van de nieuwe regelgeving, ben ik zeer bereid om in gesprek met de betrokken partijen te bezien hoe dit opgelost kan worden.

a
agina 1 van 2 P






3. Indien niet bewust gekozen is voor deze aanpak, kunt u toezeggen op korte Datum termijn, in overleg met de sector, een voorstel voor aanpassing en aanvulling van 13 januari 2010

de regeling op te stellen? Ons kenmerk VENW/DGLM-2009/5043 3. Om een goede overgang naar de nieuwe goedkeurings- of ontheffingsprocedures mogelijk te maken en om de provincies zich in staat te laten stellen hun nieuwe verantwoordelijkheden adequaat in te vullen is in de overgangsbepalingen bij de RBML erin voorzien dat de situatie voor alle onder de oude regelgeving goedgekeurde terreinen tot 1 november 2010 ongewijzigd blijft.

Op zeer korte termijn zal samen met de sector en met de provincies en het IPO nagegaan worden welke ongewenste effecten optreden als gevolg van de nieuwe regelingen, en op welke wijze hier een oplossing voor gevonden kan worden. Voor wat betreft de te doorlopen administratieve procedures ben ik met het Interprovinciaal Overleg in overleg getreden om tot een adequate oplossing te komen. Mijn volle inzet is erop gericht de procedures te vereenvoudigen en administratieve lasten te voorkomen. Ik verwacht u op korte termijn de resultaten van dit overleg te kunnen melden.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

agina 2 van 2 P