Drie Marie Curie-subsidies voor jonge natuurkundigen
Drie wetenschappers van het LION hebben een Marie Curie-subsidie
gekregen voor hun onderzoek. Susanne Fenz en Stefan Semrau komen de
Biofysicagroep van Thomas Smidt versterken. Peter Zijlstra gaat aan de
slag bij onderzoeksgroep Moleculaire Nano-optica en Spins van Michel
Orrit.
Marie Curie-subsidies
De Europese Commissie wijst deze subsidies toe aan jonge
wetenschappers om de ontwikkeling van hun carrière te
stimuleren. Naast een geldbedrag is het de bedoeling om
ondersteuning te bieden wat betreft mobiliteit en training,
zowel op het gebied van hun wetenschappelijke als persoonlijke
vaardigheden. Er zijn verschillende varianten. Zo ontving Fenz
een Intra-European Fellowship (IEF), bedoeld voor onderzoekers
die binnen Europa in een ander land aan de slag gaan. Semrau
kan door het International Outgoing Fellowship (IOF) de stap
naar Amerika maken, terwijl Zijlstra juist vanuit Australië
naar Nederland kan komen.
Marie Curie
Tumorcel vraagt om voeding
De Duitse Susanne Fenz rondde afgelopen zomer haar postdoc aan
het onderzoekscentrum Jülich af en is sinds september actief in
Leiden. Ze gaat zich 18 maanden lang richten op het
Ewing-sarcoom, een zeldzame en zeer kwaadaardige vorm van
botkanker, die voornamelijk voorkomt bij jonge kinderen en
adolescenten.
Bij deze vorm van kanker lijkt een belangrijke rol weggelegd
voor een bepaald eiwit, CXCR4. Daarop zal de focus van haar
onderzoek dan ook liggen. Ze legt uit: `Tumorcellen die dit
eiwit hebben zaaien uit naar organen die een bepaald stofje
uitscheiden. Tegelijkertijd stimuleren ze de groei van nieuwe
bloedvaten naar de tumor toe.'
Susanne Fenz
Bloedbaan
Dat laatste zorgt ervoor dat tumoren kunnen worden voorzien van
zuurstof en voedingsstoffen, waardoor zij zich verder kunnen
ontwikkelen. Aan de andere kant biedt het bloedvat kankercellen
de mogelijkheid om ook via de bloedbaan naar andere plaatsen in
het lichaam te trekken.
Geheim
De verplaatsing van tumorcellen en vaatwandcellen wordt
gestuurd door een complexe reeks van gebeurtenissen op
moleculair niveau, die nog niet goed in kaart gebracht is. Dit
`geheim' wil Fenz nu ontrafelen. `Met behulp van een speciale
microscoop kunnen we op moleculair niveau bekijken wat er aan
het oppervlak van de cel en daarbinnen precies gebeurt. Inzicht
hierin is belangrijk om in de toekomst nieuwe geneesmiddelen te
ontwikkelen en patiënten specifieke behandeling te kunnen
bieden.'
Bacteriën: samen sterk tegen antibioticum
Stefan Semrau is al vanaf 2005 betrokken bij het LION. Hij
werkte de afgelopen jaren aan zijn promotieonderzoek en mag
zich sinds kort doctor noemen. Met de subsidie die hij in de
wacht sleepte gaat hij eerst twee jaar naar het Massachusetts
Institute of Technologie (MIT), waarna hij ook nog een jaar
onderzoek in Leiden komt doen. Onderwerp van zijn project is de
genetische basis van weerstand die bacteriën ontwikkelen tegen
antibiotica.
Stefan Semrau
Weerstandgenen
Binnen populaties van bacteriën zijn sommigen van hen uitgerust
met erfelijk materiaal dat ervoor verantwoordelijk is dat zij
antibiotica kunnen weerstaan. Doordat ze in staat zijn om dit
door te geven aan hun soortgenoten, kan de gehele populatie in
korte tijd een aanval van een antibioticum afslaan. Het
onderzoek van Semrau moet leiden tot nieuwe inzichten in de
achterliggende mechanismen die hierbij een rol spelen, zodat
methodes kunnen worden ontwikkeld om verspreiding van de
`weerstandgenen' te voorkomen.
Verhoudingen
In Amerika wil Semrau in eerste instantie de genetische basis
voor weerstand bloot leggen. Zo wil hij een goed overzicht
krijgen van alle factoren die hierbij een rol spelen, hoe zij
elkaar beïnvloeden en in welke verhoudingen dit allemaal
gebeurt. Vervolgens gaat hij kijken naar het proces dat
verantwoordelijk is voor de overdracht van het genetisch
materiaal van de ene bacterie naar de andere.
Kleine schaal
Waar hij aan het MIT hele groepen van bacteriën zal
onderzoeken, biedt het LION hem de mogelijkheid om ook op zeer
kleine schaal te kijken wat er gebeurt. Bovendien is het de
bedoeling dan ook aan de slag te gaan met het testen van nieuwe
medicijnen die het erfelijk materiaal dat weerstand veroorzaakt
uit zouden kunnen schakelen.
Onbekende krachten
De derde gelukkige is Peter Zijlstra. Nadat hij afgelopen jaar
in Australië promoveerde, arriveerde hij in mei in Leiden. Met
de verkregen subsidie kan hij de komende twee jaar aan de slag
met zijn onderzoek naar een nieuwe techniek om de elastische
eigenschappen van biologische cellen te meten.
Stefan Zijlstra
Elastischer
Verschillen in deze eigenschappen beïnvloeden het vermogen van
cellen om zich te verspreiden door het lichaam. Kankercellen
zijn bijvoorbeeld veel elastischer dan gezonde cellen, waardoor
zij zich makkelijker kunnen verplaatsen. Zijlstra wil een
nieuwe methode testen die deze verschillen heel gevoelig zou
moeten kunnen meten. Dit doet hij met behulp van minuscuul
kleine gouden nanodeeltjes. `We kunnen die deeltjes op een
bepaalde plaats in de cel vasthouden. Processen binnenin de cel
oefenen kracht uit op het deeltje en dat kunnen we dan meten',
legt hij uit.
Detectieapparaat
De nieuwigheid zit hem vooral in het vasthouden van de
nanodeeltjes. Zijlstra: `Dit doen we met behulp van
lichtbundels. Licht bestaat uit hele kleine deeltjes, fotonen,
die kracht uitoefenen op het nanodeeltje. Door het licht heel
gericht op de deeltjes te schieten, kunnen we het de cel in
"duwen" en daar vasthouden.' Een detectieapparaat kan dan de
exacte positie van het nanodeeltje meten. Processen in de cel
die kracht uitoefenen op het deeltje zorgen voor een
verschuiving van die positie. Aan de hand daarvan kan deze
kracht heel precies worden afgeleid.
(12 januari 2010/Frans Corthals)
Nieuwsredactie - 12/01/2010
Universiteit Leiden