PERSBERICHT ALTERRA WAGENINGEN UR
Steeds meer micro-organismen in de bodem resistent tegen antibiotica
Er komen steeds meer micro-organismen in de bodem voor die resistent zijn tegen antibiotica. Die kunnen een gevaar vormen voor de volksgezondheid. Dat blijkt uit onderzoek van bodemmonsters uit de periode 1940-2008. Omdat antibiotica goedkoop zijn, worden zij veelvuldig toegepast. Niet alleen als geneesmiddel, maar ook bijvoorbeeld als groeistimulator in veevoeding. Daardoor komen er steeds meer (resten van) antibiotica in het milieu terecht, met alle gevolgen van dien.
Het onderzoek is uitgevoerd door prof. David Graham, Charles Knapp en Jan Dolfing van de Universiteit van Newcastle in samenwerking met Phillip Ehlert van Alterra, onderdeel van Wageningen UR (University & Research centre). De onderzoekers keken of er in de bodem in de loop der tijd verandering is gekomen in het voorkomen van resistentie tegen antibiotica. Zij onderzochten ook of het patroon van resistentie tegen belangrijke groepen van antibiotica aan het veranderen is. Dit onderzoek is uitgevoerd aan grondmonsters van vijf Nederlandse veldproeven uit de periode 1940-2008 die gearchiveerd zijn in het Technisch Archief en Grondmonster Archief (TAGA) van Alterra. Uit deze grondmonsters werd DNA geëxtraheerd, waardoor een schat aan informatie werd verkregen over de ontwikkeling van micro-organismen in deze bodems. Speciaal is gekeken naar de genen in dit DNA die zorgen voor resistentie tegen antibiotica.
Alterra-onderzoeker ir. Phillip Ehlert: "Ons onderzoek wijst uit dat er tussen 1940 en 2008 duidelijk sprake is van een toename van het voorkomen van genen die coderen voor resistentie tegen antibiotica. Welke factoren hieraan ten grondslag liggen is nog niet duidelijk. De toename was bijvoorbeeld niet eenduidig gecorreleerd aan een toename van zware metalen, die bijvoorbeeld zitten in kunstmeststoffen en bodemverbeterende middelen waaronder stalmest. Tot de jaren tachtig was er sprake van vervuiling door onvoldoende zuivering van stedelijk afvalwater. Mogelijk speelt het gebruik van oppervlaktewater voor irrigatie en beregening een rol. Een effect van het gebruik van stalmest op de ontwikkeling van resistentie kon niet worden aangetoond."
Antibiotica worden al zo'n 60 jaar succesvol toegepast in de geneeskunde van mens en dier. Na de ontdekking van de penicilline in 1928 door Alexander Fleming nam de industriële productie vanaf de Tweede Wereldoorlog een aanvang. Tot zo'n tien jaar geleden was er sprake van een exponentiële groei. Sinds een jaar of tien wordt geprobeerd het niet-therapeutisch gebruik van antibiotica te beperken. De veelvuldige toepassing van antibiotica heeft namelijk een keerzijde. Er komen steeds meer aanwijzingen dat de resistentie van bacteriën tegen antibiotica onrustbarend toeneemt.
Klinische informatie over de opbouw van resistentie is alom voorhanden. Een voorbeeld daarvan is een toenemende resistentie van Staphylococcus aureus, de beruchte 'ziekenhuisbacterie', tegen het antibioticum methicilline (MRSA). Antibiotica zijn echter goedkoop en daardoor worden zij niet alleen als geneesmiddel toegepast maar bijvoorbeeld ook als groeistimulator bij veevoeding (niet-therapeutisch gebruik). Hierdoor komen er meer en meer (resten van) antibiotica in het milieu terecht. Phillip Ehlert: "Wat het effect is van deze door de mens in het water en bodemmilieu geïntroduceerde (resten van) antibiotica, vraagt onze aandacht. De uitslag van dit onderzoek is wat dat betreft slecht nieuws. Het is belangrijk dat wij hierover meer te weten komen omdat residuen van antibiotica kunnen leiden tot een toename van populaties micro-organismen in de bodem die resistent zijn voor antibiotica. Wat de consequenties daarvan zijn voor de volksgezondheid is nog onbekend."
Meer informatie over dit onderzoek kunt u krijgen bij Alterra:
Phillip Ehlert, 0317-484794 of
De tekst van de publicatie is te vinden onder:
---
Alterra is onderdeel van de internationale kennisorganisatie Wageningen UR (University & Research centre). De missie is 'To explore the potential of nature to improve the quality of life'. Binnen Wageningen UR bundelen negen gespecialiseerde en meer toegepaste onderzoeksinstituten, Wageningen University en hogeschool Van Hall Larenstein hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 40 vestigingen (in Nederland, Brazilië en China), 6500 medewerkers en 10.000 studenten behoort Wageningen UR wereldwijd tot de vooraanstaande kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen natuurwetenschappelijke, technologische en maatschappijwetenschappelijke disciplines vormen het hart van de Wageningen Aanpak.
Wageningen Universiteit en Researchcentrum