Bussemaker roept op tot meer innovatie in het vrijwilligerswerk
Toespraak, 5 januari 2010
Toespraak van staatssecretaris Bussemaker op de nieuwjaarsreceptie van
Humanitas op het stadsdeelkantoor Oost-Watergraafsmeer.
Dames en heren,
Om te beginnen natuurlijk de beste wensen voor 2010. De beste wensen
voor de aanwezigen hier op deze receptie, voor de vrijwilligers van
Humanitas, voor àlle vrijwilligers in Nederland!
Met plezier heb ik geluisterd naar het verhaal van Lodewijk de Waal
over de geschiedenis én de toekomst van Humanitas.
Ruim 10.000 vrijwilligers van Humanitas hebben zich ook weer in 2009
ingezet voor hun medemensen. Deze vrijwilligers bereiken ongeveer
35.000 deelnemers! 35.000 mensen die wat extra hulp heel goed kunnen
gebruiken. Die dankzij uw vrijwilligers nét dat steuntje in de rug
krijgen dat zij zo nodig hebben.
Samen voeren zij maar liefst ruim 650 verschillende projecten uit. Een
indrukwekkend aantal! Humanitas richt zich met haar activiteiten onder
andere op ondersteuning op maat aan ouderen die zelfstandig wonen.
Regie houden over het eigen leven en betrokken blijven bij de sociale
omgeving staan bij de activiteiten centraal.
Concreet betekent dit dat vrijwilligers op huisbezoek gaan, dat er een
oudersoos wordt georganiseerd, dat ouderen deelnemen aan een
telefooncirkel en dat vrijwilligers helpen met boodschappen doen. Het
is een kleine greep uit wat er allemaal gebeurt.
Vorige week hoorde ik nog over een oudere, alleenstaande vrouw die was
gevallen in de gang en niet meer overeind kwam. Omdat zij deelnam aan
een telefooncirkel en zij de telefoon niet opnam, was er dezelfde dag
nog hulp voor haar. Anders had zij misschien de hele nacht in die
koude gang moeten liggen. Het belang van een kleinschalig project als
een telefooncirkel moeten we daarom zeker niet onderschatten!
Een bijzonder project van Humanitas wil ik graag even uitlichten,
namelijk `Het Luisterend Oog'. We hebben net de kerstdagen achter de
rug. Het is soms lastig kiezen hoe je die doorbrengt: met je gezin,
ouders erbij, schoonouders erbij, ook nog met vrienden? Tenminste, dat
zijn de keuzes waar ik ieder jaar voor sta. Dat geldt misschien ook
voor u.
Maar er zijn mensen die niets te kiezen hebben. Die de kerstdagen
alleen doorbrengen. Die graag hun verhaal kwijt willen, maar niemand
hebben bij wie ze terecht kunnen. Humanitas is daar op ingesprongen
met `Het Luisterend Oog'. Een project van deze tijd, want het gaat
hier om een chatproject. Mensen die zich eenzaam voelen kunnen chatten
met vrijwilligers van Humanitas.
Ook tijdens de feestdagen waren deze vrijwilligers online bereikbaar
voor een chat van mens tot mens. En dit jaar zelfs vaker dan anders!
De vrijwilligers zélf vroegen of de chatlijn met kerst langer open kon
blijven. Hierdoor konden mensen met kerst bijna de hele dag bij `Het
Luisterend Oog' terecht.
Dames en heren,
Naast de vrijwilligers van Humanitas zijn er gelukkig nog veel meer
mensen als vrijwilliger actief: een kwart van de bevolking verricht
regelmatig vrijwilligerswerk. Wat we zo graag willen weten: blijft dit
in de toekomst zo? Kunnen we er op rekenen dat een op de vier mensen
zich als vrijwilliger blijft inzetten?
Het Sociaal Cultureel Planbureau heeft hier twee jaar geleden - op
verzoek van mijn departement - een onderzoek naar gedaan: de
Toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015. In tegenstelling tot wat
vaak gezegd wordt, concludeerde het SCP dat er de komende jaren géén
afname van het vrijwilligerswerk is te verwachten. Volgens die
Toekomstverkenning hebben sociale en culturele trends geen dwingende
gevolgen voor de vrijwillige inzet. Veel zal afhangen van wat
vrijwilligersorganisaties zelf ondernemen om mensen te werven en aan
zich te binden.
Het wordt steeds belangrijker dat organisaties rekening houden met de
wensen en competenties van hun vrijwilligers. Hoe maak je het voor hen
aantrekkelijk? Hoe zorg je voor een goede samenwerking met
beroepskrachten en familie? Voor de vrijwilliger moet goed worden
gezorgd!
Speciaal voor zorgorganisaties is vorig jaar met mijn steun een
website gelanceerd om de positie van vrijwilligers in de zorg te
versterken: www.zorgbetermetvrijwilligers.nl.
Op deze site staat onder andere een databank met inspirerende
voorbeelden en bestaande werkmaterialen, instrumenten en folders. Ik
kan u aanraden om op deze site ideeën op te doen. In mijn beleidsbrief
`Naast en met elkaar' van 27 oktober staat mijn visie op de relatie
tussen informele en formele zorg.
Want we kunnen en mogen niet op onze lauweren gaan rusten. Niet voor
niets komen in de Toekomstverkenning ook uitgebreid knelpunten,
belemmeringen en uitdagingen aan bod. Knelpunten en belemmeringen die
ik herken. Zo is er de tendens dat het aantal uren dat een
vrijwilliger aan zijn of haar werk besteed, afneemt. Oorzaak hiervan
is dat een aanzienlijke groep mensen minder vrije tijd heeft dan
voorheen.
Dat geldt bijvoorbeeld voor tweeverdieners, die, zeker als ze kinderen
hebben, vaak een chronisch gebrek aan vrije tijd hebben. En het geldt
voor veertigers die hun ouders of schoonouders verzorgen in combinatie
met een baan en gezin. Het geldt bijvoorbeeld ook voor studenten, die
onder een strenger studiefinancieringssysteem werken en veel minder
vrije tijd hebben dan vroeger.
Voor het kabinet is het duidelijk: we willen het vrijwilligerswerk
stimuleren. Omdat het goed is voor de samenleving, maar ook goed voor
de vrijwilliger zelf.
Het geeft een goed gevoel om iets voor een ander te doen, je kunt er
nieuwe vaardigheden mee leren; je ontmoet nieuwe mensen. Je krijgt er
veel voor terug. In het Coalitieakkoord en het Beleidsprogramma van
het kabinet nemen vrijwilligerswerk - en ook mantelzorg - daarom een
belangrijke plaats in.
In mijn beleidsnota `Voor elkaar' staat hoe ik - samen met andere
partijen - mantelzorg en vrijwilligerswerk wil versterken. Ik heb
diverse acties in gang gezet, ik kom op een aantal later terug.
Centrale waarden in mijn beleid zijn uitgaan van de eigen kracht van
mensen, het bevorderen van onderlinge solidariteit en wederkerigheid.
Gemeente of buren doen iets voor jou; dus doe jij iets terug.
Ik vind deze nieuwjaarsreceptie een mooie gelegenheid om een oproep te
doen: een oproep voor meer innovatie in het vrijwilligerswerk. Want
innovatie is nodig als we het vrijwilligerswerk duurzaam willen
versterken. Gelukkig zijn er al vele goede, vernieuwende initiatieven
genomen.
Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de Amsterdamse
vrijwilligersorganisatie Amsterdam Cares. Deze organisatie heeft als
doelstelling de maatschappelijke betrokkenheid van bedrijven en hun
werknemers te vergroten.
Deze organisatie is gestart op initiatief van Amsterdamse young
professionals die graag iets terug wilden doen voor hun stad, maar
werden geleefd door hun drukke agenda. Amsterdam Cares is volledig
gespecialiseerd in flexibel vrijwilligerswerk.
De unieke werkwijze kenmerkt zich door de eigentijdse manier waarop
dit wordt aangeboden, namelijk online. Er wordt dus geen vaste claim
gelegd op iemands agenda; je doet alleen vrijwilligerswerk op de
momenten dat het je echt uitkomt.
Een andere organisatie waar ik enthousiast over ben, is de Sesam
Academie. Deze organisatie ondersteunt maatschappelijke organisaties
door hen in contact te brengen met sterk gemotiveerde vrijwilligers
uit het bedrijfsleven en de non-profit sector.
Senioren, die jarenlang leidinggevende functies hebben bekleed,
krijgen op deze manier de mogelijkheid hun kennis op zinvolle wijze
aan te wenden voor de samenleving.
Zo hebben twee adviseurs van de Sesam Academie de fusie begeleid van
de dierenasielen en de afdelingen dierenbescherming in Apeldoorn,
Zutphen en Deventer.
Weer twee andere adviseurs zijn ingeschakeld door de Nederlandse
Obesitas Vereniging om de bestuurlijke vernieuwing vorm te geven. In
totaal zijn er 75 Sesam Adviseurs actief in heel Nederland: 75
ervaringsdeskundige 55-plussers.
Dames en heren,
Precies drie jaar geleden is de Wet maatschappelijke ondersteuning
ingevoerd. Zoals u weet, is in deze wet de ondersteuning van
vrijwilligers door gemeenten voor het eerst formeel vastgelegd. De
samenleving heeft hun inzet nodig om ervoor te zorgen dat álle burgers
kunnen deelnemen aan de samenleving.
De gemeenten hebben als regievoerders van de Wmo hier een essentiële
rol in. Zij hebben veel vrijheid hoe zij die rol willen invullen.
