Ministerie van Financiën
Ons kenmerk: BZ/ 09 / 1005 U

Uw brief (kenmerk): 2009 D 61822

Datum: 13 januari 2010

Beantwoording feitelijke vragen Jaarverslag 2008 Europese
Rekenkamer

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de feitelijke vragen van de
commissie voor de Rijksuitgaven over het Jaarverslag 2008 van de
Europese Rekenkamer.

Hoogachtend,
de minister van Financiën,

Wouter Bos

Meer informatie

1/3
Antwoorden naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de commissie voor de
Rijksuitgaven over het Jaarverslag 2008 van de Europese Rekenkamer (ingezonden 4
december 2009)

Nr Vraag
1 - 4 Welke maatregelen zouden genomen kunnen worden om te voorkomen dat enkele diensten
de afgrenzing tijdens de afsluitingsprocedure gebruiken om onjuiste rekeningen aan te
passen in plaats van de desbetreffende individuele foutgevoelige boekingen te corrigeren
(bijvoorbeeld het boeken van onjuiste bedragen, dubbele of weggelaten boekingen)?
De Europese Rekenkamer constateert dat de verrekening van uitstaande voorfinancieringen
niet altijd correct wordt uitgevoerd en een aantal verrekeningen helemaal niet werd
uitgevoerd of voor onjuiste bedragen geboekt. Welke maatregelen kunnen hiertegen
genomen worden?
De afwijkende en ongeschikte verrekening van voorfinancieringen leidt tot minder
nauwkeurige resultaten voor de afsluitingsberekening aan het eind van het jaar. Kan er niet
ingezet worden op een eensluidend systeem om in ieder geval afwijkende verrekening van
voorfinancieringen te voorkomen?
Op de opmerkingen van de Europese Rekenkamer, genoemd in de paragrafen 1.11, 1.13 en
1.15, reageert de Europese Commissie met de mededeling dat zij de opmerkingen van de
Europese Rekenkamer onderschrijft en dat haar boekhoudkundige diensten werk zullen
blijven maken van de aan de orde gestelde zaken en de boekhoudkundige werkzaamheden
van de directoraten-generaal nauwlettend blijven volgen, teneinde de juistheid van de
boekhoudkundige basisgegevens te verbeteren, bijvoorbeeld door middel van initiatieven
als het lopende project voor boekhoudkundige kwaliteit. Is dit de enige mogelijkheid als het
gaat om de door de Europese Rekenkamer geconstateerde fouten dan wel onjuistheden?
Kun je dit niet verwerken in het antwoord en impliciet daarbij aangeven dat het oplossen
ervan een verantwoordelijkheid is van de Cie cq de individuele DG's (korte procedure
schets hoe wordt omgegaan met foutmeldingen door ERK)
Reactie op vragen 1 t/m 4:
Naar het oordeel van de Europese Rekenkamer voor wat betreft de betrouwbaarheid van de
rekeningen, geeft de "jaarrekening van de Europese Gemeenschappen" in alle materiële
opzichten een getrouw beeld van de financiële situatie van de Gemeenschappen per 31 december
2008, en van de resultaten van hun verrichtingen en kasstromen voor het op die dag afgesloten
begrotingsjaar.
Verder zij opgemerkt dat de Europese Commissie sinds 20051 een afsluiting met
periodetoerekening toepast. Hiertoe heeft de Europese Commissie intern aan de
directoraten-generaal een eensluidende procedure aangereikt voor het achteraf toetsen van
de afsluitingsgegevens. Dit diende met name ter waarborging van de consistentie van de
afsluitingsmethoden en -procedures. Met betrekking tot de afsluitingsmethoden - en
procedures heeft de Europese Rekenkamer bij tien directoraten-generaal die zijn onderzocht
(die meer dan 90 % van de opgelopen financiële lasten vertegenwoordigen) in de laatste drie
jaren constante verbeteringen waargenomen.
Het kabinet verwelkomt zowel het algehele positieve oordeel van de Europese Rekenkamer
als de constante verbeteringen die door de Europese Rekenkamer worden waargenomen.
Dit neemt echter niet weg dat, zoals ook door de Europese Rekenkamer geconstateerd, er
ruimte voor verbetering is. Deze ruimte voor verbetering wordt door de Europese
Commissie ook specifiek onderschreven. In dit licht verwelkomt het kabinet het lopende
project van de Europese Commissie voor boekhoudkundige kwaliteit
1 Pagina 22, paragraaf 1.18, Jaarverslag Europese Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het
begrotingsjaar 2006
Het kabinet onderstreept daarnaast de conclusie dat de gebreken in de boekhoudsystemen
(deels) te wijten zijn aan het complexe wettelijk en financieel kader. Nederland heeft de
afgelopen jaren op verschillende manieren en op verschillende terreinen (onderzoek, landbouw,
structuurbeleid) actief bijgedragen aan het verbeteren van complexe regelgeving en procedures
en zal dit ook blijven doen. Met het oog hierop wacht Nederland dan ook de op stapel staande
voorstellen van de Europese Commissie met betrekking tot de herziening van het
Financieel Reglement van de EU, dat de basis voor de door de Europese Commissie
vastgestelde boekhoudregels vormt, medio 2010 af.
5 De commissie deelt de mening van de Europese Rekenkamer dat de uitgaven voor
plattelandsontwikkeling een hoger foutenpercentage vertonen, maar stelt tevreden vast dat
het foutenpercentage op dit gebied afneemt. Mogen we er van uitgaan dat dit niet betekent
dat er geen werk meer wordt gemaakt van het verbeteren van het foutenpercentage?
Reactie:
De Europese Commissie zet zich continue in voor verbetering van het financieel beheer om
de onregelmatigheden in de Europese uitgaven te verminderen ondermeer via het actieplan
voor een geïntegreerd Europees controle raamwerk. Daarnaast vraagt het Directoraatgeneraal
voor Landbouw van de Europese Commissie verantwoording over de resultaten
van het financieel beheer over de Europese landbouwfondsen door de afgifte van een
jaarlijkse borgingsverklaring van de directeur van het Betaalorgaan, waarin een analyse
opgenomen is van de uitkomsten van de controles ter plaatse op de rechtmatigheid van
steunaanvragen. Dit vormt een onderdeel van de nationale controles. Daar waar
verbeteringen noodzakelijk zijn rapporteert de auditautoriteit hierover in haar certificerend
rapport aan de Europese Commissie.
Voor wat Nederland betreft legt de minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit via
de nationale verklaring jaarlijks verantwoording af over de Europese landbouwfondsen en
verstrekt de Tweede Kamer daarbij informatie over de onregelmatigheden bij de
landbouwfondsen. Instandhouding van de kwaliteit en de verbetering van het financieel
beheer vormen daarbij een continue aandachtspunt van de minister van LNV. De Algemene
Rekenkamer (AR) geeft op verantwoordingsdag haar oordeel en aanbevelingen bij de
nationale verklaring. Zowel de nationale verklaring als het oordeel van de AR worden naar
de Europese Commissie gezonden.
6 De Europese Commissie stelt tevreden vast dat het oordeel van de Europese Rekenkamer
over het geheel genomen gunstiger is dan voorheen en van een opmerkelijke vooruitgang
ten opzichte van vorig jaar getuigt, terwijl de Europese Rekenkamer weliswaar
verbeteringen constateert maar ook constateert dat bijvoorbeeld het foutenpercentage bij de
beleidsgroep Onderzoek, energie en vervoer nog steeds boven de 2 % ligt. Hoe vallen deze
twee op het oog verschillende conclusies te rijmen?
Reactie:
De Europese Rekenkamer geeft in haar de onderzoek per beleidsveld een afzonderlijk
oordeel over de rechtmatigheid. Hoewel de afgelopen jaren het aantal beleidsvelden met
een positief oordeel is toegenomen, is het financieel beheer van de Europese begroting als
geheel nog niet op orde.
"Tabel 1.3" en "Grafiek 1.1"2 in ogenschouw nemend, duidt het antwoord van de Europese
Commissie waarschijnlijk op de afname van het algehele foutenpercentage, mede door het
positieve oordeel van de Europese Rekenkamer voor wat betreft de beleidsgroep Landbouw
en natuurlijke hulpbronnen, dat voor de eerste maal dit jaar is afgegeven. Nederland
verwelkomt dit positieve oordeel van de Europese Rekenkamer, maar is tegelijkertijd van
mening dat binnen deze beleidsgroep m.n. de uitgaven voor plattelandsontwikkeling
zorgelijk blijven. Niet in de laatste plaats vanwege complexe regelgeving en procedures.
Nederland heeft de afgelopen jaren op verschillende manieren en op verschillende terreinen
(onderzoek, landbouw, structuurbeleid) actief bijgedragen aan het verbeteren van complexe
regelgeving en procedures en zal dit ook in de toekomst blijven doen.
2 Pagina 26 en 27, Jaarverslag Europese Rekenkamer over de uitvoering van de begroting over het begrotingsjaar
2008
7 Er is door de Europese Commissie nog geen enkele sanctie opgelegd, hoewel een
uitgebreid sanctiesysteem een van de belangrijkste corrigerende maatregelen was die bij de
aanvang van kaderprogramma voor onderzoek in 2002 (KP6) werden doorgevoerd. De
Europese Commissie volstaat met het antwoord dat het beheersproces dat noodzakelijk is
voor de uitvoering van de meerjarige controlestrategie eind 2008 grotendeels operationeel
is. Zijn er inmiddels wel sancties opgelegd?
Reactie:
De Europese Commissie heeft aangegeven dat er naar aanleiding van de eindafrekening van
KP6 projecten (bijvoorbeeld door ex post herberekening van personeelskosten)
terugvorderingen zijn ingesteld naar eindbegunstigden. De Europese Commissie kan over
het bedrag van deze terugvorderingen "liquidated damages" vorderen, vanwege gederfde
inkomsten of kosten (bijvoorbeeld uit rente) voor de Europese begroting. Dit staat echter
niet gelijk aan een sanctie. Op basis van de Europese regelgeving mag de Europese
Commissie een sanctie opleggen als er stelselmatig een flagrante overtreding van Europese
regelgeving heeft plaatsgevonden. Directoraat-generaal Onderzoek heeft op basis van de
eindafrekeningen van KP6 projecten tot nog toe nog geen sancties opgelegd. Verder gaf zij
aan dat in onderzoeksprojecten het aantal onregelmatigheden relatief gering is in relatie tot
de grote controle-inspanningen.