ChristenUnie


Onduidelijkheid rondom CO2-opslag Barendrecht

Onduidelijkheid rondom CO2-opslag Barendrecht

woensdag 13 januari 2010 10:40 Vandaag debatteert de Tweede Kamer wederom over ondergrondse CO2-opslag in Barendrecht. Voor de ChristenUnie gaat het om de vraag welke betekenis de proef in Barendrecht heeft bij het behalen van nationale CO2-reductiedoelstellingen. ,,Wij hechten sterk aan een goede en heldere volgordelijkheid," aldus Esmé Wiegman.

Als het gaat om CO2-opslag heeft de ChristenUnie-fractie altijd betoogd dat CCS slechts een onderdeel is van de transitie naar een duurzame energiehuishouding. Dit tijdelijke alternatief hebben we nodig om de doelstelling van -30% uitstoot in 2020 te realiseren.

Voor de partij is op dit moment nog onduidelijk hoe de proef in Barendrecht past in het traject om te komen tot grootschalige CO2-opslag in het noorden van het land, waardoor een aanzienlijk deel van de nationale CO2-reductiedoelstellingen behaald moeten gaan worden. Daarbij is het van belang dat de regering in het proces van introductie en toepassing van CCS, een regierol heeft. Wiegman: ,,De rol van de regering rondom de proef in Barendrecht is pas laat in beeld gekomen.Dat is te betreuren vanuit het oogpunt van communicatie en het verwerven van draagvlak."

De Kamer is een brief toegezegd waarin de regering zal uiteenzetten hoe het proces in het Noorden van het land om te komen tot CO2-opslag versneld zal worden en over de mogelijkheden hiertoe de Kamer in de eerste helft van 2010 te informeren. Als het gaat om de beoogde versnelling heeft de ChristenUnie nog weinig concrete aanwijzingen in termen van tijd en vervolgproces gezien hoe de projecten versneld kunnen worden.

Daarom dient Wiegman de volgende moties in:

overwegende dat op dit moment nog onduidelijk is hoe de proef in Barendrecht past in het traject om te komen tot grootschalige CO2-opslag in het noorden van het land, waardoor een aanzienlijk deel van de nationale CO2-reductiedoelstellingen behaald moeten gaan worden,

verzoekt de regering de Kamer binnen drie maanden te informeren over de rol van ccs in het behalen van de Nederlandse klimaatdoelstellingen en het tijdpad en de volgorde die gevolgd worden van proef, via demonstratie tot aan verplicht toegepaste techniek;

verzoekt de regering voorts pas te beslissen inzake de vergunningverlening voor CO2-opslag in Barendrecht indien vast is komen te staan dat in Noord-Nederland in de nabije toekomst een locatie voor grootschalige CO2 opslag wordt ingericht en de proef in Barendrecht daarvoor een noodzakelijke tussenstap is.

De vergunningverlening wordt geclausuleerd afgehandeld, en zal al wel voldoen aan nog niet bestaande wetgeving. Maar wat betekent dit voor mogelijke toetsing door een rechter? Betekent dit ook dat er geen gebruik gemaakt mag worden van de vergunning zolang niet aan alle eisen van de nieuwe wetgeving wordt voldaan?

De ChristenUnie wil graag duidelijkheid over het wettelijke kader dat van toepassing is en dient daarom de volgende motie in:

constaterende dat de regering met het besluit een CO2-opslagproject in Barendrecht toe te staan vooruitloopt op de implementatie van de Richtlijn CCS in nationale wetgeving,

van mening dat een zorgvuldige wettelijke verankering voor CCS wenselijk is alvorens te besluiten een CO2-opslagproject in Barendrecht toe te staan,

verzoekt de regering het wetsvoorstel voor de implementatie van de Richtlijn CCS zo spoedig mogelijk naar de Kamer te zenden en een eventuele vergunning zonodig aan te passen indien de ccs-implementatiewet daar aanleiding toe geeft.

Tags Esmé Wiegman