Ingezonden persbericht


Nummer: tweede open brief Bestuur ABP Uw brief: Oude Lindestraat 70 Ref.: CAdL 6411 EJ Heerlen Bijlage(n): geen

Den Haag, 11 januari 2010

Betreft: Tweede Open Brief aan het ABP bestuur

Geacht Bestuur,

Het bestuur van de Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen (NBP) heeft zich op 2 oktober 2009 tot u gewend middels een Open Brief. De aanleiding voor het schrijven van die brief was onze grote bezorgdheid over de wijze waarop uw bestuur meent de pensioenbelangen van de verplichte deelnemers in het fonds te moeten behartigen. Wij constateerden een structurele onvrede bij deelnemers die naar onze mening op adequate wijze onderzocht, geanalyseerd en beantwoord diende te worden. In deze brief gingen wij in enig detail in op de grieven die aan deze mening ten grondslag liggen. Wij noemden (i) de bestuurssamenstelling van het ABP; (ii) de samenstelling van de Raad van Commissarissen van de APG; (iii) uw wijze van communiceren met deelnemers van het ABP; (iv) de inhoud en toonzetting van uw publicaties; (v) uw arrogante en regenteske opstelling in de media. Wij constateren dat ruim drie maanden na het versturen van de open brief tot op heden uw bestuur niet de moeite heeft genomen om op ons schrijven te reageren.
Niet alleen heeft uw bestuur niet de moeite willen nemen om onze Open Brief te beantwoorden, bovendien zijn er weer nieuwe stappen gezet die alleen maar leiden tot nog meer punten van zorg over het functioneren van het ABP dan wij eerder onder woorden hebben gebracht. We zullen in enig detail in een tweede Open Brief kritisch op deze nieuwe ontwikkelingen ingaan.





(i) Het aanblijven in het ABP bestuur van de heer Borghouts Tot verbazing en ergernis van de NBP en zijn leden, en niet alleen van hen, is in november 2009 duidelijk geworden dat de toezegging van de heer Borghouts om zich terug te trekken uit het ABP bestuur alsnog niet wordt nagekomen. Wij zullen onze eerder onderbouwde bezwaren tegen een bestuurslidmaatschap van de heer Borghouts niet herhalen. Die zijn bekend en blijven onverkort van kracht. Wat uw bestuur toch te denken zou moeten geven, is het feit dat deze affaire zelfs door een meerderheid in de Tweede Kamer als uiterst ongewenst beoordeeld wordt, waarbij expliciet gesteld is dat deze benoeming slechts een negatief effect kan hebben op het broodnodige herstel van maatschappelijk vertrouwen in het ABP. Dat juist van werkgeverszijde een dergelijke voordracht gedaan wordt, geeft ten duidelijkste aan dat in deze kringen het maatschappelijk besef van wat bij de verplichte deelnemers van het ABP leeft, ontbreekt. Dat uw bestuur als geheel dit heilloze voorstel niet geblokkeerd heeft, voedt slechts de kritiek die wij en anderen eerder op uw functioneren uitten.
(ii) De houding van het ABP bestuur vóór, tijdens en na Kassa van 7 november 2009 Op 7 november 2009 verzorgde het televisieprogramma Kassa, in samenwerking met de NBP, een spraakmakende uitzending waarin de gevolgen van de officieel bij De Nederlandsche Bank (DNB) ingediende herstelplannen van een vijftal bedrijfstakpensioenfondsen waaronder het ABP, die met elkaar ruim 8,3 miljoen deelnemers tellen, gepresenteerd werden. Deze berekeningen zijn gedaan aan de hand van de eigen cijfers van de betrokken pensioenfondsen, en de resultaten zijn ruim voor de uitzending aan de diverse fondsbesturen, ook aan het ABP, voorgelegd. Het ABP gaf vóór de uitzending aan Kassa te kennen dat men geen onjuistheden in de geleverde cijfers had aangetroffen. Voor de volledigheid geven we de cijfers opnieuw, uitgaande van een pensioen van euro 10000:
ABP: 2,7 miljoen pensioengerechtigden.
Begin van het jaar 2009 2010 2014 2019 2024 Dekkingsgraad 90 105 117 130 139 Ontwikkeling Pensioen 10.000 10.000 10.252 11.126 12.619 Pensioen had moeten zijn 10.473 10.735 11.849 13.406 15.166 Tekort in euro's per jaar 473 735 1.597 2.280 2.549 Totaal tekort in 15 jaar 28.960 Tekort uitgedrukt in koopkracht 473 682 1.311 1.640 1.476 Totaal tekort aan koopkracht in 15 jaar 21.200 Opvallend is dat van de vijf onderzochte grote pensioenfondsen het ABP een plaats in de achterhoede inneemt. Dit werpt een wel vreemd licht op de opstelling van uw vice-voorzitter Xander den Uyl die in de uitzending zonder enige onderbouwing betoogde dat het ABP het allemaal uitstekend gedaan had. Helaas had hij de feiten daarbij niet aan zijn zijde. In een gesprek onmiddellijk na de uitzending werden door de heer Den Uyl onze cijfers op geen enkele wijze aangevochten. Buitengewoon merkwaardig is daarom de huidige opstelling van uw





