Toespraak bij Productschap Tuinbouw
Toespraak | 07-01-2010
De minister-president benadrukt op de Nieuwjaarsbijeenkomst van het
Productschap Tuinbouw in Lisse het belang voor de tuinbouwsector van
innovatie, duurzaamheid en samenwerking.
Dames en heren,
Bijna de helft van de Nederlanders wil in 2010 gezonder leven en
gezonder eten bleek uit een onderzoek. Een prima voornemen lijkt mij
van al die mensen. Maar tegelijkertijd is het ook goed nieuws voor u:
de telers en tuinders van ons land. U bent het immers die een
belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van ons leven. U zorgt
voor de bomen, bloemen en planten die ons welzijn bevorderen. U teelt
de groenten en vruchten die ons voorzien van onze dagelijkse dosis
vitaminen. U maakt ons leven groen en gezond.
Het leek me passend deze nieuwjaarstoespraak te beginnen met een
beetje prettig nieuws over het nieuwe jaar. Want wat zult u blij zijn
dat het jaar 2009 voorbij is. De cijfers over de bedrijfsresultaten en
de inkomensontwikkeling in de Nederlandse land- en tuinbouw waar het
LEI voor de Kerst mee naar buiten kwam, brachten niemand in een
feestelijke stemming. De economische crisis laat vooral in de
tuinbouwsector diepe sporen na. De lage prijzen en teruglopende
exportmogelijkheden zorgen ervoor dat veel tuindersgezinnen moeten
vechten om te overleven. En dat meer en meer agrarische ondernemers
noodgedwongen het hoofd in de schoot moeten leggen.
Dat gaat mij zeer aan het hart. De tuinbouwsector zit in de genen van
onze samenleving. Het brengt topproducten voort. Het speelt een
internationale rol van betekenis. En het bruist er van dynamiek en
innovatie. In de tuinbouw worden oude tradities bijna vanzelfsprekend
verbonden aan nieuwe perspectieven. Ik kan me Nederland niet
voorstellen zonder de tuinbouwsector.
En zover komt het ook niet, daarvan ben ik overtuigd. Want hoeveel
tegenwind er momenteel ook is: de tuinbouw heeft toekomst.
Toekomst omdat de sector ongekende kracht heeft. En die kracht inzet
om de kansen van de toekomst vandaag al te grijpen. Kansen liggen er
op drie terreinen: bij duurzaamheid, bij samenwerking en bij
innovatie.
Zo laat de glastuinbouw zien dat het doel om in 2020 volkomen duurzaam
en volstrekt energieneutraal te opereren binnen bereik ligt. De
afgelopen jaren zijn er al enorme vorderingen gemaakt op
energie-efficiëntie: de glastuinbouw gebruikt vandaag de dag 70%
minder primaire brandstoffen per eenheid product dan in 1980. Het
gebruik van zonne-energie, aardwarmte en biobrandstoffen neemt hand
over hand toe. Onderzoekers van de Wageningen Universiteit werken aan
de ontwikkeling van ELKAS - een nieuwe generatie energieleverende kas
die over vijf jaar in productie kan zijn.
En ook wat betreft agrologistiek heeft de focus op duurzaamheid zijn
intrede gedaan. Door het realiseren van slimme, duurzame, regionale
kringlopen is het in 16 pilotprojecten gelukt om jaarlijks 2 miljoen
ritkilometers te besparen. Een aanzienlijk deel hiervan is
tuinbouwgerelateerd. Een jaarlijkse vermindering van 3500 ton
CO2-uitstoot ligt in het verschiet.
Op het gebied van duurzaamheid pakt de tuinbouwsector de kansen die er
zijn. En dat is ook nodig. De buitenlandse concurrentie zit niet stil.
Om die als Nederlandse sector voor te blijven, zal naast investeringen
in duurzaamheid ook meer samenwerking nodig zijn.
Vorige maand las ik de volgende kop in de krant: "Winkels verdienen
meer aan eten dan boeren". Het ging natuurlijk over het rapport van de
NMa over de kosten en marges in de keten van enkele agrarische
producten waaronder uien, komkommers, paprika's en appelen.
Op basis van die cijfers kun je je afvragen of de krachten binnen de
keten wel goed zijn verdeeld. Of degenen die de werkelijke waarde van
een product creëren wel voldoende recht wordt gedaan. Of meer
samenwerking tussen partijen niet zou bijdragen aan evenwichtiger en
eerlijker verhoudingen.
Dat intensief samenwerken tot mooie dingen kan leiden, bewijst
veredelaar Rijk Zwaan wel. Hun koppositie van de Hillenraad 100 hebben
ze onder meer te danken aan goede samenwerking in binnen- en
buitenland. Aan goede samenwerking binnen en buiten de keten. Maar ook
aan een marktgerichte benadering.
Ondernemingen die voortdurend blijven innoveren, oude producten
blijven verbeteren en nieuwe producten blijven ontwikkelen hebben de
toekomst. Het bedrijf Koppert Cress heeft dat goed begrepen. Niet
alleen hun producten zijn bijzonder, maar ook van de manier waarop zij
de markt benaderen is innovatief. Koppert Cress betovert koks en
creëert zo de eigen vraag. En dat lukt. Ik weet zeker dat menig
kerstmaal letterlijk en figuurlijk is opgefleurd met hun Karma
Orchidee - de frisse, neutrale maar bovenal eetbare orchidee.
Marktgericht en vraaggestuurd werken leidt alleen maar tot succes als
het voor de tuinbouwsector ook mogelijk is de afzetmarkt te behouden
en te verruimen. En omdat er nu eenmaal meer mensen - en dus
potentiële klanten - buiten dan binnen Nederland wonen, blijft de
export voor de Nederlandse tuinders van levensbelang. Ik hoop dan ook
van harte dat de verzekeraars in het nieuwe jaar op een ruimhartiger
wijze kredietverzekeringen op exportorders zullen verstrekken om zo de
export op gang te houden.
Dames en heren,
Duurzaamheid, samenwerking en innovatie hebben de toekomst. En omdat
de Nederlandse tuinbouwsector juist op die terreinen uitblinkt, heeft
ook juist deze sector alle kansen om deze slechte tijd goed door te
komen. Blijf daarom in beweging. Blijf werken aan gezonde producten.
En blijf ons daar vooral mee verleiden.
Ik wens u allen een goed en gezond nieuw jaar toe. Een jaar vol
kracht, kansen en veel nieuwe klanten.
Ministerie van Algemene Zaken