ChristenUnie


Slob: bedrijfsleven moet ethische keuzes nú maken

vrijdag 08 januari 2010 11:00 Ondernemers kunnen ethische keuzes, zoals omschakelen naar zuiniger energiegebruik, sociale productie en eerlijke handel, niet voor zich uit schuiven tot ze de economische wind weer in de rug hebben. Juist de huidige crisis vraagt om herbezinning én omschakeling naar een duurzame en sociale economie. Dat zei Arie Slob in een spreekbeurt in Dalfsen voor ondernemers in de regio IJsseldelta en Noordoost Overijssel.

Hieronder volgt de speech van Arie Slob, fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Tweede Kamer, donderdag 7 januari op de nieuwjaarsbijeenkomst van VNO-NCW IJsseldelta en Noordoost Overijssel in congreshotel De Mooirivier te Dalfsen:

,,Dank voor de eervolle uitnodiging om vanmiddag aanwezig te mogen zijn op de nieuwjaarsbijeenkomst van VNO-NCW IJsseldelta en Noordoost Overijssel. Ik mag niet alleen aanwezig zijn, maar ook als politicus iets zeggen over het onderwerp `normbesef en ethisch handelen in de economie'. Mogelijk is er gedacht: `Politiek, waarden, normen, ethiek - daar moeten we een fatsoensrakker van de ChristenUnie bij halen!' Ik zeg het wat gekscherend, maar het klopt wel dat nadenken over waarden en normen en ethisch besef goed bij de ChristenUnie past.

Nu is het nadenken daarover gelukkig niet iets dat exclusief bij de ChristenUnie voorkomt. Het valt me de laatste maanden juist op dat steeds meer partijen zich hiermee bezig houden. Zo ben ik als fractievoorzitter van de ChristenUnie begin 2009 betrokken geweest bij de coalitieonderhandelingen over het zogenaamde crisispakket, ook wel het `aanvullend beleidsakkoord' genoemd. Het trof mij dat met name vanuit de PvdA bij die onderhandelingen sterk werd aangedrongen op een zogenaamde Morele Agenda. Ik zal over die agenda straks nog iets meer zeggen, maar een dergelijk vurig pleidooi van sociaaldemocraten voor moraliteit had ik een aantal jaren geleden op deze manier niet voor mogelijk gehouden.

Ik waardeer het dat u als VNO-NCW vandaag dit thema op de agenda hebt gezet. Er is namelijk reden genoeg om na te denken over normbesef en ethisch handelen in de economie. De financiële en economische crisis waarin de wereld is terechtgekomen dwingt ons daartoe. Het zou een grote vergissing zijn die crisis te beschouwen als een tijdelijke, vervelende oneffenheid die ons nu overkomt en waar we maar zo snel als mogelijk van verlost moeten worden om weer over te kunnen gaan tot wat in slecht Nederlands wel business as usual wordt genoemd.

De crisis waarmee we nu te maken hebben, is geen vuiltje dat straks wel weer over waait. Achter deze crisis gaan weeffouten schuil en ook veel onverantwoord gedrag. Om te beginnen in de VS, maar niet alleen daar. Er is op soms grove wijze sprake geweest van een gebrek aan normbesef, een gebrek aan ethisch handelen. Te vaak heeft alleen het eigen financiële belang centraal gestaan. In plaats van het collectieve belang. Een belang dat - zoals u zult begrijpen - verder reikt dan alleen maximalisatie van winst. Wat is er veel misgegaan. Het kan dan ook niet zo zijn dat als de ergste stuiptrekkingen van de crisis straks voorbij zijn, we weer overgaan tot de economische orde van de dag. Van ons mag gevraagd worden lessen te trekken uit hetgeen ons nu overkomt. En als ik het over `ons' heb, dan heb ik het over de overheid, de financiële wereld, het bedrijfsleven, maar ook de burger in zijn of haar rol als consument. Iedereen draagt op zijn of haar terrein een eigen verantwoordelijkheid. Wegschuilen achter de rug en verantwoordelijkheid van een ander kan niet en is ook ongewenst.

Dit zeggende, zitten we midden in het onderwerp `normbesef en ethisch handelen'. Ik moet me beperken en vraag om die reden aandacht voor drie zaken. Mogelijk kunt u in uw eigen situatie daar iets mee.

1. Ik zou een pleidooi willen houden voor het doorbreken van een eenzijdige focus op economische groei. Mede gezien de omstandigheden waarin we zijn terechtgekomen, mag van ons gevraagd worden na te denken over een bredere benadering van groei en welvaart.

Ook in Nederland zijn we erg gespitst op economische groei. In onze ogen gaat het pas goed met de economie als er sprake is van groei. Op het moment dat deze groei stagneert of zelfs terugloopt, al is het maar met minieme percentages, gaan alle alarmbellen rinkelen. Politiek Den Haag is dan in ieder geval in rep en roer.

Ik denk dat we elkaar de vraag mogen stellen of de economische crisis waarin we nu zitten, ons niet duidelijk wil maken dat we tegen begrenzingen aanlopen. Ik zeg dat ook met de wetenschap dat de financiële- en economische crisis waarmee we nu te maken hebben, verweven is met andere crises die de wereld teisteren. Zoals de schaarste aan hulpbronnen (zoals voedsel), de schaarste aan grondstoffen voor energieopwekking tegenover een snelgroeiende wereldbevolking, de toenemende druk op het klimaatsysteem én de schrijnende armoede waarin een groot deel van de wereldbevolking leeft.

Zoals bekend is ons economische stelsel gebaseerd op een jaarlijkse consumptiegroei. Terugkijkend naar de afgelopen tien jaar zien we dat zowel productie als consumptie in een rap tempo is toegenomen. Zo produceren we per hoofd van de bevolking circa 275 procent van wat we tien jaar daarvoor produceerden. We verbruiken in onze tijd aan fossiele brandstoffen per hoofd van de bevolking circa 225 procent van wat we tien jaar hiervoor verbruikten. En het eind is nog niet in zicht. Ondanks vele technologische ontwikkelingen is deze groeibehoefte nog altijd sterk afhankelijk van grondstoffen en hulpbronnen. Hoelang houden we dat vol? Het is niet teveel gezegd dat als we rücksichtslos doorgaan op deze weg, dit ten koste gaat van mensen, biodiversiteit en onvervangbare grondstoffen. Voor zover dit nu al niet het geval is.

Van ons mag gevraagd worden daarover na te denken. En waar mogelijk ons handelen daarop af te stemmen. Dit raakt aan ons ethisch besef. Economische groei, hoe belangrijk ook, kan nooit een doel in zichzelf zijn. Op macroniveau zullen we moeten nadenken over een economische visie en orde, waarbij niet virtuele groei, maar échte welvaart centraal staat, gemeten aan: sociaal-menselijke, ecologische en duurzaam-economische waarden. Alles wat wij waardevol vinden - bijvoorbeeld schone lucht, onderwijs en fatsoenlijke werkomstandigheden - hoort meegenomen te worden in de nieuwe definitie van groei en welvaart.

Mogelijk doet u dat zelf al, maar op microniveau zal nagedacht moeten worden over onder meer de grenzen van bedrijfsvoering. Dan komt u te staan voor vragen als `hoe ver wil ik met mijn bedrijf gaan', `hoe noodzakelijk is verdere groei', `wanneer is het genoeg echt genoeg'.

Als je in deze tijd met moeite je bedrijf overeind kunt houden, lijken dit voor het moment misschien luxevragen, maar ze zijn desondanks wezenlijk. Ook hoort er nagedacht te worden over de omstandigheden in het bedrijf. Daar horen vragen bij als `hoe ga ik om met mijn personeel', `is er ruimte voor arbeidsgehandicapten in mijn bedrijf', `hoe lang houd ik mijn mensen vast', maar ook vragen over de wijze van productie: `hoe ziet de productieketen van mijn producten eruit', `hoe schoon zijn mijn producten'.

En ook: lukt het me om op een innovatieve wijze veel duurzamer met schaarse grondstoffen om te gaan? Dat zijn spannende vragen. Ze raken aan de waarden en normen, aan de ethiek van uw bedrijfsvoering. Loop voor dit soort vragen niet weg.

2. Ik wil als tweede punt nog wat inzoomen op het door mij gebruikte woord `duurzaamheid'.

Lange tijd leefde met name in ondernemerskringen wel de gedachte dat dit onderwerp vooral iets was voor geitenwollensokkendragers. Ik kom zelf uit een ondernemersfamilie en weet dat uit eigen ervaring. Ik hoop dat we die fase inmiddels wel voorbij zijn. We naderen het moment dat we minder olie vinden dan het jaar daarvoor, de zogenaamde oliepiek (door Amerikanen peak oil genoemd). Onze fossiele brandstoffen raken op en het vinden van nieuwe olie- en gasvelden wordt steeds moeilijker en duurder. Of we het leuk vinden of niet: we zullen moeten nadenken over alternatieve brandstoffen. Als het moment nadert dat de maximale olieproductie niet voldoende is om aan de wereldvraag te voldoen, en er zijn onvoldoende alternatieve brandstoffen beschikbaar, dan zal deze situatie leiden tot een economische depressie van ongekende omvang.

Er zijn dus duidelijk economische redenen om zwaar in te zetten op alternatieve brandstoffen, waaronder groene en blauwe energie. Maar wat misschien wel belangrijker (we hebben het vanmiddag niet voor niets over normbesef en ethisch handelen) is onze verantwoordelijkheid voor een zorgvuldige omgang met de aan ons toevertrouwde aarde. Als er bij ons nog enig besef is van wat in mijn kringen goed rentmeesterschap wordt genoemd (we hebben de aarde in bruikleen van onze Schepper gekregen, moeten daar zorgvuldig mee om gaan), dan zullen we deze tijd ook moeten gebruiken om zwaarder in te zetten op het vergroenen van de economie. De overheid kan daarin een actieve rol spelen, ondermeer door het vergroenen van het belastingstelsel (schoon gedrag belonen, vuil gedrag zwaarder belasten), maar ook door subsidies. Maar uiteindelijk zullen ondernemers en burgers ook hierin hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen.

Dan zullen we wel de knop om moeten zetten. Daar is daadkracht en durf voor nodig. Hoewel ik vind dat we in Nederland op de goede weg zijn, heeft de overheid daarin van tijd tot tijd ook wel steken laten vallen. En de weg die we nu zijn ingeslagen moet wel vervolgd worden. We kennen goede voorbeelden uit het buitenland. Henk Keilman noemt in zijn boekje Crisis? Hoezo crisis? landen als Duitsland en Denemarken waar men al hele grote stappen heeft gezet om te komen tot een economie op basis van duurzame economie. Na de eerste oliecrisis in 1972 besloot Denemarken bijvoorbeeld stevig te investeren in duurzame economie. Nu bestaat 24 procent van alle Deense elektriciteit uit windenergie. Denemarken wekt op land en op zee meer dan drieduizend megawatt op met behulp van turbines. De Duitse wet op duurzame energie is de meest vooruitstrevende ter wereld. Beheerders moeten hun netwerken openstellen voor opwekkers van duurzame elektriciteit. Deze stroom wordt vergoed tegen een vastgesteld tarief. Daardoor weet de producent van elektriciteit precies welke inkomsten hij zal hebben. Een dergelijke zekerheid trekt investeerders aan, omdat ze weten welk rendement hun investeringen zullen opleveren. Duitsland heeft op die manier een grote duurzame energiesector opgebouwd, met meer dan 200.000 arbeidsplaatsen. Dat toont aan dat een keuze voor duurzaamheid ook nieuw perspectief kan leveren.

Hier is nog een wereld te winnen. Laten we de kansen die daarvoor zijn dan ook benutten. Daarbij ook denkend aan een uitspraak van Mahatma Ghandi: `De aarde biedt voldoende om ieders behoefte te bevredigen, maar niet ieders hebzucht'. Ik zie overigens in deze omgeving (Dalfsen, Hardenberg) hele mooie voorbeelden. Graag volhouden.

3..Tot slot de Morele Agenda van het crisisakkoord. Daarin is door de regering klip en klaar uitgesproken dat de recessie kan worden benut om de economie te vernieuwen en collectieve voorzieningen beter houdbaar te maken, maar ook om de samenleving moreel te versterken.

Het gaat dan, zo lezen wij, in de eerste plaats om het herstellen van doorgeschoten onevenwichtigheden die met name in de financiële sector zijn ontstaan. Het wegnemen van perfide korte-termijnprikkels, duurzaam gedrag stimuleren en beter toezicht organiseren, zullen de basis moeten vormen voor de herinrichting van de sector zelf en de overheidscontrole daarop. Concrete maatregelen in dit verband worden nader uitgewerkt en betreffen onder andere het versterken van (Europees) toezicht op verkeerde prikkels, wettelijk verankerde governance-eisen aan bestuurders en toezichthouders, herijking van het belang van aandeelhouders versus overige stakeholders en het verder werken aan maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Bijzondere vermelding werd gemaakt van wat in de Morele Agenda `doorgeschoten beloningenbeleid' wordt genoemd. In de hele financiële sector, maar zeker bij de instellingen die financiële steun van de overheid ontvangen of door de overheid zijn overgenomen, dient - zo geeft de Morele Agenda aan - een cultuurverandering plaats te vinden ten aanzien van het beloningsbeleid. De primaire verantwoordelijkheid voor het beloningsbeleid en de beloningen van bestuurders van financiële instellingen ligt bij de raden van commissarissen en in het verlengde daarvan de aandeelhouders. Specifiek voor de door de overheid gesteunde instellingen in de financiële sector zullen echter maatregelen worden genomen die erop zijn gericht dat aan de top van die ondernemingen geen variabele beloningen worden toegekend (en vertrekregelingen worden beperkt), zolang nog geen nieuw en duurzaam beloningsbeleid van kracht is dat is goedgekeurd door de door de overheid voorgedragen commissarissen.

Voor de sector als geheel zullen de toezichthouders DNB en AFM in hun toezicht nadrukkelijker aandacht gaan besteden aan beloningstructuren bij financiële instellingen. Er zal voorts een zwaar beroep gedaan worden op de bestuurders en branchevertegenwoordigers om een ommekeer te maken in de te royale (variabele) beloningen die bij hun ondernemingen veelal worden toegekend. Indien dat onvoldoende effect heeft, zullen nieuwe initiatieven worden overwogen, aldus de Morele Agenda van het crisisakkoord.

Ook hier kan iedereen in de eigen spiegel kijken. Laten we daar wel tijd en ruimte voor nemen.

Ik sluit af met een aantal citaten. Allereerst een citaat van Stephen Covers, Amerikaans leadership adviseur. Hij zei ooit: `Persoonlijk leiderschap is het proces van het je voor ogen houden van je visie en waarden, en je leven aanpassen om daarmee congruent te zijn.'

Peter F. Drucker, Amerikaans managementgoeroe, zei: `Management is de dingen goed doen, leiderschap is de goede dingen doen.'

En tot slot Confusius: `Als men ziet wat juist is, en het nalaat, is dat een gebrek aan moed.'

Ik wens u allen een gezegend 2010 toe. Zowel privé als zakelijk. Ik wens u in deze moeilijke tijd veel visie, persoonlijk leiderschap en een grote dosis aan moed toe om de goede dingen te doen. In het belang van uw onderneming, maar ook van de samenleving waar u deel van uitmaakt.''