bestuur. Achteraf wordt nu betoogd dat de gepresenteerde cijfers zonder betekenis zouden zijn. Wat de correcte cijfers dan wél zouden zijn, mochten de verplichte deelnemers in uw fonds tot dusver helaas niet van u vernemen.
(iii) De indexatie per 1 januari 2010
Hoewel op de peildatum van 1 november 2009 de dekkingsgraad van het ABP vrijwel precies 105 bedroeg en dus volgens de in eerdere jaren gehanteerde staffel dit tot een indexatie van 0% zou moeten leiden, kwam het ABP toch triomfantelijk met het bericht dat over 2009 een indexatie van 0,45% toegekend zou worden. Dat hiervan slechts 0,28% structureel en de rest incidenteel was, en over wat de consequenties voor gepensioneerden zijn, werd aanzienlijk minder transparant gecommuniceerd. Het is daarom dienstig een cumulatief overzicht van niet door het ABP uitbetaalde indexatie te geven.

We zien dat cumulatief voor gepensioneerden de niet uitbetaalde indexatie zo langzamerhand twee pensioenmaanden bedraagt. Uw publiciteitsoffensief over een indexatie van 0,45% doet in het licht van deze cijfers dan ook wat onwerkelijk aan. Ook het achterwege laten van de eerder aangekondigde premieverhoging, nodig om het herstel te bespoedigen, lijkt vooral door politieke overwegingen ingegeven te zijn.
Bij het toekennen van de indexatie over 2009 is dit voorgenomen bestuursbesluit niet zoals dat hoort eerst voor advies voorgelegd aan de deelnemersraad (DNR). Niet dat de mening van dit gremium dat voor 95% de vakbondsclaque vertegenwoordigt in de praktijk veel verschil gemaakt zou hebben, maar de overwegingen van uw bestuur om deze normale adviesaanvraag over te slaan zijn te curieus om niet te vermelden. Het ABP wilde als eerste grote pensioenfonds met een positief indexatiebericht komen, teneinde enig tegenwicht te bieden aan de negatieve publiciteit die het ABP zo uitgebreid in 2009 ondervonden had. In dat tijdspad paste geen normale adviesprocedure.





Wij moeten helaas concluderen dat het uitbetalen van indexatie kennelijk vooral dient om te trachten het geschonden prestige van uw bestuur op te vijzelen. Wij zouden u in overweging willen geven u eens te verdiepen in de onderliggende redenen voor de imagoschade die het ABP vooral door eigen toedoen heeft opgelopen, en de werkelijke oorzaken die aan iedereen die zijn ogen open heeft bekend zijn eens aan te pakken. Het misbruiken van een voor vele gepensioneerden zo gevoelig instrument als de indexatie voor de prestigedoelen van uw bestuur komt daarbij buitengewoon onaangenaam en opportunistisch over. Dit wringt des te meer omdat een cumulatief overzicht van niet uitbetaalde indexatie, zoals samengevat in bovenstaande tabel, door het ABP nog nooit verschaft is. Transparantie staat bij u kennelijk niet hoog in het vaandel. Samenvattend, tot onze spijt moeten wij constateren dat uwerzijds geen enkele poging is ondernomen om de ernstige kritiek over het functioneren van het ABP die leeft bij veel van uw deelnemers serieus te nemen en te beantwoorden. Integendeel, de wijze waarop het ABP ook ná oktober 2009 naar buiten is getreden, heeft in brede kring nieuwe weerstanden opgeroepen. Kennelijk kiest u voor een opstelling waarin op fundamentele kritiek niet wordt ingegaan, in de hoop dat één en ander wel over zal waaien. Het hoognodige herstel van vertrouwen van met name gepensioneerden in hun pensioenfonds verdwijnt door deze houding naar een zich steeds verder verwijderend verschiet. Wij besluiten met de laatste zin uit onze eerste Open Brief die helaas nog onverkort geldigheid bezit: Uw onvermogen om de thans heersende problemen onder ogen te zien en adequaat aan te pakken en te communiceren, kan slechts leiden tot een verdere erosie van onze pensioenbelangen.

Namens het NBP bestuur,

Prof. Dr. C.A. de Lange
voorzitter




Ingezonden persbericht