Er zijn vele gemeenten die op een actieve manier het vrijwilligerswerk
ondersteunen, zoals Hengelo en Apeldoorn. Hengelo is bezig om mensen
met een beperking te stimuleren om vrijwilligerswerk te doen. Hierbij
staat de eigen kracht van mensen centraal; dus wat mensen wél kunnen,
ondanks hun beperkingen. Eigenlijk iets wat Humanitas ook bijvoorbeeld
doet met het chatproject; mensen die niet meer mobiel zijn, kunnen wel
via de computer anderen helpen.
Ook Apeldoorn heeft een actief vrijwilligersbeleid waarbij
wederkerigheid centraal staat. Zo is er een vrijwilligersacademie en
een vrijwilligerskaart waarmee vrijwilligers een aanbod van
activiteiten en producten tegen gereduceerd tarief kunnen krijgen.
Zo nu en dan hoor ik via organisaties dat zij vrezen dat
vrijwilligerswerk een product wordt. Een product dat door gemeenten
concurrerend wordt aanbesteed. Dat op vrijwilligerswerk een wettelijk
recht geldend gemaakt kan worden. Hier wil ik graag - ook op verzoek
van de heer De Waal - iets over zeggen.
Aanbesteding zou de meest extreme vorm van instrumentalisering zijn.
Ik vind dat dit zich volstrekt niet verdraagt met de oorspronkelijke
kern en kracht van vrijwilligerswerk. Een wettelijk gefundeerde
aanspraak op vrijwilligerswerk bestaat niet en wil ik ook niet
nastreven. Laat deze boodschap duidelijk zijn.
Een andere ontwikkeling waar ik over hoor is dat er gemeenten zijn die
op zoek gaan naar lokale partners om een deel van het Wmo-beleid uit
te voeren. In dat geval proberen zij samen tot een overeenkomst te
komen. Welke diensten kan een organisatie leveren voor welke
tegenprestatie? De tegenprestatie is in dit geval natuurlijk de
subsidie.
In die situaties zouden lokale organisaties concurrenten van elkaar
kunnen worden. Maar, als de organisaties samenwerken en de taken
verdelen, dan kunnen alle partijen hun rol met behoud van eigenheid en
kracht hun inzet blijven plegen. Dit vind ik recht doen aan de
vrijwilligers, aan de cliënten en aan het werk. Het samenwerken met
lokale partners is dus een ontwikkeling waar ik geen bezwaar tegen
heb.
Ik zei het zonet ook al: in het huidige kabinetsbeleid wordt de
intrinsieke waarde van vrijwillige inzet erkend. In het beleid is oog
voor de rol die vrijwilligerswerk kan spelen in de participatie van
burgers. Zowel van kwetsbare burgers, als van potentiële
vrijwilligers.
Daarom is vrijwilligerswerk ook onderdeel van de Wmo; een
participatiewet. Ieder van ons kan in een situatie komen dat een
beroep wordt gedaan op de eigen onbaatzuchtige inzet. Of kan de
ondersteuning van een vrijwilliger gebruiken om te blijven meedoen in
de samenleving.
Dat sterkt de positie van mensen in de samenleving. Dat versterkt de
samenleving als geheel.
Sterke en kwetsbare burgers, maatschappelijke organisaties, en
overheden hebben allen een gezamenlijk belang: het beschermen,
ondersteunen en versterken van deze duurzame bron van maatschappelijke
energie die vrijwilligerswerk heet. De burgers op het lokale niveau,
vrijwilligers, cliënten, organisaties en bestuurders, voeren
gezamenlijk de regie. Samen zoeken zij naar de inzet die het beste
aansluit bij de lokale behoeften, zodat maatwerk kan worden geleverd.
Het is die inzet die ik in mijn beleid ondersteun. Door bijvoorbeeld
versterking van het gemeentelijk beleid via basisfuncties gekoppeld
aan een intensief meerjarig ondersteuningstraject. Door handreikingen
voor de uitvoering van het werk zodat vrijwilligers zich effectief en
met plezier kunnen blijven inzetten. Door het stimuleren van
werknemers-vrijwilligerswerk. Door innovatie en nieuwe vormen van
vrijwilligerswerk te stimuleren.
Samen met collega Van Bijsterveldt investeer ik in de maatschappelijke
stages en vrijwilligerswerk. Wij hopen dat de maatschappelijk stagiair
de vrijwilliger van de toekomst is.
U kunt erop rekenen dat ik voor de behoeften van het veld steeds een
open oog en oor houd, nu en in de toekomst. Ik kies daarbij voor het
aangaan van partnerschappen met gelijkgezinden om het gezamenlijk doel
te verwezenlijken: een sociaal duurzame samenleving. Ik beschouw
Humanitas en haar duizenden vrijwilligers als een ideale partner met
wie dit streven gerealiseerd kan worden. Ik hoop dat we onze
samenwerking nog vele jaren kunnen voortzetten.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport