Tijd voor nieuwe verbeteringen Nederlandse wetenschapssysteem

12/01/2010 11:52

Rathenau Instituut

Nederland liep in de jaren negentig voorop in het verbeteren van het wetenschappelijk onderzoek, maar inmiddels is het tijd voor nieuwe maatregelen. De manier van evalueren kan effectiever gemaakt worden. De financiering van onderzoek moet beter gaan aansluiten bij hoe onderzoeksdisciplines zich ontwikkelen. Tenslotte komt de concurrentie tussen universiteiten in Nederland nog niet goed van de grond, waardoor Nederland in internationale vergelijkingen moeilijk goed kan scoren. Om deze zaken te veranderen is actie van de overheid nodig. Dit concludeert het Rathenau Instituut op basis van een vergelijking van zes Europese landen.

Nederland koploper in jaren negentig

In de jaren negentig zijn de universiteiten zelfstandiger gemaakt, waardoor ze zich beter strategisch kunnen positioneren. Ook is er een beoordelingssysteem ingevoerd voor de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek, dat heeft gezorgd voor meer nadruk op excellent onderzoek. Door de oprichting van onderzoeksscholen en de zogeheten Vernieuwingsimpuls zijn de carrièremogelijkheden van jonge onderzoekers verbeterd en zijn zij nu eerder in de gelegenheid om zelfstandig onderzoek te doen. Tenslotte heeft NWO een grotere rol gekregen in de toekenning van onderzoeksgeld.

Deze maatregelen hebben bijgedragen aan de goede prestaties van Nederlandse wetenschappers in vergelijking met andere landen. Dit terwijl de uitgaven voor onderzoek in ons land relatief laag zijn: 1,7% van het Bruto Nationaal Product tegen bijvoorbeeld 2.5% in Duitsland (in 2007).

Tijd voor nieuwe maatregelen

Nederland loopt inmiddels niet meer voorop omdat andere landen vergelijkbare maatregelen hebben genomen, met succes. Om niet het slachtoffer te worden van de wet van de remmende voorsprong, doet Nederland er volgens het Rathenau Instituut verstandig aan nieuwe verbeteringen door te voeren. De taken en verantwoordelijkheden van onderzoeksfinancier NWO zouden net als in andere landen beter verdeeld kunnen worden over meer organisaties. Ook het evaluatiesysteem is aan vernieuwing toe. Vrijwel alle onderzoeksgroepen scoren zeer goed tot excellent, zodat het echte toponderzoek niet goed wordt onderscheiden. Tenslotte zien we elders de concurrentie tussen universiteiten toenemen, terwijl in Nederland de gelijkheid tussen hen nog steeds wordt gekoesterd. Daardoor is het moeilijk in internationale rangschikkingen bij de topscoorders te gaan horen. Om in deze zaken verandering te brengen, moet de overheid meer verantwoordelijkheid nemen voor de organisatie en het functioneren van het wetenschapssysteem als geheel: in vergelijking met andere landen is er weinig regie en prioriteitstelling.

Vergelijking van zes Europese landen

Het Rathenau Instituut vergeleek Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Italië, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Er is gekeken hoe het wetenschapssysteem georganiseerd is, en welke veranderingen daarin hebben plaatsgevonden in de afgelopen twee decennia. Ook zijn de uitgaven, de omvang van onderzoekspersoneel en de output van wetenschappelijk onderzoek vergeleken. Het Rathenau Instituut heeft de vergelijking uitgevoerd op verzoek van minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.





http://www.rathenau.nl