Centrale Raad van Beroep
Nihilstelling aflossingsbedrag bij volledig ontbreken financiële
middelen
Volgens het gemeentelijk beleid is de minimale aflossingsnorm voor een
alleenstaande EUR 66,- per maand. De gemeente heeft bepaald dat
appellant ter aflossong van zijn schuld (ivm terugvordering bijstand)
aan de gemeente dit minimumbedrag van EUR 66,- per maand dient te
betalen. Appellant heeft opgegeven dat hij inwoont bij zijn zoon en
diens vriendin, die in zijn kosten voorzien en dat hij niet beschikt
over enig inkomen, noch over vermogen. Het College heeft dit niet
betwist, zodat ervan wordt uitgegaan dat appellant in het geheel niet
beschikt over financiële middelen om af te lossen op zijn schulden aan
de gemeente. Onder die omstandigheden is de Raad van oordeel dat het
College het aflossingsbedrag op EUR 0,- had dienen vast te stellen.
LJ Nummer
BK8396
Zie het origineel
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 7 januari 2010 Naar boven