Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Geannoteerde agenda Landbouwraad januari 2010

08 januari 2010 - kamerstuk

Kamerbrief over de agenda met onder meer de volgende onderwerpen: werkprogramma Spaans Voorzitterschap, het beter functioneren van de voedselketen in Europa en staatssteun voor aankoop van landbouwgrond.

Datum 8 januari 2010
Betreft Geannoteerde agenda Landbouwraad januari 2010

Geachte Voorzitter,

Op 18 januari a.s. vindt in Brussel de eerste vergadering plaats van de Raad van Ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese Unie (EU) onder Spaans Voorzitterschap. In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan en de Nederlandse inzet daarbij. Het is mogelijk dat er nog onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd of juist worden uitgesteld tot een volgende vergadering.
De Voorzitter zal eerst kort het werkprogramma van het Voorzitterschap voor de eerste helft van 2010 toelichten. Daarna komen twee onderwerpen aan de orde, die waren geagendeerd voor de Raad van afgelopen december, maar wegens tijdsgebrek zijn uitgesteld tot januari. Het gaat hierbij om de Mededeling over het beter functioneren van de voedselketen in Europa en het staatssteunverzoek van Italië.
Werkprogramma Spaanse Voorzitterschap
(Informatie van het Voorzitterschap)
Het Spaanse Voorzitterschap zal tijdens de Raad het officiële werkprogramma presenteren. Onder de kop 'Voedsel en Landbouw: een strategische sector voor Europa' heeft het Spaanse voorzitterschap de volgende prioriteiten aangewezen: de toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) na 2013, de concurrentiepositie van landbouw en de agro-voedselindustrie en de rol van vrouwen in rurale gebieden.
Op visserijgebied zal het komend half jaar met name aandacht worden besteed aan de herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) en het oprichten van nieuwe meerjarenbeheerplannen.
Mededeling over het beter functioneren van de voedselketen in Europa (Gedachtenwisseling)
De Raad zal spreken over de Mededeling over het verbeteren van het functioneren van de voedselvoorzieningketen in Europa.

Dit is een vervolg op eerdere Mededelingen, gericht op het verbeteren van het functioneren in de praktijk van de interne markt en agrarische ketens, in het bijzonder de Mededelingen over de stijging van de voedselprijzen sinds medio 2007 tot begin 2008 en de daaropvolgende daling van de prijzen (COM(2008) 321 en COM(2008) 821). Een opvallend fenomeen is de vertraging van ongeveer zes maanden waarmee de prijsdaling van agrarische grondstoffen heeft doorgewerkt in de prijzen van de levensmiddelenindustrie en een even lange periode voordat de daling zichtbaar werd in de voedselprijzen voor consumenten. De voorgestelde maatregelen beogen oneerlijke praktijken en misbruik van onderhandelingsmacht te voorkomen, de transparantie te vergroten en concurrentie te bevorderen. Ik onderschrijf de benadering van de Commissie. De verdienste van deze Mededeling is dat het een integraal beeld schetst en een Europees kader biedt. Beter functionerende en meer transparante agroketens zijn in het belang van de consument. Ze dragen ook bij aan versterking van de (internationale) concurrentiepositie van de agrofoodsector als geheel en de ondernemers die de keten dragen: primaire producenten (eveneens in derde landen), toeleveranciers, verwerkers, handelaren, distributeurs en retailers. De maatregelen dienen in de verdere uitwerking, behalve op bijdragen aan verbetering van de werking van de markten, ook getoetst te worden op hun bijdrage aan en gevolgen voor duurzaamheidaspecten, de relatie tussen voeding en gezondheid en de gevolgen voor markttoegang voor ontwikkelingslanden.
Het goed functioneren van de markten voor agrarische grondstoffen en voedsel is ook van belang in het kader van de discussie over de toekomst van het GLB. Voor Nederland met zijn open economie is een Europees kader dat onbeperkte markttoegang door de gehele Unie verzekert van groot belang. Ik ondersteun daarom het streven om concurrentie, concurrentiekracht en verdere integratie van de markten in Europa te bevorderen.
Ten aanzien van de voornemens tot het vergroten van transparantie geeft de Commissie onder meer aan het systeem voor monitoren van prijzen dat in 2007 is opgezet verder te willen ontwikkelen in samenwerking met de nationale statistische instellingen. De vorm en omvang van de administratieve lasten die voortvloeien uit het monitoren van prijzen zullen in verhouding moeten staan tot de te bereiken doelen en bepalen daarmee mede de uiteindelijke beoordeling van de proportionaliteit. Meer transparantie in de handelsketen op de interne markt zal ook bijdragen aan betere positie voor ontwikkelingslanden die hun producten naar de EU exporteren.
Tot slot sta ik positief ten aanzien van de Commissievoorstellen gericht op het voorkomen van oneerlijke handelspraktijken en misbruik van verschillen in onderhandelingsmacht. De voorgestelde uitwisseling van informatie en best practices en het ontwikkelen van modelcontracten als voorbeelden kunnen hieraan bijvoorbeeld een bijdrage leveren.
Ik zal de Commissie vragen naar de financiële gevolgen van de toekomstige voorstellen. Bij de verdere uitwerking van de voorstellen zal ik de financiële gevolgen nader beoordelen.

Staatssteun voor de aankoop van landbouwgrond
(Besluit)
De Raad zal een besluit nemen over het verzoek van de Italiaanse delegatie om het mogelijk te maken staatssteun te verlenen aan kleine familiebedrijven voor de aankoop van landbouwgrond, tot het einde van 2013. Italië motiveert de verzoeken door aan te geven dat de combinatie van de ongunstige bedrijfsstructuur in de landen veel boerenfamilies verhindert hun leefomstandigheden te verbeteren. In beginsel is Nederland niet enthousiast over verzoeken om staatssteun. In de afgelopen drie jaar zijn er vergelijkbare verzoeken gedaan door Cyprus, Roemenië, Polen, Hongarije, Litouwen en Letland die uiteindelijk hebben kunnen rekenen op unanieme goedkeuring van de Raad. Ik ben voornemens unanimiteit in de Raad niet als enige in de weg staan.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg