Robots gaan wereldwijd van elkaar leren
Geplaatst: 12 januari, 2010
Onder leiding van de Technische Universiteit Eindhoven gaan zes
Europese onderzoeksinstellingen een world wide web voor robots
ontwikkelen. Robots in de zorg en de industrie kunnen via deze
wereldwijde database van elkaars capaciteiten leren en zich zo veel
sneller nieuwe handelingen eigen maken.
Foto: Bart van Overbeeke
In nieuwe omgevingen moeten robots nu nog iedere keer opnieuw het wiel
uitvinden, zegt projectleider dr.ir. René van de Molengraft van de
faculteit Werktuigbouwkunde van de TU/e. In project RoboEarth
ontwikkelen we een soort world wide web voor robots, waarin zij elke
taak en handeling kunnen opslaan die zij hebben geleerd. Hierdoor
hoeven andere robots, waar dan ook ter wereld, deze taken zelf niet
meer te leren. Daardoor zullen robots zich veel sneller nieuwe
handelingen eigen kunnen maken. Het project, dat deze week van start
gaat, duurt vier jaar en heeft een budget van 5,6 miljoen euro. Bijna
vier miljoen hiervan komt van de Europese Unie.
Zelfstandigheid
Eén van de uitdagingen van de 21ste eeuw is het ontwikkelen van robots
die zich in de menselijke wereld kunnen bewegen, en er taken kunnen
uitvoeren die nut hebben voor de maatschappij. Hoewel robots er nu al
om bekend staan dat ze behoorlijk zelfstandig taken kunnen uitvoeren,
valt die zelfstandigheid vaak nog tegen. Elke taak die de robot
uitvoert, is van tevoren door mensen geprogrammeerd. Tijdens het
uitvoeren ervan is hij volledig afhankelijk van eigen waarnemingen om
de taak nog beter uit te voeren. Het vervelendste is dat wanneer de
robot dezelfde taak opnieuw moet uitvoeren, maar op een andere plek,
hij weer helemaal opnieuw moet beginnen: zich een beeld vormen van hoe
de omgeving eruitziet en hoe hij de taak tot een goed einde kan
brengen. Er is geen collectief, wereldwijd geheugen waar robots uit
kunnen putten.
RoboEarth
Daar komt nu verandering in met het onderzoeksproject RoboEarth. Onder
leiding van de TU/e ontwikkelen zes Europese onderzoeksinstellingen
een systeem waardoor robots in bijvoorbeeld een huishoudelijke of
zorgomgeving ook taken kunnen uitvoeren die niet gepland waren toen de
robot werd gebouwd. Robots halen die nieuwe kennis straks uit een
wereldwijde database, RoboEarth geheten, waarin de ervaringen van
andere robots zijn opgeslagen. Hierdoor gaan robots van elkaar leren,
en kunnen ze zich veel sneller aanpassen aan nieuwe omgevingen, om
daar ingewikkelde taken uit te voeren. De robots maken zelf draadloos
via internet contact met de database.
Dit betekent dat er een enorme hoeveelheid nuttige informatie
beschikbaar komt voor alle robots, zodat ze niet steeds hun
vaardigheden opnieuw moeten ontwikkelen. Bedrijven kunnen de kennis in
RoboEarth uitbreiden of gebruiken voor heel nieuwe toepassingen.
RoboEarth zal innovatie versnellen en dit zal naar verwachting leiden
tot een hogere kwaliteit van robottoepassingen.
Drankje
Andere deelnemers aan het project zijn de Universität Stuttgart, de
ETH Zürich, de Universidad de Zaragoza, de Technische Universität
München en Philips Applied Technologies. Het team gaat zes demos
maken, die het gebruik van RoboEarth zullen demonstreren; onder andere
een robot die in een ziekenhuis de patiënten een drankje kan
aanbieden, en een systeem dat zal laten zien hoe de opgedane kennis
van robot A de prestaties van robot B aanzienlijk verbetert.
Technische Universiteit Eindhoven