beantwoording vragen van het lid De Roon over het ontbreken
nederlandse taalvaardigheid in diplomatieke vertegenwoordigingen
Kamervraag inzake beantwoording vragen van het lid De Roon over het
ontbreken nederlandse taalvaardigheid in diplomatieke vertegenwoordigingen
Kamerbrief | 8 januari 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid De Roon over het ontbreken van Nederlandse
taalvaardigheid in diplomatieke vertegenwoordigingen. Deze vragen
werden ingezonden op 3 december 2009 met kenmerk 2009Z23346.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid De Roon (PVV) over het ontbreken van Nederlandse
taalvaardigheid in diplomatieke vertegenwoordigingen.
Vraag 1
Is het u bekend dat er klachten van Nederlanders zijn over het feit
dat zij op de Nederlandse ambassade te Manilla niet in de Nederlandse
taal te woord worden gestaan?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hoe verklaart en beoordeelt u het dat Nederlanders door die ambassade
niet in hun moedertaal geholpen kunnen worden?
Vraag 3
Bent u bereid in deze situatie verbetering aan te brengen? Zo ja, wat
gaat u doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Zijn er nog andere Nederlandse diplomatieke posten waar hetzelfde
probleem speelt? Zo ja, welke en wat gaat u daar aan doen?
Antwoord
Een deel van de lokale staf van Nederlandse vertegenwoordigingen in
het buitenland is inderdaad de Nederlandse taal niet machtig. Indien
dit problemen oplevert voor de communicatie met Nederlanders, kan
echter altijd een Nederlandssprekende medewerker van de
vertegenwoordiging het gesprek overnemen. Bij honoraire consulaten
ontbreekt vaak een Nederlandsprekende medewerker, maar daar kan
telefonisch contact worden gezocht met de ambassade in het betreffende
land. Eventueel kan ook nog een tolk worden ingeschakeld.
Het is niet uitvoerbaar en ook niet nodig om van alle lokale staf te
vragen dat ze het Nederlands beheersen dan wel dat in hun functie
leren. Voor sommige lokale functies is beheersing van de Nederlandse
taal wel nodig, bijvoorbeeld om toegang te hebben tot voor de functie
essentiële informatie of om te werken met Nederlandstalige
informatiesystemen. Voor die functies wordt dan beheersing van het
Nederlands als eis gesteld bij de werving.
Vraag 5
Zijn Nederlanders in sommige landen voor consulaire hulp aangewezen op
diplomatieke posten van derde landen? Zo ja, in welke landen doet deze
situatie zich voor en kunnen Nederlanders daar ook niet in hun
moedertaal te woord worden gestaan?
Antwoord
Ja. Dit is in het algemeen het geval in de landen waar Nederland niet
over een ambassade beschikt. Nederlanders kunnen daar, uitzonderingen
nagelaten, niet in hun moedertaal te woord worden gestaan. Ook hier
geldt echter dat, indien nodig, door de diplomatieke posten van derde
landen telefonisch contact met de Nederlandse ambassade in het
buurland kan worden gezocht dan wel een tolk kan worden ingeschakeld.
Vraag 6
Bent u bereid om ervoor te zorgen dat straks in alle diplomatieke
vertegenwoordigingen van de EU, Nederlanders in hun moedertaal te
woord kunnen worden gestaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Er is op dit moment geen sprake van dat de diplomatieke
vertegenwoordigingen van de EU consulaire taken op zich zullen nemen.
Mocht dit veranderen, dan zullen zeker oplossingen bedacht moeten
worden voor mogelijke taalproblemen in de communicatie met burgers uit
de EU-lidstaten, bijvoorbeeld langs de lijnen van de laatste zin van
het antwoord op vraag 5.
Pagina 3 van 3
Ministerie van Buitenlandse Zaken