UMC Utrecht
Medicijn voorkomt hartschade muizen
Wetenschappers van het UMC Utrecht zijn er bij muizen in geslaagd de
schade na een hartinfarct met de helft te verminderen. Het toedienen
van een antilichaam voorkomt hartschade die ontstaat nadat de
bloedstroom weer op gang komt. De onderzoekers beschrijven deze
resultaten in het tijdschrift Circulation van deze week. Ze willen het
medicijn verder onderzoeken om het geschikt te maken voor gebruik bij
mensen.
In het onderzoek kregen muizen een kunstmatig hartinfarct. De
kransslagader, die de hartspier van bloed voorziet, is dan afgesloten.
Vijf minuten voor het openen van de kransslagader kreeg een deel van
de dieren een nieuw medicijn via de bloedbaan toegediend. Bij deze
dieren bleek de beschadiging van de hartspier de helft kleiner te zijn
dan in de onbehandelde dieren.
"De omstandigheden van ons experiment zijn goed vergelijkbaar met die
van een patiënt met een acute hartinfarct die het ziekenhuis
binnenkomt. Cardiologen openen dan de kransslagader en de
bloedvoorziening naar het hart komt weer op gang. Het door ons geteste
medicijn zou kort daarvoor toegediend kunnen worden, het is dus goed
vertaalbaar naar de kliniek." Dat zegt hoofdonderzoeker dr. Dominique
de Kleijn van de afdeling Experimentele Cardiologie van het UMC
Utrecht en het Interuniversitair Cardiologisch Instituut Nederland.
Hij is laatste auteur van het artikel in Circulation.
De Kleijn denkt dat het nieuwe medicijn ook zal werken in mensen,
hoewel verder onderzoek daar voor nodig is. Het antilichaam heeft in
de muis dezelfde werking als in de mens. De onderzoekers hebben al
aangetoond dat het middel werkt op menselijke immuuncellen. Voor
vervolgonderzoek met grote proefdieren hebben ze toestemming. Als het
middel daar ook werkt en veilig is, kan onderzoek naar toepassing in
mensen starten.
Het nieuwe medicijn is een antilichaam dat een oproepsignaal aan
immuuncellen blokkeert (het signaal van Toll-like receptor 2). De
schade die ontstaat tijdens een hartinfarct is voor immuuncellen reden
om naar de hartspier te gaan, maar dat kunnen ze pas als de
bloedstroom weer op gang komt. Ze richten daar echter meer schade aan
dan ze goed doen. Zo ontstaat ongeveer de helft van infarctschade niet
door zuurstofgebrek, maar door overactieve immuuncellen. Het
antilichaam voorkomt dat immuuncellen naar het hart gaan, en
vermindert zo de hartschade.
Jaarlijks sterven in Nederland ongeveer tienduizend mensen aan de
gevolgen van een acuut hartinfarct en worden ruim negentigduizend
mensen ermee opgenomen in het ziekenhuis.
Cardioloog in opleiding Fatih Arslan van het UMC Utrecht is eerste
auteur van het artikel. De Utrechtse onderzoekers werkten samen met
het Ierse bedrijf Opsona Therapeutics dat het nieuwe medicijn
ontwikkeld heeft.
Voor meer informatie, bel 088 75 588 50 of mail info@umcutrecht.nl.
vrijdag 8 januari 